Achter de zware houten deuren van de Utrechtse Domtoren wacht luidmeester Wilbert van der Hulst een groep Nederlanders en toeristen op. Deze tien mensen verzamelen zich zondagochtend voor de workshop klokkenluiden, een van de afsluitende activiteiten van het Festival Oude Muziek.
„Luiden is geen kwestie van zomaar aan een touw trekken”, legt Van der Hulst van het Utrechts Klokkenluidersgilde (UKG) uit. „Je moet het ritme vinden. Dat doe je door de cadans van de klok te voelen en ernaar te luisteren. Het is de bedoeling dat de klok het werk voor je doet.”
De uitgedeelde oorkappen worden opgezet en het oefenen begint. Niet meteen op de ‘echte’ klokken natuurlijk, in de Egmondkapel hangen twee kleinere ‘oefenklokken’. Eén man trekt vol enthousiasme aan het touw, waardoor de klok wild alle kanten op zwaait en ongecontroleerde geluiden produceert. Een vrouw probeert het voorzichtiger, maar krijgt de klok nauwelijks tot luiden. Pas als de luidmeester het touw van haar overneemt, klinkt er een slag. „Nu begrijp ik pas dat klokkenluiden echt een vak is”, zegt een van de deelnemers.
Uitleg hoe je een klok moet luiden tijdens de workshop klokkenluiden in Utrecht. Foto Merlin Daleman
Gehoorbescherming is nodig bij de workshop klokkenluiden in de Domtoren in Utrecht. Foto Merlin Daleman
Certificaat halen
Wie verder wil dan een workshop, kan zich aanmelden bij het gilde. Maar dat gaat niet van vandaag op morgen: er is een wachtlijst, en het duurt minstens een jaar trainen voordat iemand zijn of haar certificaat haalt en officieel mag luiden. Het gilde in Utrecht is de grootste van de, naar schatting, vijfendertig klokkenluidersgildes in Nederland met ongeveer 95 gecertificeerde luiders.
De opleiding omvat niet alleen ritmebeheersing, ook kennis van de geschiedenis van de klokken, hun gietproces en het onderhoud van het mechanisme. Zo leert iedere aspirant-luider dat elke klok zijn eigen karakter heeft en dat het aanvoelen van die unieke eigenschappen minstens zo belangrijk is als fysieke kracht.
Na het oefenen mag de groep naar de klokkenkamer, waar de veertien ‘echte’ luidklokken hangen. Oog in oog met de bronzen giganten, sommige meer dan vijfduizend kilo zwaar, lopen ze door eeuwenoude traditie. Zeven van de klokken stammen uit het begin van de zestiende eeuw, de andere uit het eind van de twintigste eeuw.
Iedereen mag aan het touw van de 520 jaar oude en 3.343 zware Michaël-klok trekken om te kijken of er beweging in komt. De luidmeester en vrijwilligers vertellen intussen verhalen over de klokken: hoe ze de stad hebben gemarkeerd bij historische gebeurtenissen, oorlogen en feestdagen, en hoe hun geluid door generaties heen als een tijdsaanduiding heeft gediend. Bijvoorbeeld om aan te geven dat de stadspoorten open en dicht gingen. „Dat signaal luidt de [nabijgelegen] Buurtoren nog steeds iedere maandag tot en met zaterdag om vijf voor acht ’s ochtends en vijf voor tien ’s avonds”, vertelt een vrijwilliger.
Het echte werk
Dan leidt Van der Hulst de groep naar de luidzolder. De enige aanwijzingen om je te oriënteren zijn de namen van de klokken op de muren naast de bungelende touwen; de klokken zelf zijn niet te zien. Die hangen ver boven je hoofd.
Vrijwilligers stromen binnen en krijgen van de luidmeester één voor één een klok aangewezen. „Voor iedere keer dat de klokken geluid worden, bestaat een luidschema”, vertelt hij. „Deze ochtend worden er om tien uur en om kwart over tien vijf van de veertien klokken geluid, om aan te kondigen dat de kerkdienst bijna gaat beginnen.”
De klokken van de Domtoren worden voor alle speciale gelegenheden met de hand geluid, daarbuiten vinden de geautomatiseerde uurslagen plaats. Onder speciale gelegenheden vallen niet alleen de aankondigingen van de eredienst op zondag en de vesperdienst op woensdag. Ook voor gebeurtenissen als Koningsdag, Dodenherdenking, Kerstmis en de jaarwisseling vinden luidingen plaats. Voor bruiloften en overlijdens kan de kerkelijke gemeenschap een aanvraag doen om de klokken te laten luiden.
De touwen worden aangespannen, de klokken beginnen te schommelen en dan volgen de slagen: een donderend geluid dat door de hele toren galmt en de vloeren laat trillen. Sommigen reageren met grote ogen, enkelen maken foto’s, anderen rennen terug de trap op naar de klokkenkamer en kijken toe. Iedereen voelt de kracht van de klanken door zijn lijf gaan: niet alleen hoorbaar, ook voelbaar.
Het luiden van de klokken is normaliter alleen weggelegd voor specialisten, maar bij uitzondering wordt het touw van de 43 jaar oude en 467 kilo wegende klok Beningnus ook even in de handen van de verslaggever geduwd. Het hout geeft mee, de 17 kilo zware klepel slaat tegen het metaal en het geluid vult de toren. Een ervaring die een minutenlange adrenalinekick oplevert.
De klokkenkamer in de Domtoren. Foto Merlin Daleman