Een links blok aan partijen gaat waarschijnlijk een meerderheid behalen in de Noorse parlementsverkiezingen. Uit maandagavond gepubliceerde exitpolls blijkt dat de samenwerking, aangevoerd door de Arbeiderspartij (AP), op koers ligt om zo’n 87 zetels te behalen. Daarmee zou huidig premier Jonas Gahr Støre (AP) opnieuw een coalitie kunnen vormen, ditmaal zelfs met een meerderheid in het parlement.
Het linkse blok nam het op tegen een rechtse samenwerking van onder andere de de rechts-populistische Vooruitgangspartij (FrP) van Sylvi Listhaug en de Conservatieve Partij (Høyre) van oud-premier Erna Solberg. Volgens exitpolls komt FRP uit op zo’n 46 zetels (een stijging van 25 zetels) en Høyre op zo’n 25, een daling van 11 zetels. Hoewel de Arbeiderspartij met zo’n 50 zetels de grootste blijft, zijn het dus vooral de populisten die sterk groeien.
‘Stoltenberg-effect’
De Arbeiderspartij leek in de peilingen lang af te stevenen op groot verlies, maar kreeg in februari een flinke impuls. Volgens analisten was dat met name te danken aan de (onverwachte) terugkeer van de toenmalige secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg naar de nationale politiek. Nadat Mark Rutte het stokje van hem had overgenomen bij de NAVO werd hij op verzoek van premier Støre minister van Financiën.
De Noorse politicoloog Peter Egge Langsæther omschreef het ‘Stoltenberg’-effect tegenover The Guardian als volgt : “In het licht van de toenemende internationale onrust na de verkiezing van Donald Trump, de heffingen en diverse internationale conflicten werd de terugkeer van Stoltenberg door velen verwelkomd.”
Noorwegen, dat geen lid is van de Europese Unie, grenst aan Rusland. Veel kiezers maken zich zorgen over mogelijke agressie van dat land. Hoewel ook de FrP en de Conservatieve Partij zich kritisch uitlaten over Rusland lijken kiezers wat betreft de dreiging van Rusland vooral in de Arbeiderspartij een veilige keuze te zien.
Tegelijkertijd werd ook vooraf al een sterke groei van de rechts-populistische Vooruitgangspartij verwacht. Vooral (jonge) mannen lijken ontvankelijk voor het antimigratie- en antibelastingenstandpunt van FRP.
Heftige campagne
De campagne was naar Noorse standaarden opvallend verhit en gepolariseerd. Partijleiders beschuldigden elkaar over en weer van het verspreiden van leugens en desinformatie. Met name over economische en geopolitieke thema’s werd fel gedebatteerd.
Dat was bijvoorbeeld terug te zien in de discussie over de Noorse vermogensbelasting voor rijken. Terwijl de regering deze in 2022 juist aanscherpte, willen de Vooruitgangspartij en de Conservatieve Partij hier juist vanaf, omdat het rijke Noren zou wegjagen naar andere landen. Om dit punt te maken, schoven partijleiders onder andere aan bij YouTube-kanalen zoals het op jonge mannen gerichte Gutta.
Coalitie
Ook het Noorse Internationaal Pensioenfonds, beter bekend als het Oliefonds, was een heikel punt tijdens de campagne. Dit fonds, onder gezag van de Noorse Centrale Bank, heeft na groeiende kritiek op Israël een groot deel van zijn belangen in Israëlische bedrijven verkocht vanwege risico’s op medeplichtigheid aan mensenrechtenschendingen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Rechtse partijen willen de handel met Israël juist opvoeren.
Partijen links van de Arbeiderspartij willen – in het licht van Israëls genocidale geweld – dat nog meer belangen worden afgestoten. Mocht er inderdaad een linkse coalitie komen, dan zal dit gelijk een kwetsbaar punt zijn voor de stabiliteit van het landsbestuur.