Valt je vriendin veel makkelijker af dan jij? Dat komt vast door haar ‘skinny genes’

15 uren geleden 1

Elk pondje gaat door het mondje? Niet helemaal. Bij sommigen vliegen de kilo’s eraf, terwijl anderen moeten zwoegen om een onsje kwijt te raken. Dat heeft mogelijk toch met de genen te maken, stellen onderzoekers, die 14 ‘skinny genes’ hebben ontdekt.

Natuurlijk helpt het om minder te eten en meer te bewegen als je wilt afvallen, maar dat is dus niet het hele verhaal. Het zijn namelijk deels onze genen die de basis leggen voor het verbranden van onze vetreserves.

Half uur hardlopen
Tot die conclusie komen Britse wetenschappers van de University of Essex en de Anglia Ruskin University na onderzoek bij 38 proefpersonen tussen de 23 en 40 jaar. Zij moesten een paar maanden lang drie keer per week 20 tot 30 minuten hardlopen. “We gingen ervan uit dat acht weken duurtraining het gewicht van de proefpersonen zou verminderen, maar dat de deelnemers in verschillend tempo zouden afvallen. Dit zou gedeeltelijk verklaard kunnen worden door hun genetische verschillen”, schrijven de onderzoekers. Ze hadden gelijk: er bleken meerdere genen te zijn die invloed hebben op gewichtsverlies als reactie op lichaamsbeweging.

Zoals verwacht, vielen degenen die het hardloopschema volgden af. Maar de hoeveel varieerde aanzienlijk en dat was niet te verklaren door verschillen in training. Daarom gingen de onderzoekers met behulp van DNA-tests op zoek naar genvarianten die vaker voorkwamen bij degenen die meer gewicht verloren.

Het team kwam tot verschillende varianten in veertien specifieke genen die verband hielden met een groter gewichtsverlies: deelnemers met de meeste van deze varianten verloren gemiddeld 5 kilo, terwijl de proefpersonen die minder of geen van deze markers in hun DNA hadden maar 2 kilo afvielen.

Belangrijk gen
Een gen dat volgens de onderzoekers belangrijk is, is PPARGC1A, dat verantwoordelijk is voor het PGC-1-a-eiwit. Dit gen, aanwezig bij de deelnemers die het meeste gewicht verloren, is bekend doordat het een rol speelt bij hoe onze cellen energie verwerken en beheren. Analyse toonde aan dat de combinatie van deze genvariant met lichaamsbeweging goed was voor 62 procent van de variatie in gewichtsverlies.

Of je wel of niet bepaalde genen hebt, bepaalt dus deels hoe makkelijk je die pondjes kwijtraakt. Je kunt dus niet zomaar zeggen: hup, ga meer sporten dan val je wel af. Mogelijk is het voor jou écht lastiger doordat je niet beschikt over die fijne PPARGC1A-genvariant. Het gaat daarbij wel specifiek over de reactie van je lichaam op lichaamsbeweging en dus niet over hoeveel je eet.

Link met depressie
Het is niet de eerste studie die een verband aantoont tussen gewichtsverlies en genen. “Zoals ook wij hebben gezien, speelt het menselijk genoom een cruciale rol en heeft het veel interactie met op lichaamsbeweging gebaseerde reacties en aanpassingen”, schrijven de onderzoekers.

Interessant is bovendien dat vijf van de ontdekte skinny genes een rol spelen bij intelligentie en psychische problemen, waaronder depressie. Eerder onderzoek toonde al een verband aan tussen depressie en obesitas. Hoewel dit verband complex is, lijkt er een sterke genetische invloed te zijn, waarnaar meer onderzoek nodig is.

Geen wondergenen
De onderzoekers willen overigens wel benadrukken dat er geen magische genen zijn waardoor je automatisch afvalt. Inzet en doorzettingsvermogen blijven belangrijk, alleen heeft dat bij de een net iets meer effect dan bij de ander. De bevindingen zouden daarom kunnen leiden tot een gepersonaliseerde aanpak van overgewicht. Aan de hand van iemands genen zou je kunnen bepalen welke manier van afvallen het effectiefst is.

“Deze studie benadrukt dat er enkele belangrijke genen zijn die verband houden met het verlies van centimeters in de taille, maar het is belangrijk om te onthouden dat de genen niets doen zonder lichaamsbeweging en leefstijlverbeteringen, omdat ze allemaal met elkaar verbonden zijn”, zegt bewegingswetenschapper Henry Chung van de University of Essex. “Zonder interventie zullen ze hun ware potentieel niet laten zien, en dan maakt het niet uit welke genen je hebt.”

Lees het hele artikel