Walmende zwarte rookwolken en torenhoge vlammen die de hemel vervaarlijk rood-oranje kleuren. Brandende Russische olieraffinaderijen zijn allang geen zeldzaamheid meer. Steeds vaker weten Oekraïense drone-eenheden die complexen te raken, in het westen van Rusland, maar ook verder landinwaarts. De gevolgen waren afgelopen maand zichtbaar: stijgende brandstofprijzen, rijen bij benzinestations en waarschuwingen van Russische bestuurders. Wat is er precies aan de hand en hoe groot zijn de gevolgen?
In de nacht van vrijdag op zaterdag was het opnieuw raak, bij de raffinaderij in Rjazan, waar pikzwarte rookwolken opstegen na een Oekraïense droneaanval. De gouverneur van Rjazan, Pavel Malkov, bevestigde de aanval in enigszins bedekte termen op zijn Telegram-kanaal en benadrukte dat er geen burgerdoden zijn gevallen. Tegelijkertijd riep hij burgers in de getroffen gebieden op geen beelden van de schade te delen „die de vijand kunnen helpen” en maande hen te vertrouwen op „gecontroleerde informatiebronnen”. Het hielp weinig: al snel liepen sociale media vol met beelden van de brandende fabriek.
Hoe Russische bestuurders ook hun best doen om het effect van de aanvallen te minimaliseren, de impact is moeilijk te negeren. Sinds begin augustus voerde Oekraïne tien grootschalige aanvallen uit op het Russische olienetwerk, bevestigde onderzoek van de BBC. Oekraïense en Russische media meldden nog zeven andere aanvallen, maar daarvoor vonden factcheckers geen visueel bewijs. De raffinaderij in Rjazan, eigendom van staatsoliebedrijf Rosneft, is een van de vijf grootste van Rusland, naast locaties van Lukoil, Gazprom Neft en het Siberische Soergoetneftegaz. Ze is al vaker doelwit geweest, maar herstel ervan zal ditmaal langer duren dan vorige keren. De Russische econoom en energie-expert Vladislav Inozemtsev denkt dat het „zeker twee weken” duurt voor de productie kan worden hervat, en „zo’n drie tot vier maanden om weer op 90 procent van de volledige capaciteit te komen”.
De Lukoil-raffinaderij in Wolgograd, die half augustus doelwit was, zal mogelijk één tot twee maanden ontregeld zijn. Ook in Krasnodar en Samara werden installaties geraakt. Naar schatting was eind vorige maand zo’n 17 procent van de Russische olieraffinage – goed voor circa 1,1 miljoen vaten per dag – voor kortere of langere tijd uitgeschakeld.
Dat de droneaanvallen deze zomer meer effect lijken te hebben dan eerder, constateerde ook de Russische energiespecialist Sergej Vakoelenko eind augustus in een analyse voor denktank Carnegie Centre. „Oekraïne beschikt nu duidelijk over meer drones, en kan die in zwermen uitsturen om de Russische luchtverdediging te overweldigen.” Bovendien, schrijft de analist, beschikken de drones over betere navigatie en kunnen ze met herhaalde aanvallen Russische reparatiewerkzaamheden verstoren. Aan de andere kant: niet alle aanvallen hebben impact. Sommige raffinaderijen produceren niet veel, andere hebben slechts beperkte schade. Weer andere bedienen de exportmarkt zodat de Russen zelf er weinig van merken, en in sommige gevallen kan wijzigen van transportroutes het effect beperken. De belangrijke Droezjba-pijpleiding, die Wit-Rusland, Slowakije en Hongarije bedient, was na een aanval in augustus in twee dagen gerepareerd.
Recordprijzen
De benzineprijzen piekten in het verre oosten van Rusland, in het zuidwesten en op de geannexeerde Krim, waar Oekraïense aanvallen vorige maand de olieaanvoer via pijpleidingen verstoorden. Inmiddels is er aan de pompen op de Krim weer benzine, zij het dat die bijna 70 roebel per liter kost, ruim 70 eurocent. „Zo’n prijsstijging hebben we in honderd jaar niet gezien”, zei een anonieme regimecriticus eind augustus tegen de lokale afdeling van nieuwssite Radio Free Europe. Half augustus bereikte de prijs van benzine op sommige plaatsen een recordhoogte van ruim 80 roebel per liter (ruim 80 eurocent). Inmiddels is dat krap 60 roebel. Russische media schrijven op basis van cijfers van statistiekbureau Rosstat dat de prijzen het afgelopen jaar met 6 procent zijn gestegen.
De problemen waren afgelopen maand het grootst in regio’s met weinig grote raffinaderijen, aldus de BBC. Op verschillende plaatsen zagen automobilisten zich door de tekorten genoodzaakt om van de reguliere benzine A-95 over te stappen op de duurdere A-92. In de regio Primorski Krai in het Verre Oosten stonden automobilisten lang in de rij. „We reden met het gezin naar zee en moesten bijna een uur wachten om te tanken”, zei een inwoner van Vladivostok tegen Novaja Gazeta. De autoriteiten weten de wachttijden aan een piek in het toeristenseizoen. Op het eiland Sachalin, nabij Japan, werd de verkoop van A-92 gerantsoeneerd tot tien liter per persoon. Verdere regionale prijsstijgingen zijn niet uitgesloten. Afgelopen weekend meldde de Russische krant Komsomolskaja Pravda problemen in Moskou en Saratov, waar A-95 bij sommige benzinestations niet leverbaar was. De autoriteiten raadden inwoners aan vooraf te checken of tanken mogelijk is.
