De man die vond dat aan presidentiële macht geen grens zat

2 dagen geleden 4

Een van de eerste stukken in het NRC-archief waarin Dick Cheney figureerde, dateert van 4 december 1990. Het Iraakse leger van Saddam Hussein had Koeweit bezet en de rest van de wereld worstelt met de vraag wat te doen: sancties opleggen of militair ingrijpen. In een hoorzitting van de toenmalige minister van Defensie voor de Amerikaanse Senaat tekende de toenmalige NRC-correspondent op dat Cheney „zei dat militair optreden een zekerder uitkomst biedt dan een langdurig embargo”.

Het is een simpele samenvatting van de simpele politieke overtuiging van oud-vicepresident Richard (Dick) Bruce Cheney die maandag op 84-jarige leeftijd overleed. Hij meende dat de Amerikaanse overmacht de panacee was voor geopolitieke problemen. Het was een mede-Republikein die de minister in dezelfde hoorzitting een relativering voorhield. „De geschiedenis is bezaaid met de beenderen van soldaten die dachten dat ze een korte oorlog zouden voeren”, zei senator William Cohen.

Het zou aan dovemansoren gericht zijn. Anderhalve maand later lanceerde president George H.W. Bush operatie Desert Storm, waarmee de Iraakse troepen uit Koeweit werden geveegd. Die voor de VS vrijwel pijnloze zege sterkte Cheney in zijn overtuiging dat militair ingrijpen een efficiënt middel was. Alleen was het dom van president Bush, vond Cheney, dat hij de oorlog niet had áfgemaakt door het regime van Saddam Hussein omver te werpen.

De reeks oorlogen die Cheney daarna hielp ontketenen, zouden Amerikaanse troepen circa twintig jaar van huis houden, bijna 7.000 Amerikaanse militairen het leven kostten, evenals ruim 800.000 mensen onder wie 335.000 burgers volgens een schatting van het Costs of War project van Brown University.

De geopolitieke schade die het duo van president George W. Bush jr. en vicepresident Cheney aanrichtte, is nog omvangrijker gebleken. Het Midden-Oosten is een wespennest gebleven. Op de puinhopen van post-Saddam Irak wist Islamitische Staat een terreurstaat op te bouwen, de beweging is nooit volledig verslagen. En doordat de tweede inval in Irak (in 2003) werd afgetrapt met een flagrante leugen van de Amerikaanse regering – over massavernietigingswapens die Saddam niet bleek te bezitten – verschrompelde de geloofwaardigheid van de VS bij hun bondgenoten.

Hoe keek Cheney zelf op die prestaties terug? De documentaire The World According to Dick Cheney (2013) begint met een rijtje vragen dat de ex-vicepresident niet lastig vindt. Favoriete deugd? „Integriteit.” Wat waardeert u het meest in uw vrienden? „Eerlijkheid.” Uw lievelingseten? „Spaghetti.” Wat ziet u als uw voornaamste fout? „Mijn grootste fout…” Cheney aarzelt. „Euhm. Ik besteed meestal niet zoveel tijd aan mijn fouten.” Nog een citaat van Cheney: „Als je populair wilt wezen, word dan liever filmster.”

In 1991 bezoekt minister van Defensie de Amerikaanse troepen in Irak. Foto Bill Haber/AP

Meest gehate politicus

Cheney wás niet populair. De scherpe meningsverschillen over Donald Trump hebben de blik op de politiek vóór hem enigszins vertroebeld, maar ooit was Dick Cheney de meest gehate politicus van de Verenigde Staten. Hij werd de Prins der Duisternis of Darth Vader genoemd, naar de iconische slechterik uit Star Wars. „Geeft niks”, zou zijn vrouw tegen hem hebben gezegd. „Daar word je menselijker van.” Toen hij begin 2009 vertrok als vicepresident, gaf een schamele 13 procent van de Amerikanen hem een voldoende.

En waarom zouden ze hem een hoger cijfer geven? In februari 2007 vatte journalist Wil Hylton de zonden van Dick Cheney samen in een artikel dat hij de vorm had gegeven van een impeachment-verzoek. „Hij is oneerlijk en leugenachtig geweest en heeft bewust geprobeerd de Amerikaanse democratie onderuit te halen.”

Dat was geen slechte samenvatting. Cheney had één missie: de Amerikaanse president moest niet door democratisch getreuzel worden gehinderd om een vuist te maken tegen de buitenwereld, of het nu de communisten waren uit zijn jeugd of de moslims in zijn politieke hoogtijdagen. Dat zijn dochter en Republikeinse afgevaardigde Liz Cheney na de Capitoolbestorming van 6 januari 2021 als fel Trump-criticus uitgroeide tot verdediger van de democratie, toont vooral hoezeer die in de Trump-jaren nóg verder onder druk is komen te staan.

Tijdens een persconferntie kondigt president George Bush in maart 1989 aan dat hij Dick Cheney wil aanstellen als minister van Defensie. Foto Charles Tasnadi/AP

Als student moest Cheney de prestigieuze universiteit Yale verlaten omdat hij vooral tijd besteedde aan zijn „overtuiging dat bier een van de essentiële zaken van het leven was”, zoals hij het in zijn autobiografie In my time beschrijft. Ook zijn studie aan de universiteit van zijn thuisstaat Wyoming zou hij niet afmaken. Hij ging werken als technicus, klom in elektriciteitsmasten om kabels op te hangen. Daar leerde hij twee dingen van, schreef hij later: je vaardigheid perfectioneren en trots zijn op je werk.

