Een jongeman steekt vuurwerk af. Hij kijkt in de lucht, maar er is niets te zien. Daarna grijpt hij schreeuwend naar de schouder van zijn vriend. „Zijn hand is er vanaf gevlogen”, zegt een man (28). Hij is een fantiek verspreider van morbide video’s op internet. Hij grinnikt en denkt hardop na. „Maar als ik bloed zie, vind ik het niet meer mooi.”
Het vuurwerkincident is te zien in een filmpje dat de man van het internet heeft geplukt en op zijn Instagram-account heeft gezet. Op zijn pagina plaatst hij filmpjes van (bijna) dodelijke ongelukken. Deze deelt hij ook op Facebook, X en Telegram. Op al die platformen heeft hij in totaal ruim 25.000 volgers.
Dit soort extreem geweld is in opmars op sociale media. De laatste tijd verschijnen er veel accounts die gruweljke beelden delen. Sinds het moderatiebeleid van X en Meta (het moederbedrijf van Instagram, Facebook en WhatsApp) is afgeschaald, is er een minder sterk filter voor dit soort beelden. Zonder waarschuwing krijgen mensen filmpjes van platgewalste mensen, gedrogeerde sekswerkers, schietpartijen of bloederige gevechten te zien. In livestreams, video’s die gebruikers live opnemen, kunnen mensen zelfs zelfmoord plegen. Het duurt meestal enige tijd voordat het platform de verspreiding van de beelden stopt.
De mensen achter dit soort accounts, en hun volgers, hebben een morbide nieuwsgierigheid voor beelden die lichamelijk letsel of de dood tonen. Het kan ook simpelweg een verdienmodel zijn. Zo lijkt het de 28-jarige man, die werkloos is, leuk om geld te verdienen met zijn content. Maar vooralsnog is dat nog niet het geval. Veel morbide accounts hebben op zijn minst tienduizenden volgers. Kijkers worden ongevraagd met gruwelijke beelden geconfronteerd, en sommigen kicken er juist op. Zo’n persoon is de man die het vuurwerkongeluk postte.
Hobby
Sinds een paar maanden deelt de man dagelijks filmpjes van verkeersongelukken. Om te voorkomen dat zijn accounts worden verwijderd wil hij zijn naam en de namen van de accounts niet genoemd hebben. Die zijn wel bij NRC bekend. Zijn fascinatie begon bij het kijken van filmpjes waar mensen uitglijden. „De manier waarop het ongeluk tot stand komt vind ik interessant”, legt hij uit. Inmiddels heeft hij duizenden filmpjes gedeeld die zonder waarschuwing bekeken kunnen worden.
Door het stoppen met factchecken en het verminderen van content moderatie willen techbedrijven zoals Meta en X naar eigen zeggen „censuur verminderen” en „vrije meningsuiting bevorderen” op hun platformen. Maar ze verdienen er ook gewoon geld mee. Zo bleek uit The Facebook Papers, gebaseerd op gelekte bedrijfsdocumenten, dat Meta zich bewust is van het feit dat schokkende content meer engagement en meer winst oplevert.
De 28-jarige man staat achter het besluit van de techbedrijven om content moderatie te verminderen. In de filmpjes die hij deelt, lijden mensen pijn. In de meeste gevallen worden deze beelden zonder toestemming van de gefilmde mensen of hun familieleden verspreidt. De filmpjes komt hij tegen op sociale media en vervolgens repost hij die. „Het is gewoon mijn hobby.”
De man beweert dat het lijden van mensen hem geen fijn gevoel geeft. Toch heeft hij er niet over nagedacht dat hij de nabestaanden mogelijk kwetst door de filmpjes te delen. Soms weet het internet eerder over de dood van een persoon dan de nabestaanden. „Ik ga er gewoon vanuit dat de filmpjes niet recent zijn en dat de nabestaanden oké zijn.”
Slachtoffers
Het maken en verspreiden van beelden van slachtoffers van een ongeluk of een vechtpartij moet verboden worden, vindt Fonds Slachtofferhulp. Ook GroenLinks-PvdA en CDA willen dat er een eind aan komt. In maart hebben de twee partijen een wetsvoorstel ingediend om het strafbaar te stellen.
