Bij sprinter Thomas Krol begon het al weken van te voren, met slecht slapen. Naarmate het dichterbij kwam, werden de zenuwen erger. En op de dag van de race zelf, meteen bij het opstaan: pijn in zijn buik, verhoogde hartslag, beetje zweterig. De oud-schaatser raakte in een soort trance, vertelt hij, „waarin je niet meer merkt wat er om je heen gebeurt”.
Natuurlijk, spanning hoort bij topsport. Geen zenuwen, geen prestaties. Maar de stress die Nederlandse langebaanschaatsers ervaren bij het vierjaarlijkse olympisch kwalificatietoernooi (OKT), zo vertellen ze, is heftiger dan alles wat ze in hun carrière hebben meegemaakt – inclusief de Olympische Spelen zelf. Dat maakt het OKT, op Tweede Kerstdag gaat de editie voor de Spelen in Milaan van start, tot verreweg het minst geliefde toernooi onder schaatsers. „Het is”, zegt voormalig olympisch kampioen Carlijn Achtereekte, „de enige wedstrijd die ik niet snel zal missen.”
Het OKT werd geboren uit een luxeprobleem: als ’s werelds schaatsnatie nummer één heeft Nederland al decennia lang meer kanshebbers op medailles dan startplekken op de Spelen. Sinds 2002 moeten alle rijders, ook de topfavorieten voor goud, het daarom tegen elkaar opnemen in Thialf. Tussen Kerst en Oud en Nieuw, anderhalve maand voor de Spelen. Eén rit, één kans. Het klassement is onverbiddelijk: gaat het mis, dan kunnen de olympische ambities voor vier jaar in de ijskast. Op het OKT, zo luidt een bekend gezegde in de schaatswereld, valt niets te winnen en alles te verliezen.
Mislukkingen, successen, extra stress
Veel schaatsers sjouwen tijdens die vijf dagen in december ook de last van eerdere OKT’s en Olympische Spelen met zich mee. Mislukkingen, successen: beide zorgen, op hun eigen manier, voor extra stress. Carlijn Achtereekte ging op het vorige OKT van start als regerend olympisch kampioen op de 3.000 meter. Dat gaf al extra druk, zegt ze, het voelde als „een verplichting aan mezelf” om goed te rijden. Ze was ook nog eens niet in goeden doen. „In het voorseizoen had ik covid gekregen, waardoor ik eigenlijk mijn oude vorm niet meer terugkreeg.”
Voor sprinter Thomas Krol was de situatie precies omgekeerd. Zijn eerste twee OKT’s waren geëindigd in een deceptie: in 2014 liep hij de 1.000 meter – zíjn afstand – mis op 0,06 seconde, vier jaar later kwalificeerde hij zich wel maar werd zijn plek naderhand vergeven aan een andere sprinter, Kai Verbij, die door schaatsbond KNSB kansrijker werd geacht voor een medaille. Het OKT van december 2021 voelde voor Krol als een laatste kans. Hij citeert zijn favoriete rapper Eminem: you only get one shot, do not miss your chance to blow.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/19172917/241225SPO_2027722741_1.jpg)
Thomas Krol feliciteert Hein Otterspeer na de 1000 meter tijdens de vierde dag van het olympisch kwalificatietoernooi langebaanschaatsen in Thialf in 2021.
Foto Koen van Weel/ANPVoor Hein Otterspeer, een collega-sprinter van Krol, lagen de zaken op dat OKT wéér anders. Vier jaar eerder was hij op twee afstanden als vierde geëindigd, nét buiten de olympische selectie. Nu verkeerde hij in topvorm, al het hele voorseizoen. Alleen: bij een eerdere rit, op de 500 meter, liep hij een scheur in zijn lies op. „Ik wilde hoe dan ook starten op de 1.000 meter”, zegt Otterspeer. „Ik voelde me sterk, was dit aan mezelf verschuldigd. Ik had er alles voor over om me te kwalificeren voor de Spelen, zelfs als ik er een levenslange blessure aan zou overhouden.”
‘Hou het klein’
Hoe ga je om met zoveel druk? Met één rit waarin een paar honderdste seconden bepalend kunnen zijn voor de komende vier jaar van je schaatsloopbaan – misschien wel voor je héle carrière? Veel schaatsers werken tegenwoordig met een mental coach of een psycholoog. Zo ook Krol, Achtereekte en Otterspeer in de aanloop naar hun OKT van 2021. Ze kregen alle drie min of meer hetzelfde advies: ‘hou het het klein’. Denk niet te veel aan de consequenties, richt je zo veel mogelijk op wat je moet doen op het ijs. Laat je niet afleiden, probeer de resultaten van de concurrentie te negeren. Taakgericht denken, zo heet dat in de sportpsychologie. En het hielp, zeggen de schaatsers.
Desondanks liep de spanning flink op. In de weken voor het OKT, vertelt Achtereekte, werd ze extreem prikkelbaar en zag ze overal dingen die niet goed gingen – terwijl dat helemaal niet zo was. „Mijn timing in de bocht bijvoorbeeld, die vond ik niet goed. Ik wilde dat alles perfect voelde. Mijn coach Jac Orie zat me daarmee te plagen.”
