Het politieke portret is sinds een paar maanden weer terug in de actualiteit.
Donald Trump gebruikt portretten actief om zijn boodschap mee te onderstrepen.
Maar is het portret van een politicus niet per definitie politiek?
Dit jaar kan het dan toch gaan gebeuren, zegt Angela Merkel, Duits bondskanselier in ruste, dit jaar gaat ze dan toch kiezen wie haar mag schilderen. Ze liet het zich tijdens een radio-interview ontvallen, toen haar naar het thema werd gevraagd dat al een paar weken in de Duitse media rondzingt. Want: wanneer komt nu eindelijk haar officiële portret in het Kanzleramt?
De directe aanleiding: in het werkgebouw van de bondskanselier bevindt zich een portrettengalerij van de zeven bondskanselieren na 1949, die zich traditioneel ná hun ambtstijd laten afbeelden. Maar vijf jaar na haar afscheid hangt Merkel er nog steeds niet bij, dus mocht de voortijdig afgetreden Olaf Scholz ineens wél snel over zijn portret beslissen, dan zou er ineens een gat klieven tussen Merkels voorganger Gerhard Schröder en haar opvolger Scholz.
Het lijkt toeval dat zoiets beschouwelijks als de portretkunst ineens bovenin het rijtje prangende politieke thema’s terechtkomt, maar is dat zo? Het valt in ieder geval binnen een verhitte nieuwe context, waardoor het politieke portret ineens verrassend actueel is geworden. Uitgerekend de Amerikaanse president Donald Trump, die sinds zijn benoeming vooral als grote vijand van de kunstwereld geldt, trok het portret de afgelopen vier maanden met veel theatraliteit de politieke arena van het Westen binnen.
Heldeniconografie
Het begon direct al met de keuze van Trumps officiële presidentenfoto, die radicaal anders is dan die uit zijn eerste termijn toen hij er nog vriendelijk op lachte. Dit nieuwe portret is direct gebaseerd op Trumps beruchte mugshot uit 2023, gemaakt in de Fulton-gevangenis nadat hij was aangeklaagd voor zijn ontkenning van de verkiezingsuitkomst van 2020. Hij kijkt grimmig vanonder zijn wenkbrauwen, hij houdt de mond strak, en „benadrukt zo een hardere, meer aanvallende houding”, zoals een politicoloog het portret voor de BBC analyseerde.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/20112455/data132526610-189133.jpg)
Na deze breuk met de traditie van het ‘vriendelijke presidentenportet’, richtte Trump zijn pijlen op het eerbiedwaardige genre van het olieverfportret. Hij eiste dat zijn portret in het State Capitol van Colorado, dat daar al sinds 2019 in een galerij van VS-presidenten hangt en nauwelijks iemand was opgevallen, zou worden weggehaald. Trump noemde het een „belediging”, en suggereerde dat het portret uit de koker van de „radicaal-linkse gouverneur” kwam, die Obama wél vleiend had laten afbeelden. Het doek is nu verwijderd, totdat er een vervanging is die Trump bevalt.
Wat volgens Trump wél geschikt zou kunnen zijn, laat zich aflezen aan het schilderij dat hij in maart als geschenk van de Russische president Poetin zou hebben gekregen. Officieel gepresenteerd is het niet, maar CNN heeft de Russische schilder ervan opgespoord en het schilderij eind april in de openbaarheid gebracht: het toont Trump na de moordaanslag in juli 2024. We zien zijn bebloede gezicht van onderaf, hij houdt zijn vuist omhoog voor de Amerikaanse vlag. Het is niet moeilijk te zien: dit doek sluit eerder aan bij Sovjet-heldeniconografie dan bij de moderne westerse portrettraditie.
Ongekend voor het hedendaagse Westen lijkt het, hoe Trump hiermee portretten voor zijn politieke boodschap inzet. Theatrale heldengebaren of provocerende gangsterblikken zijn nu juist het laatste wat een westers politicus wil laten zien. Van Mark Rutte viel na zestien jaar premierschap geen schilderij te bekennen, zijn officiële foto moest vooral neutraal zijn; premier Dick Schoof heeft exact hetzelfde type foto als Rutte, voor dezelfde geruststellend blauwe achtergrond.
Maar toch is de vraag of het allemaal wel zo anders is. Want is het portret van een politicus niet per definitie politiek? De portretten van Rutte en Schoof zijn normaal, maar ook ostentatief normaal, omdat het op zichzelf ook de vereiste is in Nederland: de machthebber dient ‘normaliteit’ uit te stralen – iets wat in radicaal-rechtse tijden niet is veranderd.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/20112457/data132527621-9064de.jpg)
Subtiele statements
Geen betere plek om de subtiele statements van het machtsportret te bestuderen, dan het Kanzleramt in Berlijn. In de Bondsrepubliek hoeden ze zich angstvallig voor heldeniconografie, maar tegelijk wordt de nalatenschap hier uiterst nauwgezet georkestreerd. Helmut Kohl liet zich in 2002 als vriendelijke opa afbeelden, maar dat was toch ook zijn handelsmerk waarmee hij in 1990 Oost- en West-Duitsland wist te verenigen. Gerhard Schröder, inmiddels uiterst omstreden vanwege zijn vriendschap met Poetin, liet zich door schilder Jörg Immendorff als een soort marmeren Caesar vereeuwigen, passend bij zijn toenmalige macho-aanpak in de Duitse politiek, maar het had wel genoeg postmoderne ironie om het acceptabel te houden.
Dus: wat gaat Merkel doen? Ze had afstand nodig om hierover na te denken, zegt ze zelf, maar nu is ze zover – bijna. „Zo bescheiden”, „zo weloverwogen”, klinkt het nu opvallend unaniem over Merkels omgang met haar portret. Maar juist de ‘bescheiden’ Merkel is – zie haar recente autobiografie, zie ook de portrettenreeks die fotografe Herlinde Koelbl van haar maakte – uiterst bewust van beeldvorming.
Wordt het een Oost-Duitse schilder, wordt het een vrouw, en: wat gaat ze uitstralen? Een ding is duidelijk: het portret van Merkel, die tijdens haar derde kanselierschap in 2017 al als de Europese anti-Trump werd bejubeld, zou in de huidige verhitte context zomaar een rol kunnen krijgen als het politiek-artistieke tegendeel van de portretten van Trump.