Oorlogsbuit als bewijs: Israëlische documenten voeden Nederlandse strafzaak

2 dagen geleden 3

Verplegers in blauwe en rode jassen lopen hoestend door de gangen. Het stof van een granaatinslag waait door de operatiekamers van het Al Shifa-ziekenhuis. Terwijl de laatste patiënten worden weggereden op brancards, stormen Israëlische militairen op 15 november 2023 het medisch complex binnen.

Ze zijn op zoek naar een geavanceerd commandocentrum van de militante Palestijnse beweging Hamas, dat zich onder het grootste ziekenhuis van Gaza zou bevinden. In de dagen erna brengt het leger beelden naar buiten van enkele in beslag genomen wapens en kogelwerende vesten. Volgens Israël hét bewijs dat Hamas vanuit Al Shifa opereerde – al wordt het commandocentrum nooit getoond.

Maar de Israëlische militairen nemen die dag nog iets anders mee uit het ziekenhuis. Een computer met documenten, die inmiddels voor het Nederlandse Openbaar Ministerie als bewijs dienen in een belangrijke strafzaak rond terrorismefinanciering.

Volgens het Israëlische ministerie van Defensie stond op de computer een document met de namen van allerlei hulporganisaties in Gaza – waaronder de Mercy Association for Children en Future Society for Deaf Adults – die zouden worden aangestuurd door Hamas.

Het OM gebruikt dit document nu om een Nederlandse Palestijn te vervolgen voor het financieren van Hamas. De verdachte, Amin Abou Rashed uit Leidschendam, is een bekende fondsenwerver en actievoerder voor de Palestijnse zaak. In de Libanese burgeroorlog verloor hij een arm. Hij heeft geen bezwaar tegen het noemen van zijn volledige naam.

Met de stichting Israa uit Rotterdam zouden Abou Rashed en zijn eveneens verdachte dochter meer dan 11 miljoen euro hebben doorgesluisd naar Hamas. Dat is verboden omdat de beweging op de sanctielijst voor terroristische organisaties staat. Het strafrechtelijk onderzoek tegen Abou Rashed en zijn dochter begon al voor de aanslagen van 7 oktober 2023, maar sinds de daaropvolgende oorlog is het strafdossier aanmerkelijk dikker geworden. Het Israëlische leger heeft namelijk tientallen documenten, aangetroffen in Gaza, overhandigd aan justitie in Nederland. Woensdag vindt bij de rechtbank Rotterdam een nieuwe tussentijdse zitting plaats in de strafzaak tegen Abou Rashed.

NRC had inzage in een deel van het strafdossier dat is uitgebreid met stukken die volgens Israël zijn gevonden op computers en usb-sticks in kantoren en woningen van Hamas-leden in de Gazastrook. Het betreft onder meer conceptnotulen van een Hamas-vergadering, financiële administratie van de strijdgroep en verslagen van de interne veiligheidsdienst.

De stukken zijn op 7 juli 2024 verstrekt door het Israëlische National Bureau for Counter Terror Financing (NCBTF). Dat werd in 2018 opgericht om terrorismefinanciering te bestrijden en maakt onderdeel uit van het Israëlische ministerie van Defensie. De documenten vormen slechts een fractie van de duizenden Hamas-stukken die Israëlische troepen naar eigen zeggen tijdens de Gazaoorlog in beslag hebben genomen. Maar hoe betrouwbaar zijn deze Hamas-documenten? En welke agenda heeft Israël met het verspreiden ervan?

Prominent lid

Zelf claimt hij kinderen in Gaza te willen helpen, maar volgens het OM is Abou Rashed een „prominent” lid van terreurorganisatie Hamas. In het strafdossier wordt dit onder meer geïllustreerd met foto’s waarop de Palestijnse Nederlander poseert met de in 2024 vermoorde Hamas-leider en voormalige Palestijnse premier Ismael Haniyeh.

De miljoenen die Abou Rashed onder Nederlandse moslims voor goede doelen in Gaza inzamelde zouden naar Hamas zijn gegaan. Niet direct naar de gewapende tak, maar naar liefdadigheidsorganisaties in Gaza die onder de paraplu van Hamas vallen – zoals een weeshuis dat door een Hamaslid werd bestuurd.

