Met een rood potlood kan woensdag weer gestemd worden voor de Tweede Kamerverkiezingen. © ANP
Deelnemers zijn versplintering van het politieke landschap beu
Er kan geen misverstand over bestaan, de meeste stellingdeelnemers (87%) zijn voor de invoering van een kiesdrempel in Nederland. Een partij moet dan een vooraf vastgesteld percentage van de uitgebrachte stemmen halen voor een Kamerzetel.
Nu heeft ons land een zogeheten kiesdeler, die het aantal stemmen vertegenwoordigt dat nodig is om een zetel te bemachtigen (ongeveer 0,67% van de stemmen voor de Tweede Kamer). Veel respondenten vinden dat deze kiesdeler de versplintering van het politieke landschap niet tegengaat. Aan de landelijke verkiezingen van woensdag doen maar het liefst 27 partijen mee en volgens de peilingen komen er mogelijk meerdere partijen met slechts een of twee zetels in de Tweede Kamer. De veelvoud aan ’kleine’ politieke partijen wordt door de meeste deelnemers niet beschouwd als een democratische aanwinst. Zo stelt een deelnemer: „Het land wordt onderhand onbestuurbaar door alle moties die ingediend worden door alle clubjes. Er kan niet doorgepakt worden!” Bovendien maakt dit de formatie van een kabinet erg ingewikkeld, verwacht het gros van de respondenten.
Veel deelnemers zeggen het Telegraaf-columnist Annemarie van Gaal na, die in haar column (Tel. 27/10) voorstelt om een kiesdrempel van vijf zetels in te stellen. De 150 Kamerzetels worden dan verdeeld over de partijen die vijf of meer zetels behalen. Dan is een stabiele coalitie weer binnen bereik, meent zij. Ook de meeste respondenten denken er zo over: „Minimaal vijf zetels behalen, anders niet in de Tweede Kamer. De grotere politieke partijen kunnen dan eindelijk eens doorpakken.”
Het is ook veel deelnemers een doorn in het oog dat politici een Kamerzetel kunnen meenemen nadat zij zich van hun partij afsplitsen. De dissident in kwestie richt dan vaak een eenmanspartij op. „Ik vind het kwalijk dat Kamerleden hun zetel meenemen als ze bij de partij weggaan”, klinkt het geregeld in de reacties.
Toch is een klein deel van de deelnemers huiverig voor het instellen van een (hoge) kiesdrempel. Deze respondenten zien graag dat (religieuze) minderheden in ons land ook een (politieke) stem hebben in het parlement. Zo redeneert één van hen: „Alleen al het feit dat bij een kiesdrempel van vijf zetels de SGP uit de Kamer verdwijnt, zou al reden genoeg moeten zijn om geen kiesdrempel in te voeren. In zekere zin geldt dit ook voor een partij als Denk.”
Sommigen vinden het alarmerend dat onderzoeken aantonen dat het vertrouwen in de politiek bijzonder gering is en zij vrezen een lagere opkomst bij de stembus. Deze respondenten bepleiten net als in België een opkomstplicht voor het stemmen. „Stel het stemmen weer verplicht, nu blijven vaak de mensen met een lage opleiding thuis en als ze moeten stemmen dan krijg je een beter beeld wat er in de samenleving speelt.”
Andere deelnemers zijn boos om het uitsluiten van partijen. „Wat boeit mij die politiek nu? Ze luisteren toch niet, maken onderling alleen maar ruzie, terwijl het hele land al naar de klote is”, klinkt het. En: „Uitsluiten van een andere partij wordt uitsluiten van partij die dit doet”, stelt een andere deelnemer. Bijna acht op de tien deelnemers vindt het uitsluiten van politieke partijen ondemocratisch.









English (US) ·