Het New European Ensemble vierde woensdagavond dubbel feest: dit seizoen is het 150 jaar geleden dat muziekvernieuwer Arnold Schönberg geboren werd, én het ensemble bestaat vijftien jaar. In de Hertz-zaal van TivoliVredenburg in Utrecht liet het NEuE twee werken van Schönberg voorafgaan door een wereldpremière van Martijn Padding. Het enige dat je op het programma kon aanmerken, was dat het aan de lange kant was, met drie stukken van elk een goed halfuur. Daartegenover stond torenhoge kwaliteit.
Padding schreef met Ma vie en couleurs een soloconcert voor Emlyn Stam, altviolist en artistiek leider van het NEuE. Toen hij gevraagd werd voor deze jubileumopdracht, verdiepte Padding zich uitgebreid in leven en werk van Schönberg, om vervolgens – zeer paddingiaans – een stuk te schrijven dat daarmee niets te maken heeft. In de drie delen van Ma vie en couleurs portretteert hij eigenlijk Emlyn Stam, via een vrijzinnige omgang met het associatiegamma van de kleuren rood, blauw en geel.
‘Rouge foncé’ staat voor woede, passie, furie. In Paddings handen houden juist zulke compromisloze emoties een zekere ironische speling, zodat de muziek weliswaar stevig en gedreven klonk, maar ook elastisch en geestig. Zo zweepte Stam het ensemble met een manisch-grillige solopartij op, om alleen een puffend tutti te oogsten. Die combinatie van subtiele humor, ongebreidelde inventie en groot vakmanschap maakt Paddings muziek zo verrukkelijk. Stams veelzijdige spel was een perfecte match.
Masterclass
Na de melancholische toets van ‘Bleu’, met schitterend tegenspel van de basfluit van Felicia van den End, bood ‘Jaune puis violet’ een masterclass vormbesef op zich: een vernuftig weefsel van drukke lijnen vertraagde tot een lome groove, waarna Stam alleen overbleef voor een jachtig doorzagende solocadens van dubbelgrepen. De muziek dunde verder uit tot een superieur soort quasi-improvisatie en eindigde vervolgens met een collectief koraal dat één been microtonaal achter zich aan sleepte. Gek, bizar zelfs, meer dan een tikkeltje mesjokke, en toch precies goed.
Na de pauze klonk nog een première: de ensemblebewerking van het Vioolconcert van Schönberg door Henk Guittart, die het NEuE daarbij zelf dirigeerde. Guittart maakte al vaker zulke bewerkingen en die ervaring hoorde je in het raffinement waarmee hij Schönbergs orkestpartituur heeft ingekookt. Het resultaat was transparant, messcherp gesneden en stak vol treffende details.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130676204-39279b.jpg|https://images.nrc.nl/5eka851-3W0gx0iCoUvdkhpAdzs=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130676204-39279b.jpg|https://images.nrc.nl/sgFreF9sa8WcjErUaW10DTjNFzc=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130676204-39279b.jpg)
Foto Nienke de Groot
Blikvanger
Maar de blikvanger van een vioolconcert is toch de solist, en daarvoor had het NEuE Maria Milstein aangetrokken. Milstein heeft inmiddels een grote reputatie in een breed repertoire, maar het was toch verrassend dat ze Schönbergs post-tonale tour de force speelde alsof ze het werk al jaren in de vingers heeft. Wat heet: van begin tot eind was ze een muzikale verteller bij wie je aan de lippen hangt, in volmaakte afstemming met het ensemble. Het voordeel van de uitgedunde instrumentatie was bovendien dat je iedere nuance van Milsteins intense en virtuoze spel kon horen.
Je zou bijna vergeten dat het NEuE ook nog Schönbergs Serenade opus 24 speelde, een zevendelige meesterproef uit de periode dat hij zijn twaalftoonstechniek ontwikkelde. Het was vijftien jaar geleden het allereerste werk dat bij het New European Ensemble op de lessenaars stond – al klonk het toen vast niet zo subliem als nu.