- Epe, dat heel gemiddeld stemt
- Leiden-Noord, waar PVV- en GroenLinks-stemmers buren zijn
- Amsterdam-Osdorp, waar meer mensen niet dan wel stemmen
- De Essen, Oldenzaal, de wijk die massaal NSC stemde
- Brediuskwartier, Bussum, waar progressieve partijen domineren
- Dalem Zuid, Tilburg, de wijk waar de PVV doorbrak
- Kazernelaan, Weert, de buurt met trouwe VVD’ers
Betty Louer, een zestiger met een bos grijze krullen, doet glimlachend de deur open. De blaffende hond laat ze achter de tussendeur. Het is een paar dagen na het RTL-debat met premierskandidaten en Louer is opgetogen. Ze volgt alle debatten, op radio en tv, en vond het debat „een verademing”. Ze werd „helemaal gek van die haat de afgelopen twee jaar. , dat zag ik zondag al een beetje gebeuren. Ga zitten en ga werken, zou ik zeggen.”
De vraag aan de Tilburgse was: hoe kan de politiek beter gaan werken? Twee jaar geleden stemde Louer, door kanker arbeidsongeschikt geraakt, nog op de PVV. En nog steeds is ze het met veel uit het PVV-programma eens, met name als het gaat over wonen en migratie. „Maar eigenlijk is het geen partij, het is gewoon Geert die alles bepaalt. Dat kan helemaal niet in een democratie.” Daarom gaat ze dit jaar waarschijnlijk voor het CDA. Henri Bontenbal, zegt ze, „deed het gewoon top, fatsoenlijk, rustig in het debat. Dat is wat we nu nodig hebben”.
Hoe ligt Nederland erbij, vlak voordat het voor de vierde keer in tien jaar naar de stembus gaat om een nieuwe volksvertegenwoordiging te kiezen? Welke onderwerpen houden kiezers bezig? En hoe zou, nu twee opeenvolgende kabinetten binnen amper een jaar klapten en nog maar vier procent van de kiezers vertrouwen zegt te hebben in de landelijke politiek, de politiek volgens hen beter kunnen gaan werken?
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/23154140/241025WEE_2018261352_Buurtonderzoek2.png)
Met die vragen trokken 21 verslaggevers van NRC het land in, voor de twintigste editie van het buurtonderzoek. Twee weken voor de verkiezingen bezochten zij zeven Nederlandse buurten en wijken, die samen een goed beeld geven van het gemoed in de samenleving.
Dat waren: een jarennegentigwijk waar de PVV in 2023 verdriedubbelde (Dalem Zuid, Tilburg), een wijk waar NSC in 2023 vanuit het niets ruim een derde van de kiezers trok (De Essen, Oldenzaal), een wijk waar GroenLinks-PvdA’ers en PVV’ers elkaars buren zijn (Leiden-Noord), een buurt progressieve partijen in 2023 het hoogste stemaandeel haalden (Brediuskwartier, Bussum), een wijk die lang loyaal was aan de VVD (Kazernelaan, Weert), een dorp dat heel gemiddeld stemde (Epe) en een buurt waar in 2023 meer mensen niet dan wel gingen stemmen (Amsterdam-Osdorp).
De verslaggevers spraken er, voor de supermarkt, bij de voordeur of aan de keukentafel, met ruim 170 . Wat zij aantroffen was een land dat zoekt naar richting, vraagt om stabiliteit en verlangt naar daadkracht.
„De wereld staat al in de hens”, zegt bijvoorbeeld Sam Hutten, een 32-jarige online marketeer uit Tilburg. „We moeten er als Nederland samen uitkomen en dat naar buiten uit kunnen dragen.” Guus Houtzager (50), ict’er in Oldenzaal: „Een stabiel kabinet vind ik nu belangrijker dan een kabinet waarin ik me politiek gezien volledig herken.” Lex Spobeck (35), aanbestedingsadviseur in Leiden: „Alles is heel erg gericht op dít moment. Maar wil je nou als land naartoe? We hebben het nu nog goed, hoe gaan we dat behouden met z’n allen?”
Onder liggen zorgen over met name migratie, huisvesting en de kosten van het leven – geregeld worden die drie in samenhang met elkaar genoemd. Respondenten vertellen over kinderen of kennissen die geen huis kunnen vinden. Omdat asielzoekers, zeggen ze, wél woningen toegewezen krijgen. Of omdat huizen simpelweg te duur zijn.
Zoals het hele leven duur is geworden. In Oldenzaal kijkt Rene Behrens naar zijn boodschappentas: „Ik heb net 18 euro afgerekend. Voor avondeten met z’n tweeën. Dat is duur!” Linda van Eck in Tilburg betaalde laatst bij de apotheek 22 euro voor zeven tabletten. „Wat wordt er nog wel vergoed?” Een buurtgenoot (29): „We sturen geld naar Oekraïne, maar hier in Tilburg gaan kinderen zonder ontbijt naar school.”
Twee jaar geleden gistte er nog verandering, hoewel mensen twijfelden of politici de problemen wel konden oplossen. In de wijken waar NRC-verslaggevers toen heen gingen begonnen mensen spontaan over de toeslagenaffaire en de afhandeling van de Groningse aardbevingen. Dáár had de overheid gefaald en veel partijen beloofden het anders te gaan doen. Kiezers waren enthousiast over Pieter Omtzigt als belichaming van die vernieuwing.
Maar na een rechts kabinet dat nog geen jaar zat resteert nu de kater, blijkt uit de gesprekken met kiezers. Overal is teleurstelling te horen. Van rechtse kiezers die op een succesvol kabinet hoopten, van PVV’ers die vinden dat hun partij is tegengewerkt, van VVD’ers die vinden dat hun partij de PVV „salonfähig” maakte, maar ook van linkse kiezers die vinden dat het kabinet-Schoof tegenstellingen vergrootte en van Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond die het gevoel hebben buitengesloten te worden.
De 39-jarige Brenda Hesselink uit Oldenzaal stemde twee jaar geleden nog op de BBB voor „reuring, een frisse blik”. Het heeft haar niet gebracht waar ze op hoopte: „Alles is geknakt.” De 72-jarige Doortje Schilders in Weert stemde PVV, maar weet nu vooral op welke partijen ze níét gaat stemmen en somt een hele rits op. „Misschien wordt het de ouderenpartij, zo klaar ben ik ermee.”
