Vlak langs de A15, tussen Europoort en de Maasvlakte, ligt midden in het Rotterdamse havengebied het Geuzenbos. Bovengronds wordt het 29 hectare tellende gebied ecologisch onderhouden, ondergronds ligt een leidingstrook voor het verplaatsen van olie, chemicaliën en gassen. Die strook moet toegankelijk blijven in het geval van een calamiteit, maar de snelgroeiende duindoorn bemoeilijkt dat. Daarom staan in het Geuzenbos drie Spaanse ezelinnen te grazen: Fender, Bosun en Truus de Trekker.
„Mi querido, mi pequeño mundo”, zegt ecoloog bij het Rotterdams Havenbedrijf, Lissethe Veenstra, zachtjes tegen Truus, terwijl ze tussen haar grote oren kriebelt. „Mijn lieveling, mijn kleine wereld.” Truus is dan wel een extreem Nederlandse naam, Veenstra spreekt haar aan in de taal die ze sowieso beter kent dan het Nederlands. „Ze is oudste en echt de baas, de andere twee volgen haar waar ze gaat.” Terwijl Truus óók met afstand de kleinste is. „Ze heeft dwerggroei”, vertelt Veenstra.
De haven kent naast industrie ook heel veel natuur
De drie ezelinnen werden door Grazelands Rewilding, dat als doel op haar site „herstel van wilde Europese landschappen met meer biodiversiteit” vermeldt, overgebracht uit Noordwest-Spanje. Het zijn Zamorano-Leonés, vernoemd naar de provincies Zamora en León. „Het is een oud ras”, zegt Veenstra. Hun dikke, stugge, donkerbruine vacht, maakt ze bestand tegen de elementen. De bijna witte neus en vacht rond de ogen steekt zo sterk af, dat ze evenals wasberen een beetje op bandieten lijken. Aandoenlijk, zoals alle ezels, maar wel iets stoerder dan de gewone grijze boerderijezel.
Dat matcht met hun dieet. Duindoorn heeft, zoals de naam doet vermoeden, doornen. En geen botte. „Voel maar”, zegt Veenstra. „Ze kunnen echt door je broek heen prikken. Hoe hoger ze worden, hoe harder de doorns.” Maar de Spaanse ezel is gewend aan de stugge, droge begroeiing van diens thuisland en verkiest die boven droogvoer. „Daarom is dit ras zo geschikt.”
Lissethe Veenstra van het Rotterdamse Havenbedrijf op een veld vol duindoorn, vergezeld door twee Spaanse ezelinnen. Foto Walter Herfst
Nickelodeon
Dat was al eerder de gedachte. In het Geuzenbos staan ook twee taurossen – een soort reproductie van de uitgestorven oeros. „Maar die bleken niet van duindoorn te houden.”
Dus werden andere grazers aangetrokken, die wel van de doornige en zure plant houden. Nu delen de vijf dieren het gebied en dat gaat boven verwachting goed. „Van de week zagen we ze zelfs bij elkaar liggen.”
Toch trekken de drie ezels vooral met elkaar op. Samen grazen, samen in de schaduw, samen aandacht vragen van Veenstra. „Ik ga ten minste een keer in de week bij ze langs, dus ze herkennen me nu.” Veenstra wilde altijd al iets met dieren doen. „Als vijfjarige keek ik natuurdocumentaires in plaats van Nickelodeon.”
Hoe komt een ecoloog in het havengebied terecht? „Twee jaar geleden kwam ik een vacature tegen. Ik was ook verbaasd.” Veenstra mocht een dagje meelopen en raakte geïnspireerd, vertelt ze. „De haven kent naast industrie ook heel veel natuur.” Zo heeft ze een vogelvallei, voor broedende zeevogels, maar ook voor de nachtegaal, lepelaar en buizerd. Er is een „compensatiegebied” met achttien poelen voor de rugstreeppad. De voordelta Slikken van Voorne wordt bezocht door zeehonden. En een week geleden werden een half miljoen inheemse platte oesterlarven uitgezet op de Tweede Maasvlakte, ten behoeve van meer biodiversiteit.
„Economische vooruitgang is belangrijk, maar mag niet ten koste gaan van de natuur”, schrijft het Havenbedrijf op de site. Toch liepen, ondanks de inzet op „natuur en biodiversiteit”, tijdens de Wereldhavendagen afgelopen weekend activisten van Extinction Rebellion een protestmars tegen het bedrijf. Onder de slogan „Herover de Haven” ageerden ze tegen de grootste en „meest vervuilende” haven van Europa. Volgens onderzoeksplatform Follow the Money is de haven verantwoordelijk voor 20 procent van de CO2-uitstoot in Nederland.
Lees ook
De eerste ezel werd zevenduizend jaar geleden in Oost-Afrika gedomesticeerd
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data90368816-28f75c.jpg)
Agricultura
De duindoorn, braam en brandnetel tieren welig in het kustgebied rond het Geuzenbos: alle drie zijn het stikstofminnende planten. „Zeker de duindoorn duikt snel op in het havengebied en groeit wel anderhalve meter per jaar”, zegt Veenstra. De ezels zullen dus geen honger krijgen.
Of het „de nieuwe collega’s” lukt de duindoorn in toom te houden, wordt over een jaar tot anderhalf jaar geëvalueerd. Veenstra: „We laten ze alle groeiseizoenen meepakken. Dan gaan we kijken of het werkt en of we hun dienstverband willen verlengen.”
Van 1997 tot 2007 was deze Spaanse ezel volgens het Spaanse Minsterio de Agricultura ‘met uitsterven bedreigd’
Binnenkort worden wel alvast borden geplaatst om mensen te laten weten dat ze 25 meter afstand van de ezels moeten houden en honden aan moeten lijnen. „Dat is voor de veiligheid van mens en dier.” En ook, zegt Veenstra, moeten de ezels hun werk kunnen doen. „Ik vergelijk ze met een hulphond: ze hebben een taak hier.”
Andersom is het voor de ezels ook fijn dat ze een plekje hebben. Van 1997 tot 2007 was de Zamorano-Leonés volgens het Spaanse Minsterio de Agricultura ‘met uitsterven bedreigd’. Nadat werd ingezet op herstel van de soort, is de situatie inmiddels minder nijpend met de ezels. Volgens de laatste cijfers, uit 2020, behelst de populatie wereldwijd zo’n 1.500 dieren – waarvan er nu dus drie in Rotterdam rondlopen.
Veenstra is meer dan trots. „Als mensen me vragen wat ik heb bereikt in 2025, kan ik zeggen dat ik drie ezels naar het havengebied van Rotterdam heb gekregen.”
Lees ook
De Rotterdamse haven heeft een toekomstplan nodig
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data123725302-785ca0.jpg)