Elke dokter maakt het mee, zegt kno-arts Raphael Hemler. Je ziet een patiënt in de polikliniek en denkt: waarom eigenlijk? Waarom komt deze patiënt? Wat voegt deze behandeling toe? Wat hééft de patiënt eraan? De arts houdt de gedachte voor zich of heeft het er later over met collega’s. Maar bij de volgende patiënt doet hij of zij het toch weer. Tot nu, hoopt hij.
Donderdag presenteerden elf wetenschappelijke artsenverenigingen een lijst met dertien alledaagse medische handelingen en ingrepen die, toen de artsen er eens goed voor gingen zitten, waarschijnlijk zo weinig toevoegen dat ze geschrapt kunnen worden. Er zitten ingrepen tussen die door artsen en patiënten al jaren als vanzelfsprekend worden gezien. Zoals het verwijderen van een ontstoken blinde darm – bij een milde ontsteking zou, bij gezonde mensen, voortaan een antibioticakuur moeten volstaan. Er zitten ook controles tussen die wel tijd kostten maar weinig toevoegden, zegt de arts, omdat patiënten met klachten zich toch al wel meldden.
Het is, zegt Hemler, die namens de Federatie Medische Specialisten betrokken was bij de schrapoperatie, een „paradigmashift”. Als er bij het schrijven van medische richtlijnen „vroeger” weinig wetenschappelijk bewijs was dat iets werkte, werd het volgens hem toch maar vastgelegd. „We wilden patiënten niet tekort doen, of het leek ons wel veiliger. Nu zeggen we: als er geen bewijs is dat je het moet doen, moet je het misschien ook maar niet doen.”
Worden de ingrepen geschrapt om kosten te besparen, of om patiënten te helpen?
„Vooral dat laatste. De kostenbesparing valt namelijk wel mee. Achter elke patiënt die we straks níet meer gaan zien, zit er iemand die we dan wél kunnen gaan zien voor iets anders. En de patiënt die minder behandeld wordt, heeft daar profijt van. Vanuit onze praktijkervaringen zijn we gaan kijken naar de richtlijnen. Die zijn vaak best voorzichtig, terwijl we in de praktijk zagen dat ze soms weinig opleverden.”
Maar wat is de winst? Financieel gaat het schrappen van de richtlijnen naar schatting om zo’n 70 miljoen euro, op 113 miljard euro zorgkosten vorig jaar.
„Nou, voor ouders maakt het veel verschil als een baby met poep in het vruchtwater straks vier uur eerder naar huis mag. Of dat iemand met een licht herseninfarct niet meer standaard ter observatie wordt opgenomen. En chirurgen zien dat er soms geen meerwaarde is om de blindedarm te verwijderen. Het is voor patiënten fijn als ze niet onder het mes hoeven.”
Maakt dit het dan makkelijker om meer productie te draaien in de zorg? Elke afspraak die wegvalt, kan immers gevuld worden met een andere patiënt.
„Je kan niet meer productie draaien, je neemt een stukje van de druk op de zorg weg. Natuurlijk, als de ene patiënt minder nodig heeft, dan schept dat tijd en ruimte voor iemand anders. Maar elke minuut en euro kun je maar één keer besteden. We streven naar passende zorg, dat is iets anders dan dat dit een verkapte productiewinst is. Dat is een misvatting die ik vaker hoor. Maar in de spreekkamer denk je niet aan zoveel mogelijk productie draaien.”
Is bekend wat de schade kan zijn van het schrappen van bepaalde ingrepen en richtlijnen?
„Nee. Dat is precies de paradigmashift. Soms weet je dingen niet precies. Je kunt zeggen: we gaan aan de hele veilige kant zitten en doen alles en houden alles in de gaten. Dat is hoe we het eerst deden. Dan zag een arts op een scan toevallig een alvleeskliercyste en gingen we die vervolgen, terwijl we na verloopt van tijd zagen dat die cysten niet veranderden. Nu zeggen we: we weten het niet, het is niet bewezen, maar we hebben duidelijke aanwijzingen dat iets weinig toevoegt, dus doen we het in principe niet meer.”
Zo’n verandering gaat niet eenvoudig, verwacht Hemler. „Stoppen met iets lijkt makkelijk, maar is het niet.” In het werk van medici zitten „riedeltjes” die ze bijvoorbeeld hebben geleerd op hun opleiding, maar die ze best kunnen missen. En patiënten hebben verwachtingen – bijvoorbeeld dat die ontstoken blinde darm eruit moet.
We willen, zegt Hemler, „een beweging op gang brengen om kritisch te kijken naar de zorg.” De dertien geschrapte zorghandelingen zijn wat hem betreft dan ook pas het begin. Hij hoopt op subsidie, zodat de wetenschappelijke artsenverenigingen meer richtlijnen tegen het licht kunnen houden, op zoek naar al te voorzichtige formuleringen. „We kunnen nu eindelijk een methode ontwikkelen om zulke handelingen op te sporen en ermee te stoppen.”
Lees ook
Veranderingen in ziekenhuiszorg: ‘We moeten eraan wennen dat we voor bepaalde ingrepen straks een stuk moeten reizen’
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129950764-4bd4b9.jpg)