Thea Moear was ooit de rechterhand van topcrimineel Klaas Bruinsma, en doet hierover uitgebreid haar verhaal in de docuserie Amsterdam Narcos.
Streamer SkyShowtime schijnt licht op chaotische periode
Na Liverpool, Dublin en Ibiza krijgt Amsterdam de Narcos-behandeling op SkyShowtime. Deze nieuwe driedelige docuserie focust zich op onze hoofdstad in de jaren 70, 80 en 90, toen de opkomst van hasj, xtc, cocaïne en elektronische muziek zorgde voor een dodelijk kat-en-muisspel tussen handelaren en de politie. Nu bijna alle zaken zijn verjaard en de gevangenisstraffen zijn uitgezeten kunnen een aantal hoofdrolspelers onbezonnen hun verhaal doen voor de camera. En dat levert een boeiend tijdsbeeld op.
Grootste blikvanger in de eerste aflevering is ongetwijfeld Thea Moear, de voormalige rechterhand van topcrimineel Klaas Bruinsma, die ze in de jaren 70 hielp om een heel hasj-imperium op te zetten. Naast Moear komen ook nog coffeeshop-eigenaren, dealers en voormalig onderzoekers van de politie aan het woord. Veel verhalen hebben we al vaker gehoord maar Moear blijft fascinerend om naar te kijken.
Moord in scène gezet
Vooral op het moment als ze vertelt over het gedoe dat ze ooit had met haar ex-man Hugo Ferrol, en Bruinsma hem hierop wilde omleggen. De twee bodyguards die hij die opdracht gaf hebben de moord toen echter met ketchup in scène gezet. De bikkelharde vergelding met dodelijke afloop is nooit helemaal opgehelderd, maar Moear lijkt hier nog altijd niet het achterste van haar tong te laten zien. „Ja, het zal altijd een mysterie blijven…”
Moear laat niet overal het achterste van haar tong zien.
Doordat we teruggaan naar een tijd dat er nog geen mobiele telefoons en handzame camera’s beschikbaar waren moeten de makers het doen met wat schaars archiefmateriaal en foto’s. Om dan niet de hele tijd te hoeven kijken naar de sprekers hebben ze ervoor gekozen om een aantal dingen in scène te zetten. Dit zien we vaker terugkomen in documentaires, waarbij vooral Netflix er een handje van heeft groots uit te pakken met heropvoeringen. Hier houden het ze het klein, en dat is maar goed ook, want erg overtuigend komen deze intermezzo’s niet over.
Met xtc door het plafond heen
De sprekers die voorbijkomen zijn dit gelukkig wel. Zo maken we onder anderen kennis met de charismatische Ilja Reiman, die als ’eerste gabber’ tientallen illegale raves organiseerde in de tijd dat men voor het eerst onder invloed van xtc tot in de late uurtjes door het plafond ging op elektronische muziek. Deze periode vol eigentijdse cowboys en indianen leveren mooie en soms ook schokkende verhalen op. Van de geboorte van de housemuziek en een ware subcultuur tot aan gewelddadige politie-invallen en feesten met zoveel overdosissen dat er tientallen ambulances opgetrommeld moesten worden.
Ilja Reiman was als allereerste gabber overal bij in begindagen dance: ’Ik liep met een tas vol xtc over straat’
Fascinerend is ook het verhaal van Johan Toet, die per ongeluk zijn eerste pil innam en daarop zes uur naakt stond te dansen. Hij stortte zich vervolgens op de productie van de pillen en kon het geld naar eigen zeggen nauwelijks meer verwerken. „De telmachines waren te langzaam voor al die poen, dus konden we het alleen nog maar tellen door het te wegen. Geld had geen waarde meer, we deden de gekste dingen.” Toet kreeg uiteindelijk 18 jaar opgelegd en zegt in zijn cel Jezus te hebben gevonden. Die kwam ogenschijnlijk samen met een zonnebank en een tandenbleekset.
Johan Toet (r) met zijn vrouw Brenda, die jarenlang samen een van de grootste pillenhandelaren van Nederland waren.
Onbegrijpelijke keuze
Wat de docuserie alleen flink onderuithaalt, is de onbegrijpelijke keuze van de makers om alle hoofdrolspelers Engels te laten praten. De anders zo rap van de tongriem gesneden Amsterdammer Reiman en Hagenees Toet komen zo dus nergens écht tot hun recht. De haperende zinnen zorgen ervoor dat de editors waarschijnlijk de gesprekken soepeler hebben moeten laten lopen in de montage. Hierdoor word je als kijker constant getrakteerd op harde overgangen en zinnen die gek eindigen of beginnen, waarbij de intonatie alle kanten opgaat. Het steenkolenengels zorgt daarbij voor onbedoelde hilariteit met parels als ’nobody had more than we’ en ’he snove too much cocaine’.
Onderaan de lijn is het echter een interessante kijk in een wereld waarvan de effecten nog dagelijks voelbaar zijn. Of het nou gaat om drugscriminaliteit en -gebruik of elektronische muziek, waarbij we, getuige ADE en talloze top-dj’s van eigen bodem, nog altijd horen bij de wereldtop.








 English (US)  ·
                        English (US)  ·