Voor Rayo-supporters zijn de buurt, liefdadigheid en antifascisme belangrijker dan winnen

4 uren geleden 1

Het is nog ochtend als de rolluiken van de cervecerías op Plaza del Rayismo in Madrid omhoog worden getrokken. De wedstrijd tegen Valencia begint pas over drie uur, maar tientallen Rayo Vallecano-supporters bestellen in de cafés al hun eerste biertje. Buiten klinkt het Rayo-lied ‘Pobre Pero Orgulloso’ (Arm Maar Trots) uit een speaker, terwijl de fans samen met een groepje uitsupporters uit Valencia hun halve liters drinken.

Op het pleintje leunt een van hen, Diego Bouzas (34) met een rood-witte Rayo-sjaal om zijn nek tegen een geparkeerde auto. Hij steekt een jointje op en knikt richting de meegereisde fans uit Valencia. „Dit is precies wat onze club zo bijzonder maakt. Rond andere stadions in Spanje zie je dit niet: een samenkomst van thuis- en uitsupporters.”

Op een steenworp afstand ligt het Estadio de Vallecas, in het hart van de wijk. In dit stadion speelt het financieel bescheiden Rayo Vallecano – de club met de laagste begroting van de Spaanse competitie La Liga – zijn thuiswedstrijden. Nog altijd maakt het serieuze kans op Europa League-voetbal , wat een historische prestatie zou zijn voor Los Franjirrojos (De Roodgestreepten). Alleen in het seizoen 2000/2001 speelde Rayo Europees voetbal, dankzij het Fair Play-klassement – ze kregen het seizoen ervoor de minste kaarten. „Toch maakt het me niet uit of we Europees voetbal halen of niet,” zegt Bouzas. „Ik kom hier om samen te zijn met de mensen uit onze wijk.”

Hechte gemeenschap

Die wijk, Vallecas, is een typische volksbuurt in het zuidoosten van Madrid waar veel Spanjaarden uit de arbeidersklasse en Latijns-Amerikaanse migranten wonen. Ver weg van de koninklijke grandeur van het stadscentrum wordt het straatbeeld bepaald door met graffiti bekladde kiosken, eenvoudige barretjes en loterijwinkeltjes. Vervallen en leegstaande woningen maken de sociaaleconomische problemen in de buurt zichtbaar.

Tegelijkertijd vormen de Vallecanen een hechte gemeenschap, waarin Rayo de trots en afspiegeling van de wijk is: sociaal, hardwerkend en uitgesproken links. Een groot verschil met grote broers Atlético en Real Madrid, vindt supporter Angel Izquierdo (48). „Rayo is voor de mensen uit onze barrio en tegen het grote geld”, zegt hij, terwijl hij met zijn dochter Irati (15) en zoon Beñati (12) sjaals uitzoekt bij een kraampje naast het stadion. Izquierdo groeide op in Vallecas en verhuisde op zijn dertigste naar Baskenland, maar reist voor Rayo nog regelmatig af naar Madrid. „Dit stadion blijft een ontmoetingsplek, iedereen kent elkaar, het is niet zo anoniem als bij Real of Atleti.”

„Hoewel de clubs uit dezelfde stad komen, leven hun supporters in compleet verschillende werelden,” vertelt journalist Maite Martín telefonisch. Onlangs bracht zij het boek 100 historias de un Rayo centenario uit, waarin ze honderd verhalen over het honderdjarige Rayo Vallecano verzamelde. „Rayo voelt als een grote familie, iedereen denkt aan elkaar. Toen de club begin deze eeuw weer eens in financiële problemen kwam, schoten supporters te hulp met een renteloze lening. En na afloop van wedstrijden komen spelers vaak naar buiten om soms urenlang met supporters te praten – dat waarderen de Rayistas enorm. Real Madrid vinden ze maar ‘kil’ en zien ze als club van voormalig dictator Francisco Franco.”

Piraten tegen ongelijkheid

De waarden van de wijk en club worden het sterkst uitgedragen door de Bukaneros (de Piraten), de harde kern van Rayo. Sinds 1992 maken zij tijdens thuiswedstrijden de sfeer in het stadion. Daarnaast zetten zij zich, in de geest van de wijk, met liefdadigheidsprojecten in tegen sociale ongelijkheid en andere maatschappelijke problemen in Vallecas. In coronatijd werd geld ingezameld voor een noodlijdend kinderziekenhuis. Of met de campagne ‘hier is niemand alleen’ van afgelopen jaar, over mentale gezondheid.

Onze supporters geven mensen een stem die ze zelf niet hebben, ook buiten deze wijk.

Regelmatig zet de maatschappelijke betrokkenheid van de supporters ook de club zelf aan tot actie. Illustratief is het verhaal van de 85-jarige buurtbewoner Carmen Martínez, die in 2014 vanwege een betalingsachterstand door de politie uit haar huis werd gezet. De Bukaneros protesteerden tijdens haar uitzetting voor het huis van Martínez, waarop toenmalig Rayo-hoofdtrainer Paco Jémez en zijn spelers haar hielpen een nieuwe woning te vinden én haar huur voortaan betaalden.De club richtte later een noodfonds op voor andere buurtbewoners.

Maar de acties van de Bukaneros gaan regelmatig verder dan liefdadigheid, zegt supporter Izquierdo. „Vorige maand nog wapperden er honderden Palestijnse vlaggen in het stadion. Onze supporters geven mensen een stem die ze zelf niet hebben, ook buiten deze wijk.”

