Ze werven hun klanten en bouwen een netwerk via Instagram en andere sociale media. Personeel hebben ze meestal niet, lenen doen ze (nog) niet. Ondernemers tussen 18 en 25 jaar zijn vooral eenpitters.
Hun aantal groeit. In 2019 stonden er 110.000 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, nu zijn het er 207.000.
Sommigen doen er een studie of klussen naast, anderen zijn er de hele week mee bezig. Velen wonen nog bij hun ouders. Belangrijkste overeenkomst is sociale media: de vele potentiële klanten die ze zelf kunnen bereiken.
„De jonge influencers die via YouTube kleding van grote merken aan de man brengen en een luxe levensstijl laten zien, zijn bekend. Maar dat is een heel kleine groep”, zegt Jessica van El die zich met jong ondernemerschap bezighoudt bij de Kamer van Koophandel. De meesten verkopen spullen die ze zelf voor minder geld hebben besteld in het buitenland, of ze bouwen websites voor bedrijven of verkopen kleding of sieraden die ze zelf hebben gemaakt. De helft stopt er binnen drie jaar mee, maar die levensduur geldt volgens de KvK voor alle ondernemers.
NRC sprak met drie jonge ondernemers die met hun eenmansbedrijfje hun eigen geld verdienen.
Ravi Nagarkar (23) ontwerpt en maakt ringen ‘Een klant reed helemaal van de Duitse grens naar Amsterdam voor een verlovingsring’
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/03120957/data134432907-883299.jpg)
Juwelenmakelaar Ravi Nagarkar (23) bestudeert de ring die hij net heeft gepolijst.
Foto Simon LenskensRavi Nagarkar (23) werkte zeven jaar bij een fietsenmaker. Zijn baas, vertelt hij, droeg altijd een stalen moer als ring. Een grote, zware ring. Toen hij vier jaar geleden voor zijn broertje een Sinterklaas-surprise moest maken, begon hij een ring te slijpen van zo’n stalen moer. Veel verfijnder dan die van zijn baas, maar het idee was hetzelfde.
In de afgelopen drie jaar verkocht Nagarkar 100 zilveren en gouden ringen die hij zelf maakte. En het worden er elk jaar meer. 250 à 1.500 euro leggen klanten ervoor neer. Hij verwerkt er soms stenen in uit India, het land waar zijn opa vandaan komt. Na een paar dagen opleiding bij een edelsmid ging Nagarkar zijn eigen gang. Ravi is 23 jaar.
Hij heeft tot nu toe geen cent hoeven lenen. Alles wat zijn eenmanszaak oplevert, investeert hij in apparatuur. Die staat in de stoffige werkplaats die vroeger een slaapkamer was in het bovenhuis van zijn Amsterdamse oma. Onlangs kocht hij een hangmotor waarmee hij polijst, boort, freest en schuurt. Nagarkar kocht hem in India voor 80 euro, hier kost hij 600 euro. Tijdens die reis in India ging hij met een loep en een klein weegschaaltje naar handelaren in bijzondere stenen. Hij sloeg een kleine voorraad in voor nieuwe klanten.
Het kost ongeveer acht tot tien uur om een ring te maken. Eerst ontvangt Nagarkar de klant om te bespreken wat de wensen en mogelijkheden zijn. Dan maakt hij het model in wax dat hij naar de gieterij brengt („half uur heen fietsen, half uur terug”). Een paar dagen later haalt hij de gegoten ring op en dan gaat hij slijpen en vijlen in zijn werkplaats.
Ik wil unieke dingen maken, geen massaproducten
Daarnaast werkt hij vijf dagen per week in de bouw en begint hij in september aan een master Sustainable business and innovation.
Zijn klanten werft hij via Instagram. Hij begon met 500 volgers – veelal vrienden en kennissen – en heeft er nu ruim 1.500. Foto’s van elke ring moeten andere mensen verleiden. Onlangs reed een klant helemaal van de Duitse grens naar Amsterdam om een verlovingsring bij hem op te halen. „Dat