Weinigen beginnen nog over de toeslagenaffaire, Omtzigt lijkt vergeten en NSC al doodverklaard. In Oldenzaal, waar die partij van Omtzigt bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen een derde van de stemmen haalde, zegt een 49-jarige vrouw die in de revalidatiezorg werkt: „Dat heeft me niks gebracht, want ik wilde stabiliteit.” „Onze Pieter”, zegt de gepensioneerde Jan Visser, bleek geen leider, „met zijn perfectionisme”. Van de buren die ook NSC stemden, weet hij, gaat niemand dat meer doen. Ict’er Houtzager: „NSC bestaat niet meer.” In Tilburg noemt elektricien Bob Baggen het een „luchtbelpartij”.
En PVV’ers? Er zijn die zeggen: Wilders werd tegengewerkt, daarom stem ik weer op hem, zodat ze niet om hem heen kunnen. Bij hen heeft het falen van het eerste kabinet waarin de PVV meeregeerde zowel hun wantrouwen in de politiek versterkt als hun steun voor Wilders. Sommigen zeiden daarom: als Wilders de grootste wordt, móét hij alle macht krijgen, geen gezeik dit keer.
Maar we hoorden ook vaak een variant van wat een 59-jarige verpleegkundige zei: „Ik heb de vorige keer PVV gestemd, maar die houden zich ook niet aan hun beloftes.” Inge, een productiemedewerker in Tilburg: „Wilders kreeg niks gedaan. Eerdmans van JA21 kan dat wel, die schreeuwt niet en onderbouwt alles goed.”
Is die groeiende teleurstelling over de politiek nog te keren? Anders gezegd: wat is ervoor nodig om de politiek beter te laten werken? In de antwoorden van kiezers op die vraag vielen vier begrippen op die soms wel en soms niet direct zo door kiezers werden uitgesproken, maar in veel gesprekken terugkwamen: samenwerking, fatsoen, stabiliteit en daadkracht. Maar over wat dat betekent, lopen de opvattingen sterk uiteen.
Onder PVV’ers hoorden we vaak dat ‘Den Haag’ simpelweg meer naar ‘het volk’ moet luisteren, waarmee vooral de PVV-kiezer zélf bedoeld werd. Veel andere kiezers hekelden juist een politiek die te veel gericht zou zijn op het bedienen van de eigen achterban, het continu beconcurreren van elkaar en de overvloed aan „polarisatie” en het gebrek aan „fatsoen”. In Tilburg zegt een 18-jarige pabo-student: „Partijen hebben te veel focus op beeldvorming, hoe ze met een filmpje op sociale media kunnen komen. Ze zouden moeten leren hoe ze weer normaal met elkaar kunnen gaan praten, een beetje respectvol.”
Ook Ilse Bakx, een 47-jarige privacyspecialist uit Weert vindt het „ lastiger om gesprekken aan te gaan met buren of vrienden, omdat je soms gewoon merkt hoe hard mensen zijn”. Het heeft ook reële gevolgen in de levens van mensen, ziet de Amsterdamse slager Mohammed Ouled Ben Salah: „Marokkanen en andere etnische groepen die niet Nederlands zijn keren zich af van Nederland vanwege het harde klimaat richting hen. Ze leren bijvoorbeeld meer Arabisch en gaan vaker naar het land waar hun wortels liggen. Dat komt omdat ze zichzelf in talkshows niet gerepresenteerd zien en racisme openlijker is.”
De oplossing, volgens veel kiezers, ongeacht partijvoorkeur: meer samenwerking tussen partijen, debat met meer respect, meer „fatsoen”. Maar samenwerking alleen is niet genoeg; er moet ook iets gebeuren. Die roep om daadkracht kwam zelden voort uit een onderhuids verlangen naar autocratie, de conclusie die de Haagse denktank HCSC recent nog trok. Vaker bedoelden kiezers een politiek die erin slaagt waarin vorige kabinetten faalden en iets gedaan krijgt, die levert.
Sommige kiezers zien dat gebrek aan daadkracht voortkomen uit de veelheid aan partijen en pleiten voor een kiesdrempel of simpelweg twee grote blokken; links en rechts. Zo zegt Anne Marie Junger, hypotheekadviseur bij Triodos Bank (Bussum): „We moeten grote keuzes maken en dat lukt niet met zoveel partijen. Nederland is echt te verdeeld voor een poldermodel. Daarmee gaan we geen stappen maken. Alles wordt kapot geanalyseerd, en kapot gediscussieerd, in het huidige politieke klimaat.”
Vandaar: doorpakken. Hans (63, manager klantenservice, Tilburg): „Je kunt de uitdagingen die er zijn niet in vier jaar oplossen. Stikstof, huizen bouwen, de NAVO… dat duurt jaren. Maar er moet wel een pad gekozen worden waarvan je zegt: na vier jaar is toch wel zestig procent opgelost.”
Wat als dat onvoldoende oplevert? In Amsterdam-Osdorp zegt Calm Gomes (31), die de vorige keer op Volt stemde: „Als zo’n partij niks voor elkaar krijgt, zal ik daar de volgende keer niet nog eens op stemmen.”
Epe, dat heel gemiddeld stemt
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/23111439/241025WEE_2018261352_epe1.jpg)
Het dorpscentrum van Epe.
Foto Kees van de VeenDe envelop met de stempas van Chantal (46) ligt nog ongeopend op tafel tussen het schoolwerk van haar twee tienerdochters. Stemmen is een voorrecht, leerde ze van haar vader. Dus dat moet je al-tijd doen. Toch twijfelt Chantal uit Epe, een dorp van zo’n dertigduizend inwoners op de Veluwe, dit jaar of ze naar de stembus gaat. Want zelfs toen haar partij, de PVV, in 2023 de grootste werd en mocht regeren, werd er volgens haar niet naar Wilders geluisterd. „Het is een zooitje.”
