Duizend jaar eerder dan gedacht reisden mensen over de Middellandse Zee. En dat ze dat konden is heel bijzonder

1 dag geleden 2

Lang dachten wetenschappers dat de mens pas voet zette op kleine, afgelegen eilanden toen de landbouw opkwam. Maar nieuwe archeologische vondsten op Malta laten een heel ander beeld zien.

Jager-verzamelaars staken 8500 jaar geleden al de open zee over en legden een afstand af van meer dan 100 kilometer. Dat is zeker duizend jaar eerder dan de eerste boeren op de Mediterrane eilandengroep verschenen. Onderzoekers ontdekten dit bij Ghar Tuta (vrij vertaald: de bessengrot), een grot in het noorden van Malta bij Mellieħa die ook wel Latnija Cave genoemd wordt. Daar vond het team resten van vuurplaatsen, stenen werktuigen en voedselafval. Alles wijst erop dat er mensen leefden, jaagden en kookten.

“We vonden veel sporen van wilde dieren, zoals edelherten, waarvan we dachten dat ze toen al waren uitgestorven”, zegt hoofdonderzoeker Eleanor Scerri van het Max Planck Instituut en de Universiteit van Malta. “Ze jaagden op die herten, maar ook op schildpadden en vogels. Sommigen van deze soorten waren enorm en bestaan nu helaas niet meer.”

Lange oversteek in eenvoudige boten
De oversteek naar Malta en zustereiland Gozo was voor onze avontuurlijke voorouders geen simpele onderneming. Het dichtstbijzijnde stuk vaste land – de zuidkust van Sicilië – ligt meer dan 100 kilometer verderop. De mensen die voor het eerst voet aan wal zetten op Malta, gebruikten waarschijnlijk uitgeholde boomstammen als kano’s. Ze hadden in ieder geval nog geen zeilen.

In onderstaande video zie je het hele verhaal van de ontdekking, inclusief prachtige beelden van de grot en Malta.

“Ze hebben ongetwijfeld gebruikgemaakt van zeestromingen, wind uit verschillende richtingen, sterren, herkenningspunten om hen heen en andere manieren om koers te houden”, legt onderzoeker Nicholas Vella van de Universiteit van Malta uit. “De boot zal niet veel sneller dan 4 kilometer per uur zijn gegaan. Ze waren dan ook meerdere dagen onderweg. Zelfs op de langste dag van het jaar moesten ze een flink stuk in het donker varen, midden op zee.”

Deze reis staat vanaf nu bekend als de vroegste oversteek in de Middellandse Zee. Vella noemt het een bijzonder grote prestatie voor een samenleving zonder landbouw en met geen enkele vorm van moderne technologie aan boord.

Koken met zee-egels en zeehonden
De onderzoekers vonden naast resten van landdieren ook duidelijke sporen van wat de vroege Maltezers toentertijd uit zee haalden. “We vonden overblijfselen van zeehonden, allerlei vissoorten zoals tandbaarzen en duizenden eetbare zeeslakken, krabben en zee-egels”, vertelt onderzoeker James Blinkhorn van de Universiteit van Liverpool. “Alles was duidelijk klaargemaakt om te eten.”

De vondsten in de Latnija-grot roepen ook allerlei nieuwe vragen op. Hoe lang hebben deze mensen op Malta geleefd? Wat deden ze met de dieren op het eiland? Kenden ze andere gemeenschappen op afgelegen plekken en zo ja, op wat voor manier hadden ze contact met hen? Verder onderzoek moet deze vragen beantwoorden.

“We schuiven met de uitkomst van onze studie de geschiedenis van Malta duizend jaar terug in de tijd”, zegt professor Scerri. “We worden nu gedwongen om opnieuw te kijken naar wat Europese jager-verzamelaars allemaal konden, hoe ze leefden, reisden en wat hun aanwezigheid deed met de natuur om hen heen.”

Lees het hele artikel