De PVV, de partij die het hoogst in de peilingen staat in de aanloop naar van 29 oktober, heeft de term ‘sociale media’ niet in het verkiezingsprogramma staan. Wel doet de partij daarin één voorstel met mogelijk verstrekkende gevolgen voor het leven online: een „digitale schandpaal” voor daders van gewelds- en zedenmisdrijven.
Hoe zo’n digitale schandpaal er precies uit zou moeten zien, wordt niet duidelijk uit het PVV-verkiezingsprogramma. Misschien een speciale website, een nieuwe sociale media app, of gewoon een online forum? De partij gaat niet in op het feit dat sociale media soms al dienen als digitale schandpaal en daardoor onveilig kunnen zijn voor gebruikers.
Dat de online veiligheid, zeker van vrouwen en kinderen, een thema is, daar zijn de vijf grootste partijen in de peilingen het wel over eens. Zo wordt in het verkiezingsprogramma van het CDA, GroenLinks-PvdA, D66 en VVD wel de term ‘sociale media’ genoemd. Behalve de PVV willen alle partijen ongeveer hetzelfde: de online wereld veiliger maken.
De manier waarop sociale media nu werken, speelt de PVV in de kaart, zegt Marleen Stikker, directeur bij Waag FutureLab, een organisatie die zich richt op het snijvlak tussen publieke waarden en technologie. Stikker: „Sociale media platforms verspreiden desinformatie en dat leidt tot angst, argwaan, en politieke polarisatie – grondstof voor de PVV.”
Stikker houdt de digitale plannen in de verkiezingsprogramma’s van de partijen in de gaten. Het valt haar op dat geen enkele partij een kandidaat met verstand van digitalisering hoog op de kieslijst heeft gezet. „Ze vinden het digitale domein cruciaal voor de rechtsstaat, maar bieden geen concrete oplossingen of budgetten voor de investeringen die nodig zijn om de zorgen rond sociale media te verhelpen.”
Een andere, opvallende gezamenlijke zorg van de vier partijen die de peilingen aanvoeren, is de online veiligheid van vrouwen (op sociale media). Zo willen ze onder meer vrouwenhaat, digitale stalking en bedreigingen tegen vrouwelijke politici tegengaan. Maar hoe denken ze over andere vraagstukken rond sociale media in Nederland?
1
Alle vier partijen steunen de invoering van een leeftijdsgrens voor sociale media. De VVD geeft verder geen details. Volgens D66 moeten jongeren minimaal 15 jaar oud zijn om „verslavende apps die zorgen dat je maar blijft scrollen” te gebruiken; zolang grote techbedrijven zijn wil D66 de leeftijdsgrens behouden.
GroenLinks-PvdA heeft het ook over de „verslavende algoritmen” van sociale mediaplatformen. De partij stelt verschillende adviesleeftijden voor. Ook het CDA wil een verplichte check, maar noemt geen specifieke leeftijd. „We willen geen smartphones in de klas en op het schoolplein.”
Internetpionier Stikker vindt leeftijdschecks niet ver genoeg gaan. „Verbiedt de onderliggende verdienmodellen van de platforms, dan pak je het probleem bij de wortel aan. En laten we jongeren vooral betrekken bij het bouwen van een nieuw internet. Ze worden er slimmer van, ze leren er wat van, én ze kunnen helpen de toekomst vorm te geven.”
2 De Digital Services Act (DSA), een wet waarmee de EU burgers beter wil beschermen tegen online-dienstverleners, is vorig jaar in werking getreden. Wat vinden de partijen van deze wet?