Twee jaar geleden was de verkiezingsuitslag in Epe vrijwel identiek aan die in heel Nederland. Nu, twee weken voor de volgende Tweede Kamerverkiezingen, is bij de inwoners een zekere moedeloosheid over de politiek te bespeuren.
„We hebben het eigenlijk heel goed hier”, zegt een gepensioneerde docent in de tuin van haar vrijstaande woning. Toch voelt ze een „een bepaalde onrust in het land”.
PVV-kiezers Bianca (53) en René (64) vinden dat Wilders’ partij in het kabinet „stelselmatig gesaboteerd” is. De twee komen net een café uitgelopen. „Die partij van Omtzigt heeft alle plannen geboycot”, zegt Bianca. Dat andere partijen een samenwerking met de PVV bij voorbaat uitsluiten, vindt het stel ondemocratisch. „Het systeem klopt niet”, zegt René.
Een 37-jarige IC-verpleegkundige wil dat de twee grootste partijen worden verplicht om samen een regering te vormen. „Dat maandenlange praten ná de verkiezingen. Zo ráár is dat. De mensen hebben toch gekozen?” Sinds de coronapandemie zit ze thuis met long covid en brengt ze, moeder van twee kinderen, twintig uur per dag door op bed. Als ze haar stem bepaalt op basis van standpunten over long covid, komt ze uit bij GroenLinks-PvdA, vertelt ze. „Maar mijn hart klopt rechts.” De vorige keer stemde ze Wilders. Nu weet ze het nog niet.
Burgerberaad
Epenaren aan de andere kant van het politieke spectrum vragen zich om andere redenen af of de Nederlandse democratie nog wel functioneert. „Zie hoe lang problemen blijven liggen, zoals stikstof. Het móét echt anders”, zegt Jan (76, stemt D66), die met zijn vrouw Hanne (72, stemt Volt) aan de rand van het bos woont.
In Epe, dat grenst aan Natura 2000-gebied, liggen grote woningbouwprojecten stil vanwege stikstofproblematiek. Het stel ziet wel wat in een burgerberaad. Jan: „Je brengt 150 mensen door loting bijeen en laat ze een gezamenlijke conclusie trekken. In Ierland is gebleken dat het goed kan werken.”
Twee schilders, een kartonnen beker koffie in de hand, gaan dit jaar voor de laatste keer stemmen, zeggen ze. „Ik geloof er niet meer in”, zegt de jongste (29). „Ik sta al tien jaar op de wachtlijst voor een woning.” Daarom is „de ongecontroleerde migratie” voor hem het belangrijkste verkiezingsthema, net als voor veel andere Epenaren.




Noodopvang bij het Fletcherhotel; een hertenkamp, de kapper en het buurtcentrum Burgerenk in Epe.
Foto’s Kees van de VeenDe schilders willen niet met voor- en achternaam in de krant, ook dat hebben ze met veel andere inwoners gemeen. Rechtse mensen, vinden ze, worden gedemoniseerd. Bianca en René werken in „het westen” en zeggen daar niet op welke partij ze stemmen. „Dan krijg je echt stevige discussies.”
Ook bij het groepje senioren dat wekelijks samenkomt voor een koffie-uurtje in het buurthuis is politiek een gevoelig onderwerp. „Ik wil best over politiek praten, maar niet in deze ruimte”, zegt Anneluus Züger (85), terwijl ze haar breiwerk (een trui voor haar kleindochter) neerlegt. Op de gang: „Ik denk dat ik hier de enige ben die op D66 stemt.” Dat doet ze al sinds de oprichting van de partij. Klimaat is voor Züger het belangrijkste thema in de politiek. „Oh, en wil je opschrijven dat die wolven aangepakt moeten worden?”
Oranje noodfluit
De wolf, ook daarover voelen de inwoners van Epe zich niet gehoord door politici in Den Haag. Züger durft niet meer met haar vriendinnen door het bos te fietsen. Bianca en René nemen de paarden er niet meer mee naartoe. Sinds september is bordercollie Daisy, de plaatselijke schaapsherdershond, vermist na een aanval van een wolf.
In outdoorwinkel Country Store zijn de anti-wolvenfluitjes niet aan te slepen, zegt eigenaar Willem Putten. Hij verkoopt er zo „zestig in een weekend”. De oranje noodfluit is inmiddels uitverkocht, alleen een „luxe titanium” variant van 17,95 euro is nog te koop, staat op een uitgeprint A4’tje in de winkel.
Leiden-Noord, waar PVV- en GroenLinks-stemmers buren zijn
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/23112013/241025WEE_2018261352_leiden1.jpg)
Bushalte in Leiden-Noord.
Foto Merlin DalemanElke woensdagavond schuiven buurtbewoners in Huis van de Buurt De Kooi aan voor een tweegangendiner voor vier euro. „En als mensen dat echt niet kunnen betalen, verzinnen we daar wel een oplossing voor”, zegt Trudy de Vos (63), die hier al 22 jaar activiteitencoördinator is. In het buurthuis aan de Driftstraat in Leiden is iedereen welkom, „ongeacht wie je bent en welke nationaliteit je hebt”. Buurtbewoners komen er om koffie te drinken, een praatje te maken of mee te doen aan activiteiten die uiteenlopen van stoelyoga tot muziek maken of kaarsen decoreren.
De Kooi is een van de drie buurten die de wijk Leiden-Noord vormen. Het is een volksbuurt waar van oudsher veel mensen met een laag inkomen wonen. „Er heerst hier veel armoe”, vertelt De Vos. „Maar de laatste jaren zien wij wel dat er iets verandert, omdat er ook mensen komen wonen die beter bemiddeld zijn.”
Weinig vertrouwen
Zo verschillend als de huizen in De Kooi zijn, zo verschillend zijn ook de bewoners. Gerenoveerde arbeiderswoningen uit het begin van de twintigste eeuw staan tegenover moderne eengezinswoningen. Oudere mensen die in de wijk zijn opgegroeid in een huurhuis wonen naast jonge stellen en gezinnen die er kort geleden een huis hebben gekocht. Tussen die groepen zijn de inkomensverschillen groot.
De verschillen tussen de inwoners komen ook tot uitdrukking in hun stemgedrag. Waar de jonge gezinnen in de wijk neigen naar GroenLinks-PvdA, overwegen de ouderen een ‘proteststem’ op de PVV. In 2023 haalden beide partijen ongeveer een kwart van de stemmen.
