Ze werden gebeld door de boze dochter van Miggy. Miggy had in 1981 een grote pophit gehad met ‘Annie’. Hierin vertelde ze over een teleurstellende avond in de disco: „Annie, hou jij me tassie effe vast/ Want die gozer wil met me dansen.” Ruim veertig jaar na dat eenmalige succes onthulden John Schoorl en Paul Onkenhout in de Volkskrant dat Miggy het liedje niet zelf had gezongen. Dat waren twee studiozangeressen. Die twee hadden echter jonge kinderen, wilden liever in de luwte werken, en wilden niet op tournee. Dus werd Miggy naar voren geschoven.
Journalist John Schoorl: „En haar dochter moest nu in de Volkskrant lezen dat haar moeder het helemaal niet gezongen had. Dat was dus wel verdrietig eigenlijk.”
Journalist Paul Onkenhout: „Maar het klopte wel, drie, vier mensen hebben het bevestigd. ‘Annie’ was onze grootste scoop.”
Schoorl en Onkenhout hadden jarenlang een rubriek in de Volkskrant waarin ze namenliedjes bespraken: popsongs met een voornaam als titel. Die bundelden ze eerder in het boek En Venus was haar naam. Nu is de opvolger verschenen: Haar naam was Lola.
Volgens het boek kwam het Annie-succes van Miggy sowieso met gebreken: „Plotseling beland in de wereld van klatergoud en hongerige mannen die wilden meeliften op het succes, ging de leerling-verpleegkundige er bijna aan onderdoor. Ze werkte in weekeindes soms vier optredens per dag af en werd aangerand tijdens een concert in Zeeland.”
Willempie
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/19110540/221225BIN_2027805382_naam5-1.jpg)
Haar naam was Lola staat vol met dit soort hartverscheurende, opzienbarende, geestige verhalen. ‘Billie Jean’, ‘Rosanna’, ‘Willempie’, ‘Sunny’ – 110 bezongen vrouwen en mannen krijgen een plaatsje in dit rijke overzicht, dat volgens de makers meteen de geschiedenis van zeventig jaar popmuziek biedt.
Het begon in de corona-periode, toen de muren op hen afkwamen. Ze bedachten voor de Volkskrant de rubriek De Vijfde Beatle, waarin ze wekelijks een breed scala aan mensen portretteerden die min of meer iets met The Beatles te maken hadden – van producer George Martin tot de Nederlandse vastgoedkoning Maup Caransa. De vorm van de rubriek klonk strak, maar gaf het duo in feite grote vrijheid om eindeloos zijwegen te bewandelen. Dat geldt ook voor de twee namenboeken die erop volgden.
Schoorl: „We liepen ’s nachts over de Grote Markt in Haarlem. We hadden wel gedronken denk ik.”
Onkenhout: „Zeker ja.”
Schoorl: „En toen dachten we: ons volgende project moet gaan over namenliedjes. Liedjes die als titel alleen maar een voornaam hebben. Geen toevoegingen, dus niet ‘Belle Helene’ of ‘Lovely Rita’ of ‘Hey Jude’.”
Onkenhout: „Wij wilden eerst alleen namenliedjes over vrouwen. Maar een vrouwelijke redacteur zei dat we ook mannennamen moesten doen. Dat vonden we eerst te woke, maar wij zijn moderne mannen dus wij hebben snel meebewogen.”
Schoorl: „Het bleek ook wel interessant om het zo te verbreden. Anders hadden we alleen odes van sterke mannen aan zwakke meisjes gehad.”
Jet
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/19110546/221225BIN_2027805382_naam6-1.jpg)
Soms gaan de liedjes over een bestaand persoon, soms over iemand die verzonnen is, soms over een rat. Zo gaat ‘Ben’ van Michael Jackson over de vriendschap tussen een leider van een gewelddadige rattenbende en een jongetje met een zwak hart.