Landbouw en toerisme
De Oekraïense sabotageacties zijn frequenter dan in voorgaande maanden, en ze zijn effectief omdat ze bovenop een reeks systematischer problemen komen op de Russische binnenlandse markt. De zomer is traditioneel de tijd voor onderhoudswerk, in augustus begint de oogst, waarvoor de landbouw veel brandstof verbruikt, en ook het toeristenseizoen drijft de vraag naar benzine op. Uitvallen van de belangrijke raffinaderijen in Rjazan en Wolgograd maakt de crisis volgens deskundigen voelbaarder dan in andere jaren, zeker in het dichtbevolkte zuidwesten van Rusland met zijn landbouwgebieden en vele toeristische bestemmingen.
Olie heeft het land op zichzelf genoeg. Vorig jaar pompte het 516 miljoen ton op, iets minder dan voorheen, maar genoeg voor een plekje in de topvijf van productielanden. De 34 grote Russische raffinaderijen bewerken jaarlijks zo’n 270 miljoen ton olie, tot producten als stookolie, diesel en benzine. De binnenlandse afzet bedroeg in 2024 240 miljoen ton ruwe en 112 miljoen bewerkte olie. Iets minder dan de helft van de bewerkte olie gaat naar het buitenland. Daar heeft de regering eerder dit jaar echter een stop op gezet; voor benzine geldt een exportverbod tot eind september. Het Russische persbureau Ria Novosti meldde enkele dagen geleden dat dit mogelijk tot in oktober wordt verlengd om aan de binnenlandse vraag te voldoen.
De regering compenseert Russische oliemaatschappijen voor hun inkomstenderving op de minder lucratieve binnenlandse markt. Volgens persbureau Interfax ontvingen ze in augustus omgerekend 800 miljoen euro aan ‘demperbetalingen’, en ruim 600 miljoen euro in juli. De regering wil graag van de dure regeling af.
Ondanks alarmerende berichten in internationale media willen de deskundigen niet spreken van een serieuze brandstofcrisis. „Er is nog een lange weg te gaan voordat transport, landbouw, industrie en, belangrijker, het leger, een echt brandstoftekort zien”, schrijft energiedeskundige Vakoelenko. Rusland pompt meer ruwe olie op dan nodig is voor de binnenlandse vraag, en de productie van diesel ondervindt geen problemen. „Zelfs als de beschadigde raffinaderijen helemaal niet meer zouden functioneren, zou het tekort nog beperkt zijn en gecompenseerd kunnen worden met invoer uit Wit-Rusland.”
Dat neemt volgens zijn collega Inozemtsev niet weg dat de droneaanvallen op dit moment het „effectiefste middel” zijn dat Oekraïne heeft om Rusland te raken.
Gezichtsverlies
Maakt Poetin zich dan druk over gezichtsverlies in het Westen? Inozemtsev betwijfelt dat. „Ik denk dat het hem niet zoveel kan schelen wat het Westen van hem vindt. In ieder geval voelt hij zich zeker niet in het nauw gedreven.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/09/09170507/web-0909ECO_olieaanval2.jpg)
Drones raken een olieraffinaderij in Samara, Rusland.
Foto Eyepress/ReutersWat Poetin meer zorgen baart, denkt de econoom, is de vraag of het Westen onder leiding van Trump sancties instelt tegen landen als China, Turkije en India, die Russische olie importeren. Of de Russische economie door die secundaire sancties „ineen zal storten”, zoals de Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent deze week zei, is de vraag. De leiders van Rusland, China en India ontmoetten elkaar eind augustus tijdens een top in Tijanin en lijken niet van plan zich uit elkaar te laten spelen. „Het zou geen verrassing zijn als Moskou nieuwe kortingen geeft [op olie en gas] om zich te verzekeren van meer handel met India en China”, zei de Amerikaanse econoom Mandar Oak vorige week tegen de BBC.
Een antiwesterse koers doet het trouwens goed bij het publiek in Rusland, China en India. De Russische president is daarnaast niet gebonden aan ‘lastige’ zaken als democratische processen of publieke opinie, waar westerse leiders mee worden geconfronteerd. Die zitten, wat Inozemtsev betreft, dan ook in lastiger parket. „Trump zal links- of rechtsom zijn beloftes moeten nakomen, en ook Europese regeringen moeten telkens weer naar middelen zoeken om Oekraïne te blijven steunen. Maar Poetin kan de oorlog voortzetten of stoppen op het moment dat er voor Rusland gunstige voorwaarden liggen. Hij heeft bewegingsvrijheid, en daarom voelt hij zich prima.”