‘De spullen om ons heen vormen een snelgroeiende koolstof­tijdbom’

4 dagen geleden 1

„Neem nou dit vel papier”, zegt milieueconoom Kaan Hidiroglu (31) terwijl hij naar een bladzijde in zijn notitieboek wijst dat open voor hem op tafel ligt. „Dit papier bevat cellulose uit bomen. Maar wat nog meer?” Hij strijkt met zijn vingers over het zacht glanzende oppervlak en beantwoordt zijn eigen vraag: „Fossiele koolstof.”

Bij de productie van papier worden chemische stoffen gebruikt, zoals coatings en bleekmiddelen, die afkomstig zijn uit fossiele grondstoffen, vertelt Hidiroglu. Zo bevat het merendeel van wat we dagelijks gebruiken − van plastic flessen tot gebouwen, wegen en elektronica − fossiele koolstof in meer of mindere mate. „Deze plastic fles bijvoorbeeld”, zegt hij, nu wijzend op een waterfles naast het notitieboek. „Die bestaat voor zo’n 70 procent uit fossiele koolstof.”

Door zijn promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen kan Hidiroglu de chemische samenstelling voor een heleboel producten opnoemen. Achter zijn computerscherm bracht hij de afgelopen vier jaar in kaart hoeveel fossiele koolstof wereldwijd is opgeslagen in onze producten en infrastructuur. Tevens keek hij naar wat dit betekent voor het behalen van onze klimaatdoelen − want de koolstof in onze spullen komt vroeg of laat als schadelijke uitstoot weer vrij.

Fossiele koolstof is koolstof die miljoenen jaren geleden diep in de aarde werd opgeslagen − en die wij nu met boortorens en graafmachines weer naar boven halen. „Als we die koolstof verbranden om energie op te wekken, komt ze vrij als onder meer koolstofdioxide – een broeikasgas dat bijdraagt aan de opwarming van de aarde”, legt hij uit. Dat principe kennen we goed van de uitstoot die vrijkomt bij het rechtstreeks verbranden van kolen, olie of gas. Slaan we koolstof op in producten, dan stellen we die emissies simpelweg uit.

Haalbare klimaatdoelen

Zo vormen alledaagse objecten samen een „koolstoftijdbom” − een aspect dat volgens Hidiroglu vaak over het hoofd wordt gezien wanneer politici praten over klimaatdoelen zoals klimaatneutraliteit in 2050. Hidiroglu’s missie is beleidsmakers duidelijk te maken dat die tijdbom tikt, en manieren te vinden om de klok te vertragen zodat klimaatdoelen alsnog haalbaar blijven.

„De opdracht die ik aan het begin van mijn promotie kreeg, was om de omvang van de tijdbom te bepalen en via modellen te voorspellen wanneer ze zou kunnen afgaan”, vertelt hij. „Als we weten hoeveel fossiele koolstof er in producten is opgeslagen en hoelang ze in die producten blijft, weten we ook welke uitstoot ons in de toekomst te wachten staat.” Hidiroglu opent een afdruk van zijn proefschrift, die ook op tafel ligt. Terwijl hij bladert, komen talloze aantekeningen en markeringen tevoorschijn. Hij blijft bij een bladzijde hangen.

„Dit laat het levensverhaal van koolstof zien tussen 1995 en 2019”, zegt hij en presenteert een grafiek. „In die periode is wereldwijd 8,4 miljard ton fossiele koolstof ingebouwd in producten en infrastructuur.” Dat klinkt als een enorme hoeveelheid, maar vergeleken met de wereldwijde CO₂-uitstoot door verbranding van fossiele brandstoffen is het nog relatief weinig. Alleen al in 2019 verbrandden we bijna evenveel koolstof als we in 24 jaar in spullen hebben opgeslagen.

Werken met enorme datasets

Wel gebruiken we steeds meer fossiele grondstoffen in onze goederen. Tussen 1995 en 2019 is de hoeveelheid koolstof die in producten wordt opgeslagen bijna verdrievoudigd. Daarmee groeit de koolstoftijdbom elk jaar sneller.

Hidiroglu werkte met enorme datasets die laten zien hoe goederen wereldwijd van de ene sector naar de andere stromen, binnen en tussen landen. De milieueconoom heeft die productstromen omgerekend naar de hoeveelheid koolstof die ze bevatten.

Uit de analyse blijkt dat ongeveer de helft van de koolstof die tussen 1995 en 2019 in producten werd opgeslagen, nog steeds vastzit − omdat veel van die producten, zoals gebouwen en wegen, nog in gebruik zijn. Tot 2050 zal ongeveer 70 procent daarvan vrijkomen in het milieu, berekende Hidiroglu.

De andere helft van die producten is inmiddels afgedankt. Daarvan belandde ongeveer een derde op stortplaatsen, een derde werd gerecycled en de rest kwam in het milieu terecht. Met dat laatste bedoelt Hidiroglu dat mensen ze in natuurgebieden of oceanen dumpen, of simpelweg verbranden in verbrandingsinstallaties.

De klok vertragen

Volledig vermijden kunnen we die fossiele koolstof in producten niet en daarmee ook niet dat de koolstoftijdbom ooit afgaat. Maar er zijn manieren om de klok van de koolstoftijdbom te vertragen, zegt Hidiroglu. „Als je een product langer gebruikt, stel je de uitstoot uit. Gebruik je iets niet vijf maar tien jaar, dan komt de koolstof pas vijf jaar later in de afvalstroom terecht. En in die tijd heb je ook minder nieuwe materialen nodig.”

Recycling helpt een beetje, maar niet genoeg. „Bij recycling verlies je altijd kwaliteit, dus je hebt nog steeds nieuw plastic nodig”, legt Hidiroglu uit. „Stel dat je voor een product tien eenheden ruwe olie nodig hebt – dus tien eenheden koolstof die daarin zit. Als je twee eenheden weet te recyclen, heb je nog steeds acht nieuwe eenheden nodig om te kunnen produceren.” Volgens hem kun je recycling het best combineren met een langere levensduur.

Ook goed afvalbeheer kan tijd opleveren. „Als we afval zo kunnen opslaan dat het nauwelijks in contact komt met de omgeving − zodat er niets lekt of afbreekt − dan vertraag je het moment waarop die koolstof weer in de atmosfeer terechtkomt.”

Voor Hidiroglu persoonlijk betekende zijn promotie een perspectiefwisseling. „Het heeft voor mij veranderd hoe ik naar producten kijk: hoe ik ze gebruik, hoelang ik ze gebruik, en welke keuzes ik tijdens het kopen maak.” Hij wijst weer op zijn notitieboek. „Zelfs bij iets eenvoudigs als dit papier. Als je weet wat erin zit en hoeveel impact de inhoud op het milieu kan hebben, dan wordt zelfs het weggooien van papier een keuze waarover je nadenkt.”

wie is Kaan Hidiroglu?

Geboren in 1994 in Ankara, Turkije Woont in„In Maastricht. Ik werk dus vooral op afstand.” Wat doe je nu?„Ik heb een postdoc-positie hier in Groningen. We onderzoeken hoe deel- en reparatiediensten in Nederland worden toegepast en wat de gevolgen daarvan zijn − niet alleen voor ons tijdsgebruik en onze geldbesteding, maar ook voor energieverbruik en CO2-uitstoot.” Hoe kijk je naar je eigen invloed op de klimaatcrisis?„Voor mij is het belangrijk om zelf actief te zijn. Verandering begint bij jezelf en verspreidt zich vervolgens door de samenleving.”
Lees het hele artikel