Schoorl: „Paul McCartney heeft een liedje over zijn hond Jet. Maar het kan ook over zijn pony gaan. De pony heette weliswaar ook Jet, maar volgens ‘Macca’-kenner Yorick van Norden kwam die pas later bij de familie. In de jaren zeventig woonde Paul met zijn vrouw Linda op een boerderij. Als ze naar de opnamestudio moesten, miste Linda de dieren. Dus hebben ze een keer de pony meegenomen naar de studio.”
Onkenhout: „In sommige gevallen is het duidelijk over wie het gaat. Zo gaat ‘Julia’ van de Beatles over Johns moeder. Maar er zijn ook zat voorbeelden waarvan niemand weet over wie het gaat. Dan zoeken we net zo lang door tot we toch een verhaal vinden.”
Onkenhout: „Soms gingen we uit van de artiest. We vonden dat we niet twee van die boeken konden maken zonder dat Bowie erin zou zitten. Maar het was moeilijk om een namenliedje van hem te vinden.”
Schoorl: „Uiteindelijk kwamen we op ‘Lazarus’, zijn zwanenzang, met het verhaal over de palliatieve arts die toejuichte dat Bowie zo open was over de zelfgekozen dood. Ik wist niet eens dat Lazarus een voornaam was, ik dacht aan dronkenschap, maar Paul wist dat het iemand uit de Bijbel was.”
Paul: „We wilden de belangrijke artiesten erin, maar ook alle genres. Dus na Johnny Jordaan komt John Coltrane. En alle tijdvakken. Dus niet alleen de jaren zestig, zeventig, waar wij zelf nogal op gericht zijn, maar ook nieuwe artiesten als Taylor Swift, Billie Eilish, Sabrina Carpenter, om te laten zien dat we niet helemaal achterlijk zijn.”
Marja
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/22170711/221225BIN_2027805382_naam9.jpg)
De dochter van Miggy was niet de enige die reageerde op de krantenrubriek. Schoorl: „We kregen honderden reacties van lezers, meestal oudere mannen met platenkasten die ons op een fout wezen, of zelf met vijftig suggesties van namenliedjes kwamen.”
Onkenhout en Schoorl werden vorig jaar voor de Raad voor de Journalistiek gedaagd. Dat ging om het lied ‘Marja’ van Chiel Montagne uit 1972. Schoorl: „Montagne trad op in het goudvissenprogramma van Willem Duys. Maar toen moest hij plots dat liedje live zingen en dat kon hij helemaal niet. Het werd een ramp.”
Volgens de toenmalige orkestleider van het tv-programma klopt er niets van dat verhaal, dus stapte hij naar de Raad voor de Journalistiek. Volgens hem wist Montagne best dat hij live moest zingen, had hij zelfs gerepeteerd, en ging het optreden prima. Het verweer van de journalisten was dat ze zich op een interview van Montagne zelf baseerden en dat ze de anekdote duidelijk aan hem hadden toegeschreven. De Raad verklaarde de klacht van de orkestleider ongegrond.
Kaya
Onkenhout: „Het mooie van de twee boeken is dat wij onbewust de geschiedenis van de popmuziek hebben geschreven. Een soort encyclopedie eigenlijk.”
Schoorl: Het eerste boek was nog chronologisch, deze is alfabetisch. Geschiedenis is nooit chronologisch.”
Niet alle grote popartiesten staan erin. John: „Weet je wie we niet hebben? Bob Marley. Tja, niet iedereen had een namenliedje. Bob Marley heeft wel een liedje dat ‘Kaya’ heet. Maar dat bleek over marihuana te gaan.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/19223238/221225BIN_2027805382_Auteurs-1.jpg)
Paul Onkenhout en John Schoorl.
Foto Bonnita Postma

/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/17145417/241225WET_2019379511_NJN6.jpg)
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/taxonomy/31c3a62-DijkgraafRobbert1280.png)
/https://content.production.cdn.art19.com/images/07/d4/34/68/07d43468-8b48-4130-b809-fb75ef8b6ab6/5e18ab12d98ae7c2c58d68e7ae81cb151838534cb67121a718ab909d6856e42b09f7fdbba91732110ab564525de0941b02b8667823ed57831a6be87d903d1b8b.jpeg)

English (US) ·