Op de dag van de rit, zegt Achtereekte, kreeg ze bij het ontbijt geen hap door haar keel. „Dus koos ik maar voor iets dat ik lekker vond, een boterham met hagelslag. Minder gezond dan een afgewogen bord havermout, maar ik kreeg het in elk geval naar binnen.” En manmanman, wat moesten de schaatsers veel tijd stukslaan tot aan de rit, die op z’n vroegst aan het einde van de middag verreden werd. Van alles deden ze die dag ter afleiding van de spanning. Ze sliepen wat langer uit, keken een filmpje, deden een bordspelletje, scrolden op hun telefoon. „Maar ja”, zegt Achtereekte, „nog steeds duurden die uren heel lang.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/19172936/241225SPO_2027722741_3.jpg)
Thomas Krol na zijn 1000 meter tijdens bij het OKT in een leeg Thialf in 2021. „Een kille, gure sfeer”.
VINCENT JANNINK/ANPToen volgde, eindelijk, de rit. In december 2021 werd die verreden in een leeg Thialf, vanwege de derde (en laatste) coronalockdown. Dat zorgde, zegt Thomas Krol, voor een „kille, gure sfeer”. Geen gejuich, geen muziek, alleen het gekras van schaatsen op het ijs en het geschreeuw van coaches naar hun rijders. „We zaten als schaatsers op een rijtje voor de start, alsof we wachtten op een executie.”
Op de 3.000 meter reed Carlijn Achtereekte, ondanks haar gebrek aan vorm, een van de snelste tijden tot dan toe in Heerenveen. „Ik weet niet waar ik het vandaan haalde”. Ze werd derde, op één honderdste seconde van nummer vier Merel Conijn. Daarmee plaatste Achtereekte zich voor de Spelen in Bejing. „Na afloop zat ik gewoon te huilen op het middenterrein. Er kwam zóveel los.”
Hein Otterspeer reed de 1.000 meter met alles wat hij in zich had, ondanks zijn gescheurde lies. Hij werd derde, genoeg om zich deze keer wél te plaatsen voor de Spelen. „Na afloop van de rit bleek de scheur groter te zijn geworden”, zegt hij. „Er zat een jaap van 4 centimeter in mijn lies. Maar ja, ik had het wel gered.”
Thomas Krol was „stront- en strontverkouden” op de dag van de 1.000 meter. „Bij een normaal toernooi had ik me allang afgemeld”, zegt hij. Maar natúúrlijk reed hij. Na zijn rit stond er op het uitslagenbord van Thialf een persoonlijk record – en de snelste tijd van deelnemers. Anderhalve maand later werd Krol op de Spelen in Beijing olympisch kampioen op de 1.000 meter.
Groot voordeel
Tussen Kerst en Oud en Nieuw zijn de drie rijders opnieuw aanwezig bij het OKT. Niet als deelnemer, welteverstaan: ze zijn alle drie met schaatspensioen. Krol vliegt sinds anderhalf jaar de wereld over, als piloot in opleiding bij de KLM. Achtereekte stapte na de Olympische Spelen van 2022 (waar ze zevende werd op de 3.000 meter) over naar het wielrennen. En Hein Otterspeer (elfde op de 1.000 meter in Beijing) begon dit jaar als schaatscoach, met een ploeg genaamd Team Staan.
Terugkijkend zien de schaatsers, ondanks alle stress, ook een groot voordeel aan het OKT, een voordeel dat de buitenlandse concurrentie ontbeert. Als je het eenmaal gered hebt, zeggen ze, valt er een heleboel spanning van je af. Zelfs op de Spelen zelf ben je nooit meer zo zenuwachtig als op het OKT, want je bent al getraind in pieken onder extreme druk. „Mijn ervaring op het OKT”, zegt Carlijn Achtereekte, „heeft zeker bijgedragen aan mijn gouden medaille in 2018.”
Toch is er één gedachte die hen de komende dagen in Thialf regelmatig zal overvallen – Otterspeer als coach op het ijs, de andere twee als toeschouwer op de tribune. Krol: „Wat ben ík blij dat ik daar niet aan de start hoef te staan.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/19172918/241225SPO_2027722741_2.jpg)
Hein Otterspeer tijdens het OKT vier jaar geleden in Heerenveen. „Ik had er alles voor over om me te kwalificeren.”
VINCENT JANNINK/ ANP

/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/17145417/241225WET_2019379511_NJN6.jpg)
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/taxonomy/31c3a62-DijkgraafRobbert1280.png)
/https://content.production.cdn.art19.com/images/07/d4/34/68/07d43468-8b48-4130-b809-fb75ef8b6ab6/5e18ab12d98ae7c2c58d68e7ae81cb151838534cb67121a718ab909d6856e42b09f7fdbba91732110ab564525de0941b02b8667823ed57831a6be87d903d1b8b.jpeg)

English (US) ·