Hoeveel mensen zijn nieuwsgierig? De oprichter van het Discovery-kanaal vertelde me eens dat dit ongeveer de helft van de bevolking is. Omdat iedereen nieuwsgierig wordt geboren, raken we dus ergens de helft kwijt. Hoe zorgen we dat mensen van de uitknop afblijven?
Iemand bij wie de knop een leven lang aan stond is mevrouw Suus Versteeg. We leerden elkaar kennen door de geweldige serie portretten van honderdjarigen in de Volkskrant opgetekend door Marjon Bolwijn. Mevrouw Versteeg – tante Suze voor intimi – werd geboren in 1923 en wist als meisje op de lagere school al dat ze wiskunde wilde gaan studeren. Ingewikkelde puzzels en sommen kon ze moeiteloos oplossen. Helaas zorgde de oorlog ervoor dat zij haar universitaire studie moest afbreken. Maar de fascinatie voor getallen en figuren bleef.
In de krant liet ze trots haar collectie handgemaakte platonische veelvlakken zien – vijf regelmatige wiskundige figuren die de mensheid al vele millennia fascineren en zelfs in Babylonische kleitabletten zijn terug te vinden.
In het interview vertelde ze dat ze een foto van mij had gezien met mijn eigen beschilderde veelvlakken en zo begon onze correspondentie. Haar brieven stonden vol inzichten, vragen en momenten van verwondering. Allemaal zaken die ze had „bedacht en overdacht”. Had het feit dat er maar vijf symmetrische veelvlakken bestaan iets te maken met ons tientallig stelsel of het gegeven dat we tien vingers hebben? Hoe zouden we trouwens over getallen denken als we duizendpoten zouden zijn? Of planten? Een lang exposé over meetkundige figuren eindigde ze met de prachtige regel „Hè, ik ben blij dat ik dit kwijt ben en u blij dat deze eindeloze zin voorbij is!” Ze besloot met „de groetjes van mijn vijf veelvlakjes aan die van u”.
De wiskundige nalatenschap
Deze twee collecties veelvlakjes staan nu tezamen op mijn bureau. Ik mag me namelijk de trotse hoeder noemen van de wiskundige nalatenschap van mevrouw Versteeg. Want ons contact nam dit jaar een andere wending. Haar gezondheid was aan het teruglopen en ze was op zoek naar een goed tehuis voor haar meetkundig „geknutsel”. Enkele maanden later was ik bedroefd te horen dat zij haar eindpunt had gekozen.
Ons laatste telefoongesprek zal me altijd bijblijven. Het was een lange uitwisseling over de wiskunde. We waren het er snel over eens dat het twaalfvlak ons beider favoriet was. Immers, hoe wonderlijk toch dat je twaalf vijfhoekjes aan elkaar kunt lijmen tot een perfect symmetrische voetbal. Wist zij trouwens dat dit veelvlak ook de favoriet van Plato was? Hij dacht dat al het bovenmaanse uit dit vijfde element (de ether of kwintessens) was gemaakt. Hoe zat het eigenlijk met veelvlakken in andere dimensies? Ik kon haar vertellen dat in vier dimensies er nóg veel meer mogelijk is dan in drie. Dat je zelfs uit 120 twaalfvlakken één vierdimensionale voetbal kunt maken. Zo vlak voor het einde van haar leven was Suus Versteeg even nieuwsgierig als dat meisje op de lagere school.
Nieuwsgierigheid wordt wel gedefinieerd als het vermogen om nieuwe, onzekere en complexe gebeurtenissen te kunnen herkennen en te willen verkennen. Veel onderzoek laat zien dat deze gave typisch vermindert met de jaren. Nieuwsgierigheid verdampt niet, maar wordt steeds verder ingedeukt in de vele botsingen met de werkelijkheid. De druk van onderwijs, werk en sociale processen zorgt ervoor dat we meer en meer gaan vertrouwen op wat we al weten en ons afkeren van het onbekende. Kinderen stellen minder vragen in het klaslokaal dan aan de keukentafel. Niemand wil op het werk voor gek staan door een ‘domme vraag’ te stellen. De zucht naar efficiëntie beloont de bekende weg in plaats van het kronkelpad.
Kritisch denken beschermt tegen nepnieuws en manipulatie
Zo ontstaat met de jaren het gevoel dat we het allemaal wel weten. Nieuwsgierigheid wordt ingeruild door ‘gewoon gezond verstand’ waarvan iedereen denkt precies genoeg te hebben. De wens om te ontdekken is geen mentale spierkracht die door biologische processen verzwakt, maar een talent dat we steeds minder belangrijk gaan vinden. Zoals iemand ooit opmerkte, toen ik vertelde dat ik zoveel tijd kwijt was met dingen opzoeken op het internet: „Weet je dan zoveel niet?”
Veelal wordt de afname van nieuwsgierigheid op latere leeftijd toegeschreven aan een verkort toekomstperspectief. Waarom zou je je nog druk maken over het onbekende als je weinig tijd meer rest dat te verkennen? Hier leert mevrouw Versteeg ons een belangrijke les. Nieuwsgierigheid is het intrinsieke plezier om vragen te stellen. Niet omdat het tot nuttige of belangrijke antwoorden leidt, maar uit pure verwondering over de wereld en de rijkdom van het onbekende. Het is een diep menselijke eigenschap die een leven lang kan meegaan. Sterker nog, nieuwsgierig blijven is een uitstekende manier om gezond oud te worden. Juist op latere leeftijd toont het zijn waarde. Nieuwsgierigheid leert je omgaan met onzekerheid en verandering. Interesse in de ander helpt je in het aangaan van nieuwe verbindingen.
Maar er is een nog fundamentelere reden waarom nieuwsgierigheid onmisbaar is. Kritisch denken is essentieel voor een goed functionerende samenleving en beschermt tegen nepnieuws en manipulatie. Wie nieuwsgierig is, stelt vragen bij autoriteit, zoekt naar bronnen van kennis en verdraagt de ongemakkelijke waarheid dat veel vragen geen simpel antwoord hebben. In een democratie is dat geen luxe, maar een bittere noodzaak.
Aan het einde van ons gesprek vroeg mevrouw Versteeg of ik wist dat ze er over een week niet meer zou zijn. Ja, dat wist ik en daar had ik alle respect voor. Haar laatste woorden?
„Tot ziens ergens in de zoveelste dimensie.”


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/06095547/061125VER_2022350912_Sheinbaum.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/06095738/061125CUL_2021731071_liggend.jpg)







English (US) ·