De Europese Wet inzake digitale diensten (DSA), beschermt onder meer de grondrechten van sociale mediagebruikers en pakt online misleiding en illegale informatie aan. Zo biedt de wet minderjarigen bescherming tegen gepersonaliseerde advertenties. De ‘strengste’ regels gelden voor de grootste sociale platformen, zoals TikTok, Instagram en X.
zegt snel een vervolg te willen op de DSA met als doel om tevens online haat, nepnieuws en desinformatie te bestrijden. De overige partijen zeggen in hun programma niets over de wet. Dat vindt Stikker een „ongelofelijke vergissing” gezien het belang. „Het gaat erom of we in Nederland over onze eigen digitale waarden en rechtstaat gaan. Als je ziet hoe verkiezingen worden gemanipuleerd door propaganda, en de online drek die over politici wordt uitgestort, dan is dat essentieel.”
3 Foto’s en video’s die zijn gemaakt met AI komen steeds vaker terecht op sociale media. Wat zeggen de partijen daarover?
Sommige kwaadwillende landen misbruiken sociale media om mensen tegen elkaar op te hitsen of verkiezingen te beïnvloeden, zegt GroenLinks-PvdA in zijn verkiezingsprogramma. De partij noemt AI-afbeeldingen als voorbeeld. Op WhatsApp bijvoorbeeld wil GroenLinks-PvdA dat gebruikers zelf de keuze hebben om een AI-chatbot te gebruiken. Nu worden ze er ongevraagd mee geconfronteerd.
Alle vier partijen maken zich zorgen over deepfake beelden en nepporno. Dit soort content wordt gemaakt door AI-systemen die gebruik maken van realtime-gezichtsherkenning. In sommige gevallen worden deze beelden (ongevraagd) via sociale media verspreid. „Seksuele deepfakes worden altijd binnen een uur op verzoek van het slachtoffer offline gehaald”, schrijft de VVD in het partijprogramma. D66 zegt een tijdslimiet van 24 uur te geven.
Volgens Stikker zoeken de partijen onderwerpen waar het electoraat op aanslaat, maar de ingewikkelde vragen laten ze liggen. Zo is de aanpak van deepfakes in het voordeel van politici. „Het is gerelateerd aan de campagne, want politici kunnen zelf het slachtoffer worden van online manipulatie met behulp van deepfakes. ”
In de economische paragraaf van hun verkiezingsprogramma’s zeggen de vier grootste partijen te willen investeren in Nederlandse AI-bedrijven, maar ze willen ze geen regels opleggen omdat ze dan niet zouden kunnen concurreren met Amerika en China. „Ze verbinden die agenda’s niet met elkaar, omdat ze een integrale visie missen.”
4 Hoe kijken de partijen naar het verslavende aspect van sociale media?
GroenLinks-PvdA en VVD willen die zelfs verbieden. De VVD schrijft dat dit soort algoritmes dienen als „voedingsbodem” voor haat en extremisme. Ook zouden ze polariserende content bevoordelen, menen de VVD en het CDA.
De Europese Commissie werkt aan een wet om algoritmes te reguleren, de zogeheten Decency Act. Politiek gezien valt er veel te winnen met regulering, denkt Stikker, aangezien veel burgers zich zorgen maken over het verslavende gehalte van sociale media. „Maar de partijen moeten ook gaan investeren in sociale media zonder de verslavende en manipulerende algoritmes en ondermijnende verdienmodellen.”
D66 heeft als enige grote partij een wetsvoorstel over digitale burgerrechten: ‘het Baas-over-eigenbitsprincipe’. Met dit wetsvoorstel wil de partij onder meer zorgen voor digitale onafhankelijkheid van apps en algoritmes.
GroenLinks-PvdA en CDA willen minder afhankelijk worden van grote techbedrijven uit China of Amerika, zeker nu die bedrijven zich steeds openlijker in dienst stellen van autoritaire regimes. Stikker: „Het is dus niet verstandig om de regie op digitalisering los te laten.”
Lees ook
ChatGPT komt met AI-porno


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/25124723/251025BUI_2020941811_1.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/24201937/251025CUL_2019714351_ADE01.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/25133642/251025VER_2020943692_.jpg)





English (US) ·