Net als zijn laatste keer in Nederland was Bob Dylan verschrikkelijk. Maar deze keer was hij óók fantastisch

3 uren geleden 1

De klok slaat 20 uur, de band begint te spelen en in de zaal is het chaos. Doordat telefoons van alle bezoekers in afgesloten zakjes moeten, die alleen bij de ingang opengemaakt kunnen worden, duurt het lang voordat mensen hun zitplek gevonden hebben. Het donker, zonder telefoon om bij te schijnen, maakt dat niet makkelijker. Rijen moeten opstaan, zaalwachten lopen druk rond met zaklampen, en ondertussen speelt Dylan maar rommelig door. Wie al wel zit ziet: het publiek gaat de hele avond naar een bosje krullen kijken. Omringd door zijn band zit de zanger verscholen achter een vleugel, die recht op het publiek gericht is. Eigenlijk maar een half bosje krullen, aangezien er ook nog twee leeslampjes in de weg staan.

Ondanks de slechte verhalen over zijn laatste Nederlandse shows was er veel om naar uit te kijken. Kort na de aankondiging van de twee shows voegde Dylan ‘Masters of War’ toe aan zijn setlist. Hij had de klassieker uit 1963 bijna een decennium niet gespeeld. Het is misschien wel zijn meest politieke nummer waarin hij fel uithaalt naar politieke leiders en het militair-industrieel complex. Hoe zou dat nummer nu klinken? Niet uit mond van een 23-jarige op zijn tweede album, maar uit de mond van een 84 jarige Nobelprijswinnaar? En in deze tijd? Iets anders om naar uit te kijken: ‘Murder Most Foul’, het bijna zeventien minuten durende meesterwerk van Rough and Rowdy Ways uit 2020 waarmee Dylan liet zien dat hij nog altijd een categorie apart is.

Alle hoop ten spijt, beide nummers blijven op de plank liggen. Zorgwekkender nog, de aftrap is zwak. Publiekslieveling ‘It Ain’t me Babe’ krijgt van Dylan dan wel een mooi zwalkende piano mee, de gitaar hakkelt alles aan stukken, de drums rommelen wat mee, de rest van de muzikanten speelt aftastend en klinkt pijnlijk dun. Dan is het opeens toch best lullig, zo’n statische band voor een groot rood gordijn, nog geen lampje dat knippert of van kleur verschiet, een zanger die zichzelf verstopt, die met veertig albums op zak nog bijna dezelfde setlist heeft als jaren terug in Amsterdam, en publiek dat per ticket meer dan honderd euro neerlegde en in het slechtste geval nog niet eens in de zaal is.

Lees ook

Bob Dylan: messias met mondharmonica tegen wil en dank

Bob Dylan (Timothée Chalamet) in ‘A Complete Unknown’.  Foto Searchlight Pictures

Geen verloren avond

Toch is het geen verloren avond. Langzaam valt er van alles op zijn plek. ‘When I Paint My Masterpiece’, dat Dylan voor The Band schreef, krijgt een klierderig Zuid-Amerikaans gitaartje mee en is zowaar voorzichtig dansbaar. De grootheid zelf lijkt tijdens het nummer dan wel zijn microfoon om de haverklap kwijt te zijn, het blijkt een veelbelovende aanzet voor een ongelooflijk tweeluik dat de avond de moeite waard maakt. ‘Black Rider’ is griezelig prachtig. Goed verstaanbaar, en voor het eerst dat de band echt overtuigt. ‘My Own Version of You’ gaat daar nog overheen. Een praatzingende Dylan, met gehavende maar goede stem, schetst met grote contrasten een duister verhaal. De band speelt minimaal, het draait allemaal om zijn stem en wat hij te vertellen heeft. Wie anders dan Dylan kan zo’n lied schrijven? Waarin Liberace, verschillende Bijbelse apostelen, Karl Marx en Scarface genoemd worden in een variant op Frankenstein. En wat een verrukking dat er geen duizend telefoons de lucht in gaan, en mensen elkaar moeten aanstoten om fluisterend te vragen of zij het ook zagen: ging Dylan nou heel even enthousiast staan?

De show stort daarna op verschillende momenten weer genadeloos in. Dylans pianospel is wisselvallig, soms ronduit lomp. Zijn gitaarspel is consequent pijnlijk slecht. Hij zit er naast, speelt onzeker, priegelt dwars door alles heen. De keren dat hij op zijn mondharmonica blaast zijn vooral memorabel omdat de verwachtingen ervan zo hoog zijn. Toch zijn er naast de tweeënhalve echte hoogtepunten, oplevingen waar het sprankelt, een helder gezongen zin, een rollende bluesmelodie, een siddering door de zaal bij ‘It’s All Over Now, Baby Blue’.  De volgende keer als hij in het land is dan toch maar weer gaan dan?

Lees het hele artikel