De Kooi werd altijd een „rooie buurt” genoemd, zegt De Vos. „Vroeger was de Partij van de Arbeid hier de grootste.” Dat is verleden tijd. In de politiek hebben de mensen in het buurthuis weinig vertrouwen meer. De huizen in de Kooi zien er van buiten goed uit, vooroorlogse woningen zijn gerenoveerd. „Maar dat is schijn”, zegt De Vos. „Veel bewoners hebben last van schimmel in hun huis.” Daarnaast tobben de ouderen met hun gezondheid. „Bejaardentehuizen zijn gesloten, dus mensen moeten thuis blijven wonen. Maar ze kunnen geen zorg krijgen, omdat daar geen mensen voor zijn.”
‘Goudzoekers’
De buurt is veranderd, en niet ten goede, zeggen bewoners die in De Kooi zijn opgegroeid of er al decennia wonen. Bij Het Gebouw, een multifunctioneel centrum waarin onder meer scholen, een bibliotheek, een huisartsenpraktijk en een buurtrestaurant zijn gevestigd, staan vijf ouderen bij een bankje. Ze hebben er net samen geluncht. Een van hen, een 83-jarige man, vertelt hoe hij de wijk in de loop der jaren zag veranderen. „Vroeger kende je iedereen in de straat, nu hoor je alleen nog vreemde talen om je heen. Het voelt niet meer als het Nederland waarin ik ben opgegroeid. Ik zeg niet dat iedereen weg moet, maar het is te veel geworden. Er is geen balans meer.” De politiek laat het gebeuren, zegt hij. „En wij, gewone mensen, zijn de dupe.”
Naast hem steekt een vrouw van zeventig een sigaret op. „We stemmen allemaal PVV”, zegt ze. Volgens haar moet „het Nederlandse volk in opstand komen, tegen het beleid en tegen de asielzoekers.” Want die zijn, vinden de ouderen, de oorzaak van alle problemen: er zijn geen huizen meer, de buurt voelt onveilig, ’s avonds durven ze de straat niet op. Overal is criminaliteit, zeggen ze. „Allemaal de schuld van de goudzoekers.”




Stoelyoga in het buurtcentrum, en straatbeeld in Leiden-Noord.
Foto’s Merlin DalemanDe nieuwe bewoners vinden juist dat de buurt erop vooruit is gegaan. Er is veel bijgebouwd en ook oude huizen zijn opgeknapt. Lex Spobeck (35), aanbestedingsadviseur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, heeft net boodschappen gedaan in winkelcentrum Kooiplein. Hij kwam hier een paar jaar geleden wonen met zijn vrouw. „Ja, er ligt weleens vuilnis op straat, bij de snackbar is weleens herrie, maar over het algemeen is het een hele gewone buurt”, zegt Spobeck. „Wij wonen hier heel prettig.”
Ook Erwin Smit (59), die op zijn slippers uit een groen-zwart-wit geblokt appartementencomplex komt gewandeld, woont met plezier in de wijk. Hij is van plan om op GroenLinks-PvdA te stemmen. „Als ik de Stemwijzer doe, schiet ik ook nog weleens richting de Partij voor de Dieren.” Maar hij stemt dan toch liever strategisch. „Tegen het populisme in dit land. Mensen hebben massaal het verstand verloren.”
Amsterdam-Osdorp, waar meer mensen niet dan wel stemmen
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/24104832/241025WEE_2018261352_osdorp1.jpg)
Het Osdorpplein in Amsterdam-West.
foto Joost RuttenIn de stembureaus tussen de Pieter Calandlaan en de Osdorper Ban in Amsterdam-West was de opkomst bij de laatste Tweede-Kamerverkiezingen ver, ver beneden het landelijk gemiddelde van 77,7 procent: 43,3 procent bij het ene stembureau, 47,5 procent bij een ander. Overal won Denk, de partij die zich in het bijzonder op migranten richt.
Wie een dag rondloopt in en om de winkelstraat Tussen Meer, ziet vooral veel vrouwen die boodschappen doen. De meesten trekken een gezicht als het woord ‘verkiezingen’ valt: „Ik doe daar niet aan mee.” Anderen verontschuldigen zich – „sorry, haast” – en spoeden zich naar hun auto. Een behoorlijk aantal winkelpanden staat leeg of wordt verbouwd. „Veel horecazaken zijn de laatste tijd verkocht”, zegt Lutfi Akmanoglu, die met zijn vrouw restaurant Shobiyet drijft. De woningen staan in portiekflats, soms nog uit de jaren zestig. „Een krotje”, zegt Xenos-medewerker Nur Gun. „Met schimmel, tocht en geluidsoverlast. Steenkoud.”
Wat in elk gesprek met mensen met niet-Europese wortels op een of andere manier naar voren komt: ze voelen zich afgewezen door de Nederlandse samenleving. Zoals de 44-jarige ondernemer die alleen met zijn bijnaam ‘Souf’ in de krant wil (volledige naam bij NRC bekend). Hij stemde nooit en dat blijft voorlopig zo, zegt hij leunend tegen de voorgevel van pizzeria Osdorp. Geregeld groet hij passerende bekenden. Ondanks zijn paspoort, voelt hij zich als moslim tóch „niet helemaal” een Nederlander. Kabinetten doen „helemaal niks” tegen moslimhaat, vindt hij. „Een koranverbranding noemen ze vrijheid van meningsuiting, maar het is chaos creëren. Wat voor zin heeft het om te stemmen?”
Inmiddels woont de geboren Osdorper in de naburige wijk De Aker, waar de PVV het grootste werd bij de vorige landelijke verkiezingen. Toen hij daar pas kwam wonen en ‘goedendag’ zei, keken sommige buurtbewoners naar de grond, zegt hij. Hij doet zijn ding, veroorzaakt geen overlast, maar door de recente extreemrechtse rellen denkt hij serieus na over emigratie naar Marokko.
Sinds PvdA’er Wim Kok stopte als premier (in 2002) kachelt Nederland in hoog tempo achteruit, zegt Souf. „Nederland gaat de kant van België op.” Hij doelt op het hoofddoekverbod dat het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen volgend jaar wil invoeren. „Dat is toch geen vrijheid!”