De recent verschenen serie Like voor een Lijk van journalist Gwen van der Zwan is een „pleidooi” om deze wet aan te nemen. In de serie onderzoekt ze waarom extreem geweld voortdurend viraal gaat. „Waarom mogen we geen kinderporno doorsturen, maar een onthoofding van een kind wel?”, zegt ze.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131249442-fb9600.jpg|https://images.nrc.nl/EXQn-Itt8a5z1XxJg5yiETE5-lQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131249442-fb9600.jpg|https://images.nrc.nl/0KqY7HwWIhDLNVI_BX6_2S-1ow0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131249442-fb9600.jpg)
Illustratie: Gijs Kast
Van der Zwan sprak onder meer met liefhebbers van extreem gruwelijke beelden, ook zij kwamen onherkenbaar aan het woord. En ze sprak met nabestaanden van slachtoffers. In 2019 werd in Nederland een jongeman gefilmd terwijl hij werd doodgestoken. „Mensen duwden het ambulancepersoneel aan de kant om te filmen.” Daarna kregen zijn ouders en zus het filmpje doorgestuurd. „Hierdoor is die familie volledig gebroken.”
Het filmen van ongelukken is voor ons normaal geworden, zegt Marieke Pijnenborg, hoogleraar klinische- en ontwikkelingsneuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Pijnenborg: „Op scholen filmen kinderen elkaar voortdurend, ook om te pesten. De ethische reflectie over wat wel en niet online te delen is erg op de achtergrond geraakt.”
Trauma
Morbide nieuwsgierigheid bestaat al sinds mensenheugenis. In de Romeinse tijd keken toeschouwers hoe gladiatoren en dieren elkaar te lijf gingen. Maar het moet niet genormaliseerd worden dat mensen dagelijks toegang hebben tot dit soort beelden, vindt Pijnenborg. Volgens haar kunnen mensen onder meer een secundaire trauma oplopen. Het is een trauma dat ontstaat door het zien van heftige beelden of het horen van traumatische verhalen van anderen, terwijl je het zelf niet hebt meegemaakt. Vooral kinderen zijn gevoelig voor herhaaldelijke blootstelling aan dit soort geweld. „Het kan leiden tot slapeloosheid, depressies, angsten, eenzaamheid en lagere concentratie”, zegt Van der Zwan.
Op de accounts van de man staat in zijn biografie „educational”. Hij beweert de filmpjes te delen om meer bewustwording te creëren voor ongelukken en te voorkomen dat mensen in dit soort situaties terechtkomen. „Maar het geeft me ook een kick als ik meer volgers krijg.” Binnen een dag had hij 180.000 views op een compilatievideo van ongelukken die hij zelf had bewerkt. „Ik zoek nu continu naar de meest populaire filmpjes en herplaats ze.”
Doordat morbide nieuwsgierigheid een plek heeft gevonden op sociale media kan het makkelijker uitgroeien tot een obsessie. Pijnenborg: „Online vinden mensen gelijkgestemden en dat kan het delen van die gruwelijke beelden bekrachtigen.”
„Ik kan niet eens tegen bloed”, zegt de 28-jarige man. Dit terwijl er in een van zijn recent gedeelde filmpjes twee mannen door een vrachtwagen worden doodgedrukt. Alleen de benen van de mannen zijn nog te zien. Ze hangen vastgeplakt aan hun bloed aan de achterkant van de vrachtwagen. Volgens de man is het filmpje „medium sensitive”. Hoe vaker hij dit soort filmpjes kijkt, hoe meer immuun hij wordt, zegt hij.
Verantwoordelijkheid
Laatst werd de man geshadowbanned op Instagram. Dat is een restrictie en betekent dat zijn posts niet meer nieuwe mensen bereiken. „Ik dacht dat ik een filmpje had gedeeld van iemand die van een brug valt.” Maar de man weet ook dat hij soms geen onderscheid kan maken in filmpjes waar mensen zichzelf beschadigen of verongelukken. De shadowbanning omzeilt hij simpelweg door nieuwe accounts te maken en dezelfde filmpjes te uploaden.
De man voelt zich niet verantwoordelijk voor om welke reden mensen zijn filmpjes kijken. Dit terwijl er mensen tussen zitten die kicken op verkrachtingen en het neersteken van baby’s. En hier zit het probleem, vinden Van der Zwan en Pijnenborg. „Wat betreft het tonen en bekijken van dergelijke content via social media wijst iedereen naar elkaar en pakt niemand echt de verantwoordelijkheid”, zegt Pijnenborg.
Om te zorgen dat dit soort filmpjes minder vaak in je tijdlijn terechtkomen, moet je er zo min mogelijk op klikken, zeggen beiden. Pijnenborg: „Ook moeten we onszelf kritische vragen blijven stellen nadat we zoiets hebben gezien. Dat soort ethische reflectie is nodig om onszelf bewust te maken dat wat we zien niet oké is.”