Het was een memorabel beeld dat op 3 september de wereld over ging. Voor het eerst verschenen Vladimir Poetin, Xi Jinping en Kim Jong-un samen in het openbaar: de leiders van Rusland, China en Noord-Korea, bijeen voor de Chinese viering van 80 jaar vrede na de Tweede Wereldoorlog. Ze liepen vooraan een delegatie en keuvelden gemoedelijk. Niet over wereldheerschappij, zo verraadden hun microfoons die per ongeluk al aan stonden. Niet over kernwapens of rijkdom. Waarover dan wel? Over onsterfelijkheid.
„Vroeger was je met 70 jaar al oud”, zei de Chinese president via zijn tolk tot Poetin. „Nu ben je met 70 nog maar een kind.” Poetin: „Dankzij de ontwikkelingen in de biotechnologie kun je continu organen blijven transplanteren. Hoe langer mensen leven, hoe jonger ze worden. Ze kunnen zelfs onsterfelijk worden.” Xi: „Er wordt voorspeld dat mensen misschien al deze eeuw 150 kunnen worden.”
Enkel het aanpassen van de wet is niet genoeg om eeuwig aan de macht te blijven, lijken ze te zeggen. Ze vestigen hun hoop op moderne technologie. Zit er een kern van waarheid in hun uitspraken? Helpen orgaantransplantaties in de strijd tegen ouderdom? Is 150 jaar realistisch?
Het korte antwoord op al die vragen is ‘nee’. Veroudering is een geweldig complex proces, waarvan wetenschappers nog lang niet alles weten. Het speelt op verschillende niveaus, van dna tot cellen tot weefsels tot orgaanstelsels, via allerlei mechanismen die elkaar ook nog eens beïnvloeden. Simpelweg organen vervangen zal niet helpen: de omliggende weefsels blijven immers verouderd.
Onmogelijk te vervangen
Op de korte termijn kan een orgaantransplantatie levensverlengend werken. Maar al je andere organen verouderen door, evenals je skelet, je spieren en je bindweefsel. Die kun je onmogelijk allemaal vervangen. En je hersenen en zenuwstelsel al helemaal niet.
Dan is er nog de kwestie van afstoting. Om te voorkomen dat je immuunsysteem in opstand komt tegen lichaamsvreemd weefsel, moet je levenslang afweeronderdrukkende medicijnen slikken. Die zijn slecht voor je gezondheid op andere vlakken. Dat zou je kunnen omzeilen door lichaamseigen organen te kweken – of in 3D te ‘bioprinten’ – maar die techniek staat nog in de kinderschoenen. Het gebeurt alleen nog in onderzoekscontext, en op de schaal van kweekbakjes. Volgens Stanford-hoogleraar Mark Skylar-Scott duurt het nog minstens twee tot drie decennia voordat volledige organen binnen bereik komen – te laat voor Poetin en Xi, die allebei 72 zijn. Een review uit 2020 voorziet overigens dat er eerst een berg aan ethische, juridische en technische hordes overwonnen moet worden voordat het zover is.
Orgaantransplantatie zal de beide heren dus niet redden. Maar hoe zit het met andere ingrepen? Zijn er al middelen op de markt waarmee je veroudering kunt remmen of zelfs terugdraaien?
Een Europees overzichtsartikel uit 2023 zet twaalf ontdekte processen op een rijtje die allemaal bijdragen aan veroudering. De meeste hebben te maken met herstel- en opruimprocessen die niet goed meer verlopen. Beschadigingen in het dna worden bijvoorbeeld niet meer gerepareerd, defecte eiwitten stapelen zich op, of het ‘afval’ van cellen wordt niet goed afgevoerd. Dat ga je merken op allerlei niveaus. Cellen delen zich niet meer of juist te veel, stukjes orgaan sterven af, delen van het lichaam krijgen te weinig zuurstof, spieren kwijnen weg, zenuwen geven signalen minder goed door, organen raken chronisch ontstoken. Dat alles heet samen ‘veroudering’.
Wereldwijd zoeken wetenschappers naar de bouwstenen van deze processen, in de hoop moleculen te vinden of ontwikkelen die daarop aangrijpen. Het is booming business: grote internationale consortia slepen er miljoenensubsidies voor binnen. In Rusland is deze onderzoekslijn zelfs door Poetin persoonlijk verordonneerd.
Veelbelovende paden
Een van de veelbelovende paden is die van de senolytica en de senostatica: middelen die helpen verouderde cellen op te ruimen, respectievelijk de schadelijke effecten van verouderde cellen te blokkeren. Bekende voorbeelden daarvan zijn metformine, oorspronkelijk ontwikkeld als antidiabetesmedicijn, en rapamycine, een immuunonderdrukker. Deze groep middelen geeft hier en daar positieve effecten in celkweekjes en in bepaalde organen van muizen, en kleine trials bij mensen lijken soms hoopgevend, maar grootschalige resultaten zijn er nog niet. Bovendien zeggen deze eerste effecten nog weinig over levensduur of kwaliteit van leven.
In datzelfde stadium bevinden zich medicijnen die zich richten op andere factoren van veroudering, zoals een haperend immuunsysteem, een verstoorde energiehuishouding van de cellen, of foutjes in de dna-vermeerdering. Kortom, er gebeurt wereldwijd een heleboel, maar een echte doorbraak laat nog op zich wachten.
Er zijn ook experts die sceptisch staan tegenover een puur farmaceutische benadering. Zij vinden het moleculaire onderzoek weliswaar belangrijk, omdat het de fundamenten onder veroudering blootlegt, maar benadrukken ook het belang van andere factoren. Een van hen is Eline Slagboom, hoogleraar moleculaire epidemiologie in het Leids Universitair Medisch Centrum en voorzitter van DuSRA, de Nederlandse vereniging voor verouderingsonderzoek. Eerder pleitte zij in NRC voor meer aandacht voor leefstijlfactoren. Voldoende bewegen, spierkracht trainen, genoeg slapen, gezond eten, stress vermijden én een positieve levensinstelling vasthouden – het zijn allemaal factoren die bijdragen aan langer leven en vooral ook aan langer gezónd leven, benadrukte Slagboom destijds.
Dus daar kan Poetin alvast mee aan de slag. Honderdvijftig zal hij er echter niet mee worden. De huidige maximale leeftijdsgrens van zo’n 120 jaar zal volgens Slagboom hooguit een jaar of tien gaan opschuiven – met of zonder farmaceutische doorbraken.