Cheney schreef ook dat hij in die tijd twee keer werd aangehouden wegens rijden onder invloed en eindigde hij in de cel. In elke bijgeslepen biografie is dit het moment waarop de hoofdpersoon zich herpakt en het rechte pad kiest. Cheney en zijn vrouw Lynn kiezen het pad dat naar Washington en de politiek leidt. Hij volgt een oriëntatieprogramma voor politiek assistenten en raakt onder de indruk van een van de sprekers, Donald Rumsfeld, dan afgevaardigde uit Illinois. Als Cheney bij de negen jaar oudere volksvertegenwoordiger solliciteert, wijst die hem in eerste instantie af. Als Rumsfeld later een baan in het Witte Huis krijgt onder president Nixon, treedt Cheney alsnog in zijn dienst. Een noodlottige samenwerking is geboren.

De twee conservatieven blijven hun hele carrière als met een draad verbonden. Ook buiten het werk gaan de echtparen Dick en Lynn, en Don en Joyce met elkaar om. Ze maken samen tripjes, ze vissen samen – het lievelingstijdverdrijf van Cheney. Dankzij Rumsfeld wordt Cheney uiteindelijk stafchef van president Gerald Ford. Door Cheney wordt Rumsfeld minister van Defensie onder president George W. Bush. Samen zullen zij vorm geven aan de Amerikaanse reactie op de aanslagen van 11 september 2001.

De ‘War on Terror’ is hun oorlog, en die is voor de Verenigde Staten even traumatiserend als de Vietnamoorlog. De samenleving raakt erdoor verscheurd en vele presidenten daarna, tot aan Joe Biden in 2021, moeten zich verhouden tot de consequenties ervan.

Op de achterbank van een limousine zitten president George W. Bush en diens vicepresident Dick Cheney, lachend. Foto Smith Collection/Gado/Getty

Wettelijke belemmeringen

Als Bush jr. in verkiezingsjaar 2000 een kandidaat-vicepresident zoekt, komt de in politiek Washington onervaren kandidaat uit bij de ultieme insider Cheney. Na zijn werkzaamheden voor Nixon en Ford is Cheney dan elf jaar lid van het Huis van Afgevaardigden geweest, waarbij hij opklimt tot een van de leiders van de Republikeinse Partij. Onder Bush juniors vader is Cheney minister van Defensie en als zodanig nauw betrokken bij operatie Desert Storm in 1991. Terwijl de kleurrijke generaals Norman Schwarzkopf en Colin Powell met de publieke eer van de razendsnelle overwinning strijken, blijft Cheney op de achtergrond.

Cheney zegt aanvankelijk ‘nee’ tegen Bush jr., maar is wel bereid voor hem op zoek te gaan naar de juiste kandidaat. Drie maanden later heeft hij die gevonden: hijzelf. Dat hij een topbaan had bij oliemultinational Halliburton, dat hij „echt conservatief” was, zoals hijzelf zei, dat zijn geen belemmeringen voor Cheney’s kandidatuur. Hooguit het feit dat hij tegen die tijd al verschillende hartaanvallen heeft gehad en driemaal een bypass had gekregen – een bijzondere omstandigheid voor een vicepresident die immers spreekwoordelijk slechts één hartslag van het presidentschap is. In 2012 zou Cheney via een transplantatie een nieuw hart krijgen.

Cheney maakt Bush in 2000 duidelijk dat hij geen traditioneel vicepresidentschap wil. „Ik zal niet de man worden die naar de begrafenissen gaat. Ik wil een serieuze partner zijn bij beslissingen over binnenlandse en buitenlandse politiek”, zegt hij volgens de biografie The Angler. De samenwerking tussen Bush en Cheney wordt al snel gekwalificeerd als een co-presidency.

Erfenis

Hoe sterk de invloed van Cheney is, blijkt bij de Irak-oorlog. Terwijl de Amerikaanse inlichtingendiensten vaststellen dat Saddam Hussein geen massavernietigingswapens verborgen hield of banden had met Al Qaeda, blijft Cheney stug volhouden dat dit wel zo is. Het gevolg: op 5 februari 2003 spreekt Colin Powell, inmiddels minister van Buitenlandse Zaken, de Verenigde Naties toe met ‘bewijzen’ dat Irak massavernietigingswapens had. Het is een moment waar Cheney en Rumsfeld op hebben aangestuurd. Sommige bondgenoten laten zich hierdoor overhalen om de Amerikaanse invasie in Irak te steunen, waaronder Nederland onder leiding van premier Balkenende. Uiteindelijk kunnen de VS een zogenoemde coalition of the willing presenteren van 48 landen, inclusief Micronesië, Mongolië en Eritrea. Bondgenoten als Frankrijk en Canada weigeren de invasie te steunen.

Het echec van de invasie wordt al snel duidelijk: de Amerikaanse troepen vinden geen massavernietigingswapens en de inderhaast opgetuigde ‘democratie’ in Irak komt nooit echt tot leven. Het besluit om het Iraakse leger te ontbinden blijkt een vruchtbare voedingsbodem voor de stichting van het IS-kalifaat.

Hoewel de ultieme verantwoordelijkheid bij president Bush lag, was duidelijk dat zijn vicepresident de architect is geweest. Kort voor zijn afscheid zegt Cheney in 2008 dat de invasie „het juiste besluit” was geweest en dat de ondervragingsmethoden die Amerikanen hadden toegepast op terrorismeverdachten, zoals het beruchte waterboarding, geen vorm van marteling waren. Daarmee zette hij nog eens uit volle overtuiging zijn handtekening onder twee zaken die de Amerikaanse geloofwaardigheid in de wereld een diepe knauw hadden gegeven. Dat is de belangrijkste erfenis van de politieke speler Dick Cheney.

Lees het hele artikel