Omelet
De kinderen van slager Mohamed Ben Salah voelen zich steeds minder deel van de Nederlandse samenleving, vertelt hij in slagerij Elaf op de hoek met de Clauskindereweg. Samen met zijn neven zit hij rond een grote pan met een pruttelende omelet. Hij schenkt mierzoete thee. Aan een plafondhaak hangen karkassen van lammeren. Ben Salah had „nooit het gevoel dat ik anders was dan mijn Nederlandse vrienden”. Maar zijn eigen kinderen ziet hij zich afkeren van Nederland. „Zij trekken vooral op met andere Marokkaanse jongeren en spreken opeens Arabisch, terwijl wij thuis Nederlands praten.” Hij vindt het logisch: „In talkshows zie je alleen maar blanke mensen, racisme is nu veel openlijker — ook in de politiek. Als je steeds hoort dat jij of je gemeenschap het probleem bent, trek je vanzelf naar elkaar toe.” Ben Salah twijfelt nu tussen Volt en Partij voor de Dieren. „Misschien toch FVD.” Hij vond Thierry Baudet oprecht. „Hij durfde over Palestina te praten.”




Het winkelcentrum op het Osdorpplein in Amsterdam; vrouw met rollator loopt langs Palestina-posters.
foto’s Joost RuttenOp de Clauskindereweg trotseert Rolf Snijder zonder capuchon de regen. De buschauffeur is „een beetje klaar met al die partijen” en pleit voor een maximum van acht. „Ik heb niet direct wat tegen de buitenlanders ofzo, maar het zijn er gewoon zoveel” – en dus stemde hij PVV bij de vorige verkiezingen. Maar Wilders’ partij moest „zoveel concessies” doen met andere partijen, vindt de Osdorper. Waarom zou hij weer zijn stem uitbrengen, vraagt Snijder zich hardop af. „Ik denk dat ik een keertje oversla, kijken of het een beetje beter wordt.”
Ironie: degene die in deze buurt misschien wel het allerliefst wil stemmen, mág nog niet stemmen. Sara Koilem wordt pas op 1 december 18 jaar. Ze heeft haar hele familie aangespoord om te gaan stemmen. Dat gaat niet vanzelf, want zoals meer families met wortels in Marokko hebben ze weinig voeling met de Nederlandse politiek. Tegen Sara zeggen ze: ‘Wat gaat mijn stem doen?’ Of ze maken een grapje: ‘Nou dan stem ik wel op jou.’ Sara vindt het een selffulfilling prophecy. „Omdat de Marokkanen zich buitengesloten voelen doen ze ook niet mee aan verkiezingen en staan ze met hun rug naar de samenleving.” Maar ze heeft haar vader en haar moeder al omgepraat, en haar oudere zus en haar tantes.
De Essen, Oldenzaal, de wijk die massaal NSC stemde
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/23111047/241025WEE_2018261352_oldenzaal1.jpg)
De supermarkt in De Essen in Oldenzaal.
Foto Wouter de WildeOver één ding zijn de stadgenoten Guus Houtzager (50) en Roy Schasfoort (47) het eens: een stabiel kabinet is nu belangrijker dan een kabinet waarin de partij van hun politieke voorkeur plaatsneemt. „Dat we niet over een half jaar wéér naar de stembus moeten”, zegt Schasfoort, die VVD gaat stemmen.
Houtzager stemde in 2023 NSC, vertelt hij op de parkeerplaats voor de enige supermarkt in De Essen, een wijk in Oldenzaal, met zijn boodschappen onder de arm. Nu zoekt hij zijn heil elders, net als bijna eenderde van zijn buurtgenoten die bij de vorige verkiezingen ook op ‘hun’ Pieter Omtzigt stemden. Veel van degenen die NRC spreekt in de wijk vol eengezinswoningen uit de jaren zeventig en tachtig, keren terug naar het CDA. Een enkeling wijkt uit naar D66.
Houtzager is er nog niet uit. „Ik heb steeds meer de neiging een strategische stem uit te brengen”, zegt de ict’er. „Hoe kan ik met mijn stem beweging krijgen in de woningbouw en verbetering van het klimaatbeleid? Dat is wat ik me afvraag.” Hij hoopt op een links of een midden-kabinet. Daarmee behoort hij tot een minderheid, afgaande op de ruim zestig kiezers die NRC spreekt. Zij stemmen overwegend rechts tot uiterst rechts, van CDA tot PVV.
De belangrijkste reden: het migratiebeleid. Neem Mirjam van Mook (36). Met haar kind aan de hand vertelt de tandartsassistent in opleiding opnieuw op Geert Wilders te gaan stemmen. „Nederland wordt gewoon te vol.”
Installateur Tim de Niet (23) blijft bij de PVV, zegt hij terwijl hij een sigaret opsteekt. In de sociale huurwoning achter hem is hij bezig met de montage van een nieuwe keuken. „Ik vind dat asielzoekers geen voorrang moeten krijgen op een woning.” JA21 is voor hem ook een optie, maar „de PVV wordt groter”.
Bas Hudepol (45), van huis uit VVD’er, symboliseert de kiezer die politicologen in hun onderzoek veel zien: ze wisselen wel van partij, maar veelal binnen hetzelfde deel van het politieke spectrum. Uitwisseling tussen links en rechts is er amper. Hudepol verruilt VVD voor CDA. „De VVD heeft er niets van gebakken en het CDA met Bontenbal verdient het.”
Toos Scheffer (77) maakt dezelfde overstap. Haar hele leven heeft ze VVD gestemd, maar „Yesilgöz heeft er een puinhoop van gemaakt”. Bontenbal komt „sympathiek over”.
Meer fatsoen
Over de vraag hoe de politiek beter zou kunnen functioneren, moeten de meeste respondenten in Oldenzaal (32.000 inwoners) even nadenken. Meer fatsoen, onderling respect en wil om samen te werken, zijn de meest gehoorde antwoorden. Én een einde aan de versnippering. „Al die kleine partijen maken Nederland onbestuurbaar”, zegt Sonja Posthuma (47) op de parkeerplaats voor de supermarkt. „Ik ben voor een kiesdrempel, al weet ik niet of dat dé oplossing is.”
