Een ‘Big Mac’ om twee partijen dichter bij elkaar te brengen

1 dag geleden 1

Eten verbindt, zo luidt een aloud adagium. Zet twee gezworen vijanden samen aan tafel en ze zullen elkaar de tent uitvechten. Zet een paar schalen met geurige gerechten tussen hen in en de kans dat ze naar elkaar luisteren stijgt aanzienlijk. Ik wil daar dolgraag in blijven geloven hoor, in een goede maaltijd als toverlijm. Maar is eten in moderne tijden niet juist een splijtzwam geworden? De boeren versus de stadsbewoners, de vlees- versus de planteneters, de grote industrie versus de kleine ambachtelijke producenten, de supermarkten versus de buurtwinkels, enzovoort?

Woorden als vleeshufter, quinoakut en havermelkelite lijken pijnlijk duidelijk te maken hoe gepolariseerd ook het voedseldomein inmiddels is geworden. Vleeshufters spugen op vegaburgers. Quinoakutten griezelen van kippenpootjes. En als je behoort tot de havermelkelite, lach je mensen die nog koemelk drinken uit. Toch? Of wordt de verdeeldheidssoep in de praktijk toch wat minder heet gegeten dan hij wordt opgediend?

De mens is wat hij eet, schreef de Duitse filosoof Ludwig Feuerbach in de negentiende eeuw. Dat mag zo zijn, maar de mens is ook een tamelijk inconsequent wezen. Als ik mezelf even als voorbeeld mag nemen: ik eet vlees, ergo ben een vleeshufter. Maar ik heb twee kinderen die vegetariër zijn en dus eet ik ook minimaal vier dagen in de week vegetarisch. Ik ben gek op quinoa én op kippenpootjes. Ik drink cashewmelk – lekkerder dan havermelk – in mijn koffie, maar ik eet wel koemelkse boter en yoghurt. Ik doe mijn boodschappen afwisselend bij een grote supermarkt, een ekosuper, een Turkse groenteboer en het winkeltje met streekproducten om de hoek.

En als u het mij vraagt is dat oké. Politici, en ook veel media trouwens, vinden het heerlijk om de wereld op te delen in zwart en wit. Of in rood en blauw. Goed en fout. Wij en zij. Dat is lekker overzichtelijk, je hoeft slechts uit twee kampen te kiezen. Maar, en vergeef me dat ik nu even klink als de marketingafdeling van NRC, de échte wereld telt veel meer nuances. In de echte wereld kun je prima doordeweeks plantaardig eten om in het weekeinde een côte de boeuf op je Big Green Egg te gooien. Je kunt keurig je afval scheiden én twee keer per week oud brood weggooien. Je kunt je neus ophalen voor fastfood en toch een zwak hebben voor de frietjes van McDonald’s.

Terug naar die tafel en de toverlijm. In het kader van het thema van dit weekendkatern stelde ik me voor dat we een jonge Republikein en een jonge Democraat aan een tafel zouden zetten. Wat zouden we ze in vredesnaam kunnen voorzetten om een fatsoenlijke dialoog op gang te krijgen? Wie twee opponenten dichter bij elkaar wil brengen, kan het beste op zoek gaan naar iets gemeenschappelijks, zo bedacht ik. En ineens wist ik het: een Big Veg. Hoe verschillend hun standpunten ook, het zijn allebei Amerikanen hè.

Wacht even, maar Republikeinen zijn vleeshufters en zouden toch nooit hun tanden zetten in een vegaburger? Nee, maar dat gaan we ze dus ook niet vertellen, haha. Voor hen noemen we het gewoon een Big Mac. Een beetje creativiteit rondom de feiten, dat zijn ze wel gewend.

Lees het hele artikel