Dinosaurusfossiel herschrijft het verhaal over hoe Sauropoda-dino’s lange nekken kregen

2 dagen geleden 3

Een 230 miljoen jaar oud fossiel uit Argentinië laat zien dat de evolutie van de lange nek van sauropoden eerder begon dan we dachten.

Een team van paleontologen heeft in het Andesgebergte een klein dinosaurusfossiel gevonden. Dit fossiel bevat de eerste aanwijzingen voor de lange nek die sauropoden zoals Diplodocus kenmerkt.

Planteneters met lange nekken

Het fossiel heeft de naam Huayracursor jaguensis gekregen en het bestaat uit een gedeeltelijk skelet van een dinosaurus die leefde in het trias tijdperk, zo’n 230 miljoen jaar geleden. Het dier was ongeveer 2 meter lang en woog rond de 18 kilo.

Tomatenplant legt een mijnenveld aan voor insecten

Planten hebben haartjes als verdediging tegen insecten. Jared Popowski onderzocht hoe blaasjes op de haartjes werken als mijnen.

Later zouden Sauropoda-dinosaurussen zoals Brontosaurus en Patagotitan uitgroeien tot enkele van de grootste dieren die ooit hebben geleefd en tot de dieren met de langste nekken. Ze bereikten lengtes van meer dan 35 meter en gewichten van meer dan 70 ton. Tot voor kort dachten onderzoekers dat de voorlopers van deze planteneters met lange nekken, de zogenoemde sauropodomorfen, klein waren, korte nekken hadden en mogelijk alleseters waren.

Andere sauropodomorfen die in dezelfde periode leefden als H. jaguensis waren veel kleiner. Ze waren ongeveer een meter lang, en vertoonden geen spoor van de langere nekwervels die bij de nieuw ontdekte soort wel te zien zijn. Pas miljoenen jaren later begonnen sauropodomorfen groter te worden en langere nekken te ontwikkelen. Tenminste, dat is wat paleontologen lange tijd dachten.

Evolutie van reuzen

Paleontoloog Martín Hechenleitner van het Argentijnse onderzoeksinstituut CONICET en zijn collega’s ontdekten H. jaguensis bij Santo Domingo Creek in het noordwesten van Argentinië. De vondst verandert het verhaal over hoe dinosaurussen hun lange nek ontwikkelden. ‘Huayracursor doorbreekt het idee van een geleidelijke overgang aangezien de soort op hetzelfde moment als hun kleinere verwanten met proportioneel kortere nekken leefde’, zegt Hechenleitner.

De dinosaurus had, vergeleken met zijn tijdgenoten, een kleine schedel, stevige achterpoten, slanke heupen en korte armen met stevige handen. ‘Dit toont aan dat een groter lichaam en een langere nek al vanaf het begin van de evolutie van deze groep zichtbaar waren’, zegt Hechenleitner.

‘Huayracursor verlegt de oorsprong van de lange nek en het grotere lichaamsformaat naar het allereerste begin van de dinosaurusevolutie’, voegt hij toe. ‘Het is fascinerend om te bedenken dat reuzen tot wel 40 meter lang en meer dan 30 ton zwaar, zoals Argentinosaurus en Patagotitan, afstammen van tweebenige dinosaurussen die al meer dan 100 miljoen jaar eerder rondliepen en slechts iets meer dan een meter lang waren, met een gewicht van amper 10 tot 15 kilo.’