Waardoor ruikt regen zo lekker?

4 uren geleden 1

Superfijn, vooral na een tijd van droogte: die zoete, frisse, aardse geur van de eerste regendruppels. Het is een unieke en herkenbare geur, die al snel weer vervliegt na het begin van een bui. Wat veroorzaakt die geur, en waarom worden we er zo blij van?

Het zijn niet de druppels zelf die zo lekker ruiken, maar de grond en de bladeren waar zij op vallen. Die verspreiden, als ze voor het eerst weer nat worden, een geur waar zelfs een aparte naam voor bestaat: petrichor. Die naam heeft Griekse wortels: pétros (steen, bodem) en ichor (het bloed van de onsterfelijken in de Griekse mythologie). De Australische chemici Isabel Bear en Dick Thomas lanceerden de term in 1964 in Nature.

Zij waren de eersten die de geur onderzochten. Anderen hadden er al wel over gespeculeerd. De Britse violist én wetenschapper Thomas Phipson schreef bijvoorbeeld in 1891 in Scientific American dat plantaardige oliën die in de grond terechtkomen, „de geur van duizenden bloemen” met zich meedragen. Bear en Thomas stelden vast dat de bodem inderdaad is doordrenkt met plantenoliën én dat die belangrijk zijn in petrichor. Ze wisten die oliën uit grond te destilleren en deden er experimenten mee.

Ze zagen bijvoorbeeld dat plantenzaden minder goed ontkiemen in grond met deze oliën. Door het uitscheiden van die stoffen zouden planten dus voorkomen dat hun zaden gaan ontkiemen als het te droog is. Tijdens een regenbui spoelen de oliën uit de grond én komen ze als piepkleine druppeltjes in de lucht terecht. Dan neemt hun concentratie in de grond af en kunnen zaden gaan ontkiemen.

Welke componenten van die oliën belangrijk zijn voor petrichor, lieten Bear en Thomas in het midden. Botanici suggereerden later dat het vooral gaat om drie algemene vetzuren: stearinezuur, oleïnezuur en palmitinezuur.

Spinazie en champignons

Door het spatten van regendruppels komen er nog meer stoffen in de lucht terecht. Bijvoorbeeld geosmine. Dat is een alcohol die wordt geproduceerd door veel bodembacteriën. En ook die stof is belangrijk in petrichor, ontdekten Bear en Thomas. Geosmine ruikt aards. Ook rode biet, spinazie en champignons bevatten geosmine. Vandaar dat sommige mensen die naar aarde vinden smaken.

Menselijke neuzen zijn bijzonder gevoelig voor geosmine. We kunnen de stof al detecteren in een concentratie van minder dan vijf moleculen geosmine per biljoen overige moleculen in de lucht (een één met twaalf nullen). Dat schreven Nederlandse, Japanse en Duitse onderzoekers in 2022 in Environmental Microbiology: „Dat komt overeen met één theelepel in tweehonderd Olympische zwembaden.” Ter vergelijk: van haaien wordt gezegd dat ze een druppel bloed kunnen ruiken in een verhouding van één op een miljoen – dus 200.000 keer minder gevoelig.

„De exacte biologische functie ervan begrijpen we nog niet”, vervolgen deze auteurs. Van geosmine, bedoelen ze. De biologische functie van onze gevoeligheid ervoor, die ligt voor de hand. Althans, volgens sommige evolutionair antropologen. Voor onze verre voorouders – in feite voor álle dieren – was het belangrijk dat ze konden ruiken waar het onlangs had geregend. Daar konden ze immers vers water, plantengroei en wellicht ook wild verwachten.

Dat verklaart meteen ook waarom wij die geur zo fijn vinden. Die associëren wij al van oudsher met overvloed, met een einde aan barre tijden, met groen en met geluk. Parfummakers in India schijnen de geur zelfs te destilleren uit aarde en te verkopen in dure flesjes.

Lees het hele artikel