Ook Anne (64) en Henk Winkelhuis (67) beginnen over een kiesdrempel. Ze zitten net aan het ontbijt als NRC aanbelt. Beiden zijn (oud-)docent en overwegen D66 te stemmen. Tegelijkertijd waarderen ze de toon van Bontenbal, die zich niet laat „verleiden om te gaan schreeuwen”. Henk, zelf gemeenteraadslid voor een lokale partij, denkt dat een kleiner aantal partijen in de landelijke politiek leidt tot slagvaardiger bestuur. „Dan stuitert het niet alle kanten uit.” Ook zou hij liever „minder camera’s” zien in de Tweede Kamer. „Veel partijen zijn alleen maar bezig met punten scoren.”




De Essen in Oldenzaal, een wijk met vooral woningen.
Foto’S Wouter de WildeWilders, Bontenbal en Jetten zijn populair in Oldenzaal, conform de landelijke trend. Frans Timmermans niet en Dilan Yesilgöz al helemaal niet. Zelfs mensen die aangeven (mogelijk) VVD te gaan stemmen, zeggen er ongevraagd bij dat hun stem niet naar haar gaat.
En ook in Oldenzaal zweeft, kort voor de verkiezingen, nog altijd een aanzienlijk deel van de mensen. „Ik heb echt nog géén idee”, zegt Thijs Olde damink (20). In 2023 koos hij voor NSC. Zijn oplossing om tot een keuze te komen? „Heel veel filmpjes kijken op mijn telefoon. Hopelijk weet ik het dan.”
Brediuskwartier, Bussum, waar progressieve partijen domineren
Minder partijen, dat zou helpen”, denkt Anne Marie Junger (56), in haar tuin voor een huis met roodwitte luikjes. Want nu is het met al die kleine partijen vooral „pappen en nathouden” en dat werkt niet. En als we wéér zo verbrokkeld stemmen, vreest ze, is er één die er met de winst vandoor gaat: „de PVV”. Bij de vorige verkiezingen werd in het Brediuskwartier overtuigend gestemd op een breed en progressief midden: het grootste stemaandeel ging naar GroenLinks-PvdA en D66. En ook nu benoemen inwoners van de Bussumse wijk veelal dat ze op zoek zijn naar ‘het midden’. Maar waar vind je dat?
Voor Junger valt GroenLinks-PvdA bij deze verkiezingen af. „Er moet ook wel wat verdiend worden.” D66 past haar beter. Maar als ze ‘op lijsttrekker’ zou stemmen, dan toch Bontenbal: „een prettige man”. Want dat willen ze ook allemaal in het Brediuskwartier: minder politiek theater, minder onderling gekibbel, meer samenwerking.
Het Brediuskwartier wordt door de website Wonen in Bussum beschreven als een wijk met „slingerende en rechte lommerrijke lanen”. Je vindt er vooral jarendertigwoningen en opvallend veel Volvo’s en elektrische auto’s. Tussen de lanen en de grote huizen – 70 procent koop, gemiddelde woz-waarde acht ton – liggen voortuintjes met meer groen dan tegels. In een van die tuintjes staat een „zelfstandige in het hoge segment” met een kruimeldief rood-zwarte torretjes uit haar geveltuin te zuigen. Met haar naam in de krant wil ze niet. Ook zij zoekt het midden. „Ik stem omdat ik het geen optie vind om niet te stemmen, maar het is niet zo dat er een partij is waarbij ik me thuis voel, sinds het verdwijnen van het midden. Je moet tegenwoordig kiezen: links óf rechts.” Ze gaat strategisch stemmen, op het CDA. „Omdat ik echt niet wil dat GroenLinks-PvdA de tweede partij wordt. En omdat Bontenbal tenminste geen schreeuwlelijk is.” Een democratie, zucht ze, is volgens haar „the least of the worst”. Een dictator zou eigenlijk „optimaal” zijn. „Maar vind er maar eens een die werkt voor het hele land. Daarom hebben we een democratie. Maar het is niet alsof dat nu wel werkt.”
Polarisatie
Op de vraag hoe de politiek beter zou kunnen werken, wordt in Bussum vaak gewezen naar sociale media. „Leg die telefoons weg, stop met Twitter en stap eens over je eigen schaduw heen”, zegt Diederik (40), die in een onberispelijk joggingpak zijn labradoodle-puppy uitlaat. „Ik wil gewoon een overheid die functioneert.” Ondanks zijn teleurstelling in de VVD gaat hij er toch op stemmen, maar hij hoopt op een samenwerking met het CDA. „Bontenbal is redelijk, iemand die de meerderheid vertegenwoordigt.” Want Diederik heeft genoeg van alle polarisatie: „Kom samen tot oplossingen”.
Marco Fris (68) vindt polarisatie – „hoewel geen verkiezingsthema” – zelfs het allerbelangrijkste. „Polarisatie is écht bezig om ons te slopen.” Vroeger ging het tussen partijen, nu is het mens tegen mens, constateert hij. Fris is opgegroeid met de Partij van de Arbeid, maar denkt nu vanwege het belang van ‘Europa’ aan Volt. Net als webdeveloper Tim Numan (42), die thuis op zijn laptop aan het werk is. „We moeten als Europa sterk staan tegenover Rusland. Dan kun je niet zeggen, zoals nationalistische partijen: ‘We willen de polder terug’.” Een andere thuiswerker, millennial Trevor Stegeman (zijn precieze leeftijd wil hij niet geven), omschrijft zichzelf glimlachend als een „economische vluchteling” – dat doen er wel meer in deze straat. Ze konden zich geen gezinswoning veroorloven in Amsterdam, dus zijn ze naar Bussum vertrokken.
Polarisatie is écht bezig om ons te slopen
„Allemaal laptopvolk”, zegt Stegeman. „De winnaars van de globalisering.” De opkomst van de Lijst Pim Fortuyn maakte hem destijds onrustig: de toon werd harder en hij kreeg het gevoel dat hij er misschien niet vanzelfsprekend bij hoorde vanwege zijn huidskleur. „Inmiddels denk ik dat het meer over klasse gaat dan over kleur. Wie meekomt in de kenniseconomie redt zich wel, ongeacht afkomst.”