En hoewel er geen bewijs is dat met het ingezamelde geld door Hamas wapens werden gekocht en aanslagen tegen Israël werden gepleegd, is Abou Rashed – die een jaar in voorarrest doorbracht – volgens justitie nog steeds schuldig aan het overtreden van de sanctiewet. „Wij betwisten niet dat de verdachte de intentie had om kinderen te helpen en dat het geld ook bij kinderen terechtkwam”, stelde de officier van justitie vorig jaar maart tijdens een eerdere zitting. Maar volgens het OM is dat juridisch irrelevant. Hamas heeft een politieke, militaire en sociale tak en die staan allemaal op de sanctielijst.

Voor de onderbouwing van de beschuldiging dat Abou Rashed geld naar goede doelen van Hamas overmaakte, leunt het OM deels op stukken uit Israël, zo blijkt uit het strafdossier. Het bevat onder meer het overzicht op blanco briefpapier dat in het Al Shifa-ziekenhuis is gevonden, met namen van Hamas-organisaties die ook door Stichting Israa gesteund werden. Daarnaast is er een financieel ‘ontwikkelplan’ dat in een ander vermeend Hamas-kantoor zou zijn gevonden. Het plan vermeldt 128 liefdadigheidsinstellingen die „worden bestuurd door leden van de beweging”. De stukken zijn belastend voor Abou Rashed, omdat zij organisaties die Stichting Israa financierde aan Hamas linken.

Ook kleuren de in de Gazastrook aangetroffen documenten de rol en positie van Abou Rashed in. Uit een conceptverslag op blanco briefpapier komt naar voren dat de arrestatie van de Palestijnse Nederlander op de agenda stond van een tweedaagse bijeenkomst van de Hamas-top in september 2023. In de vergadering, die werd geopend door de inmiddels gedode Hamas-leider Ismail Haniyeh, wordt Abou Rashed hun „broeder” in Europa genoemd en zijn arrestatie als „uitdaging voor de beweging in Europa” gekenschetst. „Een smeekbede aan God” moet voor een spoedige vrijlating van Abou Rashed zorgen, aldus de Hamas-top. Volgens het onderzoeksteam van de FIOD maakt het document veel duidelijk: Abou Rashed is een broeder van de Hamas-top en diens arrestatie is problematisch voor Hamas’ Europese activiteiten.

Betrouwbaarheid

Rasheds advocaten Jill Leyten en Nick van Bremen verzetten zich tegen het gebruik van Israëlisch bewijsmateriaal – dat zou onbetrouwbaar zijn vanwege de herkomst en de afzender van de stukken. Maar pogingen om de authenticiteit van de documenten uit de Gazastrook te verifiëren, liepen tot nog toe spaak omdat het OM zich verzet tegen het horen van de Israeliërs die de documenten hebben aangeleverd. Dat zou niet nodig zijn, want „waarom zouden de stukken niet betrouwbaar zijn?”, vroeg de officier van justitie op een eerdere zitting. „De verdediging heeft daartoe niets aangevoerd.” Bovendien vindt „het door Israël aangeleverde materiaal” volgens de officier bevestiging „in ander bronmateriaal”.

Desgevraagd laat het OM weten dat het „altijd kritisch” kijkt „naar wie de informatie verstrekt en op welke wijze de informatie is vergaard.” Toch zouden de Israëlische stukken in dit geval bruikbaar zijn. „Uiteindelijk is het aan de rechtbank om het bewijs op basis van het gehele dossier en hetgeen ter zitting naar voren gebracht wordt, zorgvuldig te wegen.”

Eerdere door Israël verstrekte documenten uit Gaza laten echter zien dat niet op hun authenticiteit gevaren kan worden. Israël voert immers niet alleen een oorlog op de grond, maar ook een propagandastrijd.

Israël heeft een duidelijk motief om dit soort documenten onder haar bondgenoten te verspreiden

Een recent voorbeeld is het in april door Israël gepresenteerde rapport over banden tussen Hamas en VN-hulporganisatie UNRWA. Volgens dit rapport, gebaseerd op ledenlijsten die tijdens de Gazaoorlog op computers van Hamas zouden zijn gevonden, is zo’n 12 procent van de ruim 12.500 medewerkers van UNRWA verbonden aan Hamas of andere gewapende groepen. Het 78 pagina’s tellende Engelstalige rapport werd breed verspreid, onder meer via internationale advertentiecampagnes. Over de betrouwbaarheid bestaan echter grote twijfels. Eerder leidde een Israëlische beschuldiging tegen negentien UNRWA-medewerkers tot onderzoek, waarna negen mensen werden ontslagen. Een onafhankelijke review concludeerde dat Israël geen overtuigend bewijs heeft geleverd voor structurele banden tussen UNRWA en Hamas.

