Chimpansees kunnen nadenken over wat ze doen. Dat is al te zien aan de aarzeling en behoedzaamheid waarmee een chimpanseemoeder achter een jonge chimp aanloopt die haar kind heeft meegenomen. Het liefst wil de moeder woedend ingrijpen, maar als ze die impuls volgt zou de baby weleens de dupe kunnen worden van de strijd. Dus loopt ze boos maar voorzichtig achter de kidnapper aan. „Pas als ze haar baby weer heeft, gaat ze woest achter dat kidnapvrouwtje aan”, vertelde ooit primatoloog Frans de Waal, die de scène vele malen had gezien.
Maar sceptici zijn niet overtuigd door die anekdotes. Dat hoeft toch geen rationeel denken te zijn, want heeft de moeder werkelijk alle gedragsmogelijkheden tegen elkaar afgewogen? Haar gedrag kan toeval zijn, evolutionair instinct, een aangeleerde impuls of zelfs gewoon geconditioneerd gedrag.
Maar nu hebben primatologen met een reeks formele experimenten in een Oegandees opvangreservaat heel precies een blik geworpen in hoe chimpansees wel degelijk in staat zijn innerlijk argumenten af te wegen tegen elkaar en zo tot rationele conclusies komen over hoe het best te handelen. De 23 chimpansees uit het Ngamba Island opvangcentrum in Oeganda die aan de experimenten meededen vertonen werkelijk „metacognitieve vermogens om op rationele wijze nieuwe aanwijzingen te evalueren en die af te wegen tegen de kracht van hun bestaande overtuigingen en dus alleen hun opvattingen te veranderen als dat nodig is”, zo schrijft een team van primatologen onder leiding van onder meer Hanna Schleihauf (Universiteit Utrecht) deze week in Science.
Buizen met aantrekkelijk voedsel
In het opvangcentrum op een eiland in het Victoriameer leven ruim vijftig in het wild geboren en vaak verweesde chimpansees. Ze werden erheen gebracht als slachtoffer van stroperij of dierenhandel. Overdag lopen ze vrij rond in een stuk regenwoud van 40 hectare, ’s nachts gaan ze (vrijwillig) terug naar verblijfsruimtes waar ze voeding en water kunnen vinden. En daar worden ook de onverplichte experimenten gedaan.
De Amerikaanse primatoloog Christine Webb (Harvard University), die niet bij het onderzoek betrokken is, toont zich positief over het onderzoek, in een mail. „Het is een toevoeging aan sterk en alsmaar groeiend bewijs dat onze naaste familieleden in staat zijn tot complexe cognitieve processen die vroeger uniek menselijk werden geacht.” En nog veel interessanter is daarom de vraag hoe deze vaardigheden buiten deze experimenten worden toegepast door chimpansees in hun natuurlijke omgeving, aldus Webb, die onlangs een boek schreef over de overschatting van de menselijke uniciteit en de cognitieve gelijkwaardigheid van andere dieren (vertaald als: De arrogante aap, Bezige Bij).
De deelnemende chimps moesten in het Science-onderzoek op allerlei verschillende manieren beoordelen in welke aan hen gepresenteerde buis aantrekkelijk voedsel zat, waarbij ze oude én nieuwe, vage én duidelijke aanwijzingen tegen elkaar moesten afwegen. Soms werd aan een buis geschud, zodat de chimp kon horen dat er iets in zit, maar het kon ook een stukje hout zijn. Soms werd na een eerste keuze een van de buizen omgedraaid, met de doorzichtige kant naar de deelnemende chimp. Een andere keer werd een van de drie buizen na de eerste inspectie weggehaald. Soms bleek er geen echt nootje te zien te zijn geweest, maar een foto van een nootje. Hoe zouden al die veranderingen in de beschikbare informatie het oordeel van de chimpansee beïnvloeden? De chimpansees slaagden met vlag en wimpel voor de testen. Niet voor niets draagt het positieve commentaar in Science van primatoloog Brian Hare de titel: ‘Chimpansees zijn wetenschappers’.
Alsof ze echt duidelijk willen maken dat het huidige onderzoek bedoeld is om de laatste sceptici te overtuigen, sommen de onderzoekers in Science ook nog even op wat allemaal al eerder bewezen is. Niet alleen leiden mensapen moeiteloos voedselplekken af uit vage sporen en uit de optelsom van onduidelijke aanwijzingen, maar ze maken ook op allerlei manieren onderscheid tussen schijn en werkelijkheid en ze zoeken actief naar extra informatie als de beschikbare aanwijzingen tegenstrijdig zijn.
Opgehangen banaan
De geschiedenis van het chimpansee-onderzoek gaat al ver terug, met vele grote stappen in het toekennen van menselijke eigenschappen. Tot de belangrijke momenten behoort onder meer het onderzoek van de Duits-Amerikaanse psycholoog Wolfgang Köhler die meer dan 100 jaar geleden ontdekte dat chimpansees behoorlijk rationeel handelden als in hun kooi een banaan hoog werd opgehangen en ook stapelbare dozen werden neergezet.
En in de jaren zestig ontdekte de Britse Jane Goodall dat in de jungle van Gombe, Tanzania, chimpansees stokjes gebruikten om termieten te vangen. Later bleken chimpansees ook in speciale ‘werkplaatsen’ harde noten te kraken tussen aambeeldstenen en slagstenen, een moeilijk karwei dat de jongeren van de ouderen leken af te kijken.
En in de jaren tachtig en negentig legde Frans de Waal het complexe sociale systeem van chimpansees bloot, vol wisselende bondgenootschappen en verzoeningsmechanismen. En een jaar of tien geleden ontdekte de psycholoog Michael Tomasello tot zijn eigen verrassing dat chimpansees wel degelijk goed rekening houden met wat hun soortgenoten wel of niet kunnen weten (theory of mind).
Misschien wordt dus het wel tijd, oppert Christine Webb in haar mail, om niet langer de menselijke superioriteit als uitgangspunt van de meetlat te nemen waarlangs andere dieren steeds opnieuw worden gelegd. „Het lijkt me beter om ons te concentreren op intenser begrip van het leven van deze opmerkelijke dieren, en ook op de verdediging van hun belangen. Het zijn zware tijden voor de relatie tussen mensen en andere dieren!”
Foto Richard Krutick/Getty Images










                        English (US)  ·