Weemoed
Trevor, die al heel lang D66 stemt, noemt de politiek „belabberd”. Soms denkt hij met weemoed terug aan Paars (de twee kabinetten met PvdA, VVD en D66 tussen 1994 en 2002). „Het had z’n fouten, zeker, maar het ging tenminste nog over hoe het beter moest. We hadden geloof in vooruitgang. Nu ligt het land plat, gegijzeld door een extreemrechts dat met vlag en zondebok elke discussie over de toekomst kaapt. Er is wel visie, maar zelden aan de verstandige kant: hoe eenvoudiger de gedachte, hoe groter de overtuiging.”
Weemoed naar de politiek van vroeger; dat is wat in het Brediuskwartier in Bussum overheerst. „Het is een egoïstische samenleving geworden en de politiek is dat ook”, zegt mevrouw Smit (76). „Ik ben blij dat ik ouder ben, het moet vreselijk zijn voor de jeugd.” Ze verlangt terug naar de „oude, wijze, alwetende figuren” in de Tweede Kamer van toen zij jong was. En wat ze gaat nu gaat stemmen? „Ik ga het eerst allemaal nalopen. Ze zeggen zo vaak iets waarvan vervolgens blijkt dat het helemaal niet kán. Dat wil ik eerst weten.”
Dalem Zuid, Tilburg, de wijk waar de PVV doorbrak
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/24101423/241025WEE_2018261352_tilburg1.jpg)
Een Schotse Hooglander graast voor een woning Tilburg.
Foto Joost RuttenIlse van Eck (57) stapt uit haar rode Toyota en zegt: „Vooropgezet, ik ben géén racist.” Ze zamelt warme jassen in voor vluchtelingen en snapt best waarom mensen naar Nederland komen. Maar dat de jongens van de overkant, allebei diep in de twintig, nog thuis moeten wonen terwijl asielzoekers een huis krijgen? „Als ik naar Spanje emigreer voor het mooie weer, dan eis ik toch ook geen huis op?” Dus stemt Van Eck, zzp’er in de zorg, dit jaar weer op de partij die ze al jaren steunt: de PVV.
Rechtse partijen domineren al jaren in Dalem Zuid, een jarennegentigwijk aan de rand van Tilburg met veel rolluiken voor de ramen. In 2019 scoorde FVD er goed bij de Provinciale Statenverkiezingen, de VVD trok altijd veel kiezers. PVV-kiezers bleven er lang de buitenstaanders – tot twee jaar geleden. Toen was Dalem Zuid een van de vele wijken waar de PVV doorbrak: één op de drie bewoners stemde toen op de partij van Geert Wilders.
Zo standvastig als Van Eck zijn er meer PVV’ers. Een vrouw van wie de hele familie PVV stemt, behalve de dochter, „die is vegan”: „Wilders gaat er gewoon voor.” Ze hoopt dat hij dit keer wél premier wordt. Een man die net zonnepanelen op zijn dak heeft gelegd: „Vorige keer heb ik PVV gestemd, maar ja, dat is niet echt goed gegaan. Ik weet niet zo goed waarom, ik denk dat ze hem wel te veel hebben tegengewerkt.” Een vrouw die in een asielzoekerscentrum werkt, ziet „gewoon wat er misgaat”. Daarom neigt ze nu naar de PVV.
Onkruid
Anderen twijfelen. Of weten zeker: het wordt níet de PVV, hoewel ze het inhoudelijk wel met Wilders eens zijn. Inge, een productiemedewerker die het onkruid uit haar ruime voortuin trekt en „buitenlanders eruit” wil zetten: „Geert wil ook voor de Nederlanders opkomen, maar daar is niks van terecht gekomen.” Ze gaat nu voor Joost Eerdmans (JA21): „Die schreeuwt niet en onderbouwt alles goed.”
Een elektrotechnisch ingenieur die al 21 jaar in de straat woont: „Naast me woont een Syriër, daarnaast een Bulgaar, dan krijg je een Joegoslaaf. Ik probeer wel eens contact te leggen, maar het werkt niet. Tuintjes verwilderen, mensen groeten elkaar niet op straat, er is geen sociaal contact meer.” De afgelopen twee keer stemde hij PVV, „maar ik heb niks met dat anti-islamitische gedoe”. Dit keer neigt hij naar de VVD. Een vrouw die de grenzen wil sluiten, en trouwens ook alle moskeeën: „De PVV bakt er niks van. Ik overweeg nu JA21, daar zitten tenminste mensen met jarenlange ervaring.”




Een woonwijk, parkeerplaats, speeltuin en woning in Dalem Zuid.
Foto Joost RuttenTineke Kluitmans, werkzaam in de zorg, telt op haar vingers waar deze verkiezingen volgens haar om gaan: „Eén: asiel. Twee: woningen. Drie: energie.” Nederland is volgens haar „vol” en ze vertelt over een Syrisch gezin dat bij haar nichtje in de straat kwam wonen. „Die gooiden hun huisraad naar buiten omdat ze het niks vonden en kregen gewóón alles nieuw.” Toch twijfelt ze over Wilders. Ze denkt dat JA21 misschien kansrijker is om Frans Timmermans uit het Torentje te houden.
Een verpleegkundige vertelt over haar zoon van dertig die nog thuis woont omdat hij geen huis kan vinden. „Ik heb de vorige keer PVV gestemd, maar die houden zich ook niet aan hun beloftes.” Wat ze nu gaat stemmen „hou ik nog even voor mezelf”.
Dure boodschappen
Zo beginnen veel bewoners over migratie, vaak gekoppeld aan huisvesting – ook mensen die geen PVV stemmen of zichzelf links vinden. Maar ook de prijs van boodschappen wordt vaak genoemd. Of van het leven in het algemeen. PVV-stemmer Van Eck doet de meeste boodschappen in Duitsland, veel goedkoper, en tankt de benzine om daarheen te rijden in België, óók veel goedkoper. Een Marokkaanse Nederlander (29): „Zet Nederland op één. We sturen geld naar Oekraïne, maar hier in Tilburg gaan kinderen zonder ontbijt naar school.”