Supporters van Rayo Vallecano houden Palestijnse vlaggen in de lucht uit protest tegen de Israëlische aanvallen op Gaza.Foto David S. Bustamente/Soccrates Images

Antifascistische spreekkoren

Anders dan de fanatiekste aanhang van Real Madrid of Atlético, die zich dikwijls schuldig maakten aan racistische en fascistische uitingen, verzetten de Bukaneros zich juist fel tegen alles wat naar fascisme riekt. Die afkeer daartegen wordt in Vallecas van generatie op generatie doorgegeven en vindt zijn oorsprong in de Spaanse Burgeroorlog (1936–1939). Toen werd de wijk als bolwerk van republikeinse strijders – ook communisten en anarchisten – onder vuur genomen door het leger van Francisco Franco. Na Franco’s overwinning lag Vallecas grotendeels in puin en werden zo’n 9.500 van zijn tegenstanders opgesloten in het stadion van Rayo, dat daarmee kortstondig dienstdeed als concentratiekamp.

Het anti-extreemrechtssentiment van de Bukaneros komt terug in protestacties. Die zijn soms ludiek. Zoals in 2021, toen bekend werd dat twee leden van de radicaal-rechtse partij Vox op de tribune hadden gezeten. De dag erna kwamen honderden fans in beschermende pakken met bezems en borstels naar het stadion om het stadion op symbolische wijze te ‘desinfecteren’ van radicaal-rechtse ideeën.

Andere keren zijn de protesten serieuzer, zoals de jaarlijkse marsen rond het stadion tegen homofobie en racisme. Of in 2017, toen de komst van de Oekraïense aanvaller Roman Zozoelja werd aangekondigd. Toen bleek dat hij banden had met de extremistische organisatie ‘Rechtse Sector’, werden spandoeken opgehangen bij het trainingsveld. ‘In Vallecas is geen plek voor nazi’s’, viel er te lezen. Binnen 24 uur was de transfer van de baan. Toen Zozoelja twee jaar later met voetbalclub Albacete op bezoek kwam bij Rayo, werd de wedstrijd halverwege gestaakt omdat supporters hem in spreekkoren uitmaakten voor ‘nazi’.

Geen Disneyland

Hoewel de Bukaneros met hun acties hopen op maatschappelijke veranderingen, willen ze dat Rayo zoveel mogelijk hetzelfde blijft. Als iemand voor de wedstrijd tegen Valencia een foto maakt van de in het zwart geklede groep wordt hem vriendelijk maar ook dwingend gevraagd die te verwijderen.

Een Bukanero – hij wil niet met naam in de krant – legt het voorval uit. „We vinden het leuk als mensen van buiten Vallecas de Rayo-wedstrijden bezoeken, maar we zijn ook bang het nieuwe Sankt Pauli [de Hamburgse cultclub die zich ook als links afficheert] te worden. Zij zijn tegenwoordig een soort Disneyland met hordes toeristen. Wij willen dat Rayo voor de Vallecanos blijft.”

Volgens journalist Martín is die vrees bij de Bukaneros ongegrond. „Rayo is klein en buiten Spanje onbekend.” Hoewel de groep af en toe wel degelijk betrokken is bij ongeregeldheden – zoals bij een vechtpartij met fans van FC Barcelona in 2018 – vindt Martín de terughoudendheid richting de pers onnodig. „Tegenstanders in Spanje zien de groep misschien als te extreem, mogelijk uit onwetendheid. Juist via de media zouden ze hun boodschap sterker kunnen overbrengen.”

Zo radicaal als de Bukaneros zijn lang niet alle Rayo-supporters, maar één ding hebben ze gemeen: een diepe hang naar het vertrouwde. Toen de vermogende clubeigenaar Raúl Martín Presa plannen onthulde voor een nieuw stadion, kwamen duizenden fans in beweging. Kinderen, vaders, oma’s: hand in hand vormden ze een menselijke keten rond het Estadio de Vallecas. De boodschap: liever spelen in een stadion dat bijna uit elkaar valt, dan verhuizen naar een industrieterrein.

Ook Francisco Velasco (71), al zijn hele leven Rayista, zegt niet aan een verhuizing te moeten denken. „Dit stadion is als een buurthuis. De ziel zou uit onze wijk worden gerukt als we hier niet meer spelen.”

Met een menselijke keten rondom het Estadio de Vallecas demonstreren de Rayo-supporters tegen de bouw van een nieuw stadion, buiten hun buurt.Foto Paul White/AP Photo

Scheuren en lekkages

Binnen in het stadion zijn de scheuren, lekkages en de afbladderende rode verf nog beter te zien dan van buiten. Ook valt op hoe krap de tribunes zijn ingebouwd tussen de woonblokken. Achter één van de doelen verrijzen zelfs twee woontorens, een tribune ontbreekt.

Enkele flatbewoners en zo’n 14.000 betalende supporters zien hoe een flets maar strijdend Rayo Vallecano met 1-1 gelijkspeelt tegen Valencia. De Bukaneros zingen en zwaaien met vlaggen met daarop de tekst working class. Als na de wedstrijd het een nummer van de lokale punkband Ska-P wordt gedraaid, wordt de zin „alle fascisten, weg uit mijn wijk” het hardst meegezongen.

Rayo Vallecano blijft zicht houden op Europees voetbal. De 71-jarige Velasco: „Maar zelfs al degraderen we naar de derde divisie, ik blijf komen. Elke keer krijg ik weer energie in dit stadion. Ook vandaag.”

Lees het hele artikel