Hoe maak je van een gribuspleintje een plek waar mensen zich veilig voelen? Dat kan door camera’s op te hangen. Of er een hek met prikkeldraad omheen te zetten en iedereen te controleren die naar binnen wil. Alleen wordt het er dan niet gezelliger op. Het kan ook anders, zegt Manuel López van de Hogeschool Inholland in Rotterdam. Je kunt ook het pleintje zo inrichten dat het er fijn toeven is. Dan voelen mensen zich niet alleen veiliger, maar ook prettiger.
Manuel López houdt zich als onderzoeker van de onderzoeksgroep Veilig Ontwerp en Beheer al jaren bezig met de vraag hoe je straten, pleinen en buurten beter kunt inrichten. Je kunt de leefbaarheid vergroten door veiligheid „in te bakken” in de openbare ruimte en de gebouwen, zegt hij. Als je dat slim doet, dan wordt gewenst gedrag vanzelfsprekender en ligt ongewenst gedrag minder voor de hand. Vandalisme en criminaliteit nemen dan ook af.
Hoe je dat doet , verschilt van plek tot plek. Als je weet waar je op moet letten, dan zijn de aanpassingen die een plek veiliger, inclusiever en leefbaarder maken relatief simpel en meestal niet heel duur. Bij grote bouwprojecten wordt de onderzoeker steeds vaker vooraf om advies gevraagd. Maar hij en zijn team adviseren ook over de aanpak op bestaande plekken.
De gemeente Rotterdam is op eigen verzoek in gesprek over de Korte Lijnbaan, een stenige winkelstraat in Rotterdam die, zoals elke Rotterdammer weet, na sluitingstijd verandert in een paradijs voor randfiguren met niet altijd goede intenties. De gemeente Rotterdam, zegt López, wil de straat vooral aantrekkelijker maken. Met vogelgetjilp, het geluid van stromend water of met klassieke muziek, stond in een artikel in een Rotterdams huis-aan-huisblad. Dat is veel te kort door de bocht, zegt Lopez. „Voor een serieus effect is een integrale aanpak nodig. Alleen geluid is eigenlijk nooit voldoende.”
Vrouw op Korte Lijnbaan in Rotterdam.
Foto Joost RuttenSfeervol licht
Hoe zou dat er dan uitzien, die aanpak? Nu wordt López enthousiast. Hij vertelt over de Korte Lijnbaan van vroeger, gebouwd in de jaren vijftig. Het was een chique, groene straat, er hingen zelfs kooien met exotische vogels. „Het was een straat waar deftige dames graag kwamen.”
Die sfeer wilde López en zijn team terugbrengen. Ze bedachten dat ze de straat wilden omturnen tot een groene corridor met planten en boompjes, zodat het voelt alsof je door een stukje natuur wandelt. Geluid van vogelgetjilp en klaterend water kan het gevoel van natuur versterken. Verlichting is ook belangrijk, zegt López. „Want donkerte vergroot het gevoel van onveiligheid. Een lichtexpert kan zorgen dat donkere hoekjes juist sfeervol worden uitgelicht.”
Zouden we niet, dacht López met zijn groep, de historie van de plek kunnen laten zien met filmische projecties? Je kan denken kunstzinnige fimpjes die de vroegere Lijnbaan verbeelden, maar ook van het Rotterdam tijdens de wederopbouw. „Zo zou de Korte Lijnbaan een toeristische attractie kunnen worden, een bijzondere plek waar mensen naar toe willen. Je krijgt dan een brede mix aan bezoekers. Op zo’n plek voelen randfiguren zich niet thuis.”
Je kunt nóg verder gaan als gemeente, zegt López, en proberen meer diversiteit in het winkel- en horeca-aanbod te krijgen. Dus niet alleen fastfood zoals nu, maar bijvoorbeeld ook een café met bijzondere bieren of een wijnbar, een duurder restaurant, een kledingwinkel gericht op wat oudere mensen. „Dat trekt ander publiek en daarmee creëer je meteen ook een andere sfeer.”
De gemeente Rotterdam staat open voor de aanbevelingen van López en zijn team. Daarin staat de stad niet alleen. De laatste pakweg tien jaar is de aandacht voor het veilig en inclusief inrichten van de openbare ruimte enorm toegenomen. Het is plezieriger en goedkoper dan camera’s en boa’s. Dus houdt Manuel López voordrachten voor zalen vol ambtenaren en wethouders uit het hele land, én uit het buitenland. Ze luisteren netjes, maar gaan pas rechtop zitten als hij met voorbeelden komt.
Manuel López van Hogeschool Inholland.
Foto Robert LagendijkSoundscaping
Een van die voorbeelden is het Transvaalpark in Den Haag, waar ouderen met Turkse wortels opeens de vogelgeluiden uit hun jeugd kunnen horen als ze op een bankje zitten. De inzet van geruststellend geluid wordt ook gebruikt in een fietstunnel in Amsterdam en in een parkeergarage in Nijmegen. Dat wordt soundscaping genoemd. Geluid, zegt López, kun je trouwens ook andersom inzetten: met prettige geluiden kun je ongewenst geluid maskeren. „Zo kan klaterend water het geluid van een fabriek of een drukke weg naar de achtergrond duwen.”
Wat niet werkt is wat López cherry-picking noemt. Hij vertelde aan een groep wethouders hoe van een plein in een diverse buurt in Amsterdam een prettiger plek werd gemaakt. Onderdeel van de verbetering was een muurschildering van „dames in kleurige jurken”. Wijkbewoonsters konden zichzelf erin herkennen. Een wethouder nam als boodschap mee naar huis dat muurschilderingen een wijk veiliger maken. „Hij wilde het in zijn stad ook gaan doen. En hij kende nog wel een graffiti-kunstenaar uit de buurt die wat leuks kon maken. Zo werkt het niet. Net zo min als alleen een geluidsbandje aanzetten met muziek of water een plek veiliger maakt.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/09/11160506/data137197819-1bddc8.jpg)
Lopez pleit ervoor om bijvoorbeeld ook een café met bijzondere bieren toe te voegen, of een wijnbar of een duurder restaurant.
Foto Joost RuttenWat het beste werkt, verschilt van plek tot plek. Deskundigen op het gebied van Veilig Ontwerp en Beheer doen uitgebreid onderzoek. Ze analyseren de openbare ruimte en betrekken ook buurtbewoners. Die weten het beste wat ze wel en niet prettig vinden, zegt López. En het is belangrijk dat ook de hangjongeren en de vreemde snuiters die rondhangen naar hun mening wordt gevraagd, vindt hij. „De openbare ruimte is ook van hún.”