Betty Louer heeft sinds een jaar kanker, verloor haar baan en komt moeilijk rond. „Als je ziek wordt, dan besef je pas hoe onbetaalbaar Nederland is.” Twee jaar terug stemde ze op Wilders. En wat wonen en migratie betreft is ze het nog steeds met hem eens. Toch gaat ze dit jaar voor het CDA. „De PVV is eigenlijk geen partij, het is gewoon Geert die alles bepaalt. Dat kan helemaal niet in een democratie.”
Kazernelaan, Weert, de buurt met trouwe VVD’ers
un apparaten brullen, behendig laten ze ’m heen en weer zwenken, een grijns op hun gezicht. Meerdere mannen hanteren deze maandagmiddag enthousiast hun bladblazer op de stoepjes pal voor hun woning in Kazernelaan, een wijk in het Limburgse Weert. „Dit is mijn boom, dan heb je de voor- en de nadelen”, wijst een 81-jarige man, die ook het bladblazen op het plaatselijke voetbalveld „coördineert”. „Binnen een kwartier is mijn stoep weer schoon.”
Bijna even aanwezig als de herfstbladeren zijn hier de zonnepanelen, Tesla’s en deurbellen met een cameraatje. Aan menige gevel hangt een bordje van de lokale beveiligingsfirma XXL-Safety. Overal in Weert werd de PVV in 2023 de grootste. Op één buurt na: Kazernelaan. Onder de ongeveer tweeduizend inwoners behaalde de VVD maar liefst 33 procent van de stemmen.
De beeltenis van Kamerlid Wendy van Eijk-Nagel, afkomstig uit Weert en nummer zeven op de landelijke VVD-lijst, hangt aan een lantaarnpaal aan de rand van de wijk. In Kazernelaan, een hoofdweg met ommuurde villa’s en zijstraten vol riante woningen, was het decennialang vanzelfsprekend: je stemde „gewoon VVD”, zegt een van de bladblazers, een lokale ondernemer. Zijn naam en die van anderen in deze buurt die niet met hun (volledige) naam in de publiciteit willen zijn bij de redactie bekend. Dit jaar twijfelt hij iets meer dan anders, maar hij gaat het toch „gewoon weer doen”. Al hoopt-ie dat Dilan Yesilgöz in een eventuele formatie dit keer „iets minder concessies” doet. Ook salesmanager Rogier (45) is „minder positief geworden over ‘mijn’ VVD” – wegens „het tegenwerken van de PVV” en het „niet tot stand komen van beleid”. Maar, zegt ook hij: „Ik ga waarschijnlijk toch gewoon weer voor de VVD.”
‘Stelletje kleuters’
Achter een manshoog groen hekwerk plukt een andere villabewoner een takje rozenbottel van een struik. De oudere dame met witte parelketting heeft weinig tijd, zij en haar man gaan uit eten. „Ik heb altijd VVD gekozen”, zegt ze. „Maar Yesilgöz? Daar moet ik niks van hebben. Bontenbal doet het goed, dus ik ga voor het eerst CDA stemmen.”
Veel van haar buurtgenoten haakten bij de vorige verkiezingen al af bij de VVD. Na jaren wilde een 47-jarige administratief medewerker in 2023 „iets anders” en koos PVV. Nu hoopt ze op „gewoon vier jaar stabiliteit”. Maar welke partij dat kan bieden, weet ze niet. „Ik vind het dit keer extra moeilijk. Voor mij staan bijna alle opties nog open.” De twijfel komt door „door al het gerommel”, zegt Tonny Verheggen-Timmermans (79), die twijfelt tussen BBB (Mona Keijzer „heeft verstand van zaken”, zou „een goede premier zijn”), de VVD (vanwege Ruben Brekelmans) en het CDA.
De twijfelaars zijn teleurgesteld in de „soapserie” die de politiek in hun ogen is geworden. „Na het eerste RTL-debat dacht ik: stelletje kleuters”, zegt een 28-jarige verpleegkundige. „Er zijn ook zoveel partijen hè”, zegt de 67-jarige Mieke, die al haar hele leven in dezelfde straat woont. Mensen in de Kazernelaanbuurt zeggen het vaker: waren er maar minder. „Dan heb je wat minder al die verschillende meningen, waardoor er uiteindelijk niks gebeurt”, zegt Mieke. „Twee partijen zoals in Amerika vind ik ook niet ideaal, maar minder moet kunnen”, zegt de 28-jarige verpleegkundige. „Vorige week was de Friese partij in Valkenburg flyers aan het uitdelen in het Fries. Je lacht je dood.” Timmermans is „vreselijk”, Jetten „te jong” en Yesilgöz „gedraagt zich niet”. Doortje Schilders, die een bedrijf opzette dat kunststofverpakkingen uit China importeert, weet precies op wie ze níet wil stemmen, maar komt er niet uit welke partij het wél moet worden.
Na het eerste RTL-debat dacht ik: stelletje kleuters
De politiek zou verbeteren als politici wat doen aan „hun taal en omgangsvormen, dat neemt de jeugd van ze over”, denkt Schilders (72). „Ze moeten zich als volksvertegenwoordigers gedragen.”
Benno van Mersbergen (44) denkt dat hij wel weet waarom zoveel van zijn buurtgenoten geen vertrouwen meer hebben in de politiek. Hij wijst naar een dozig, groen gebouw dat het afgelopen jaar naast zijn huis verrees: een distributiecentrum van een vastgoedontwikkelaar. Hij heeft zich er samen met andere inwoners van Kazernelaan tegen verzet. „We hoopten in de gemeente een medestander te vinden, en die hebben we niet ontmoet”, zegt Van Mersbergen. Dat is confronterend geweest voor mensen in een optimistische VVD-wijk, denkt hij. „Het deed mensen denken aan de toeslagenaffaire. Misschien hadden die ouders niet ‘gewoon pech’, maar ligt het aan het systeem.”


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/25124723/251025BUI_2020941811_1.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/24201937/251025CUL_2019714351_ADE01.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/25133642/251025VER_2020943692_.jpg)





English (US) ·