„Israël heeft een duidelijk motief om dit soort documenten onder haar bondgenoten te verspreiden”, zegt Joost Hiltermann, Midden-Oostendeskundige van de denktank International Crisis Group. „Het probeert hiermee ervoor te zorgen dat het buitenland Israël blijft steunen in haar strijd, ondanks de middelen die het hierbij gebruikt.”

Screenshot van ledenlijst

Wanneer Israël in juli vorig jaar in Gaza een journalist van Al Jazeera doodt, leidt dat tot een storm van internationale kritiek. Het leger geeft daarop een screenshot vrij van een ledenlijst van Hamas, die gevonden zou zijn op een computer in Gaza. De journalist zou op die lijst hebben gestaan – wat hem volgens het leger een legitiem doelwit maakt. Maar journalistenorganisatie Reporters Without Borders zag dat het document „talrijke inconsistenties” bevatte. Zo zou de man volgens de ledenlijst al op zijn tiende een militaire rang hebben ontvangen van Hamas, terwijl hij volgens dezelfde lijst pas op zijn zeventiende werd gerekruteerd. Toen Reporters Without Borders het leger hiermee confronteerde, zei het niet verantwoordelijk te zijn voor de inconsistenties in een Hamas-document.

Over een ander uitgelekt Hamasstuk moest het Israëlische leger wel toegeven dat het was gemanipuleerd, met de bedoeling om de publieke opinie te bespelen. Nadat in september 2024 zes dode Israëlische gijzelaars waren gevonden, kwam premier Netanyahu in eigen land onder druk te staan om een deal met Hamas te sluiten. Daarop presenteerde hij op een persconferentie een handgeschreven document, wederom afkomstig uit een Hamas-commandocentrum. Het document bevatte instructies over het opvoeren van psychologische druk op Israël middels het verspreiden van beelden van gijzelaars om twijfel te zaaien over het Israëlisch narratief dat grondoperaties zouden helpen bij de bevrijding van de gijzelaars. Kort na de persconferentie doken in Britse en Duitse media andere vermeende Hamas-documenten op, die lazen als ondersteuning van Netanyahu’s verhaal. Die documenten, gelekt door Netanyahu’s woordvoerder, bleken gemanipuleerd. De media besloten hun publicatie in te trekken. De woordvoerder werd aangehouden en verklaarde in opdracht van Netanyahu te hebben gehandeld.

„In de Gazaoorlog zie je dat Israël niet vies is van liegen en bedriegen”, zegt Göran Sluiter, hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Hij verwijst ook naar het ontkennen en verdraaien van Israëlische aanvallen op journalisten en hulpverleners. Gezien deze achtergrond is scepsis vereist bij uit Israël afkomstige stukken, meent Sluiter. Maar door een „hele rare kronkel in het Nederlandse rechtsstelsel” zijn er volgens de hoogleraar in de Nederlandse rechtszaal nauwelijks mogelijkheden om uit Israël afkomstig bewijs op authenticiteit onderzocht en uitgesloten te krijgen. Aan bewijs afkomstig uit EU-landen worden waarborgen gesteld, maar die gelden niet voor bewijs uit landen buiten de EU. „Zodra bewijs afkomstig is uit een land als Israël kan het gewoon over de schutting gegooid worden en bestaat er helemaal geen wettelijk kader.”

Dat wil echter niet zeggen dat het bewijs uit Israël uiteindelijk ook overeind blijft. De schendingen van het internationaal recht door Israël in Gaza kunnen gevolgen hebben voor de bruikbaarheid van de informatie die Israël gedurende die acties heeft veroverd, zegt hoogleraar internationaal recht André Nollkaemper van de UvA. „Je kunt moeilijk zeggen: Israël houdt zich systematisch niet aan fundamentele beginselen van het recht, maar bij de betrouwbaarheid van dít bewijs stellen wij geen vragen.”

Nollkaemper vindt het dan ook onverstandig dat het OM in de Hamas-zaak leunt op informatie van Israël. „Op deze manier laat Nederland zich lenen voor Israëlische belangen.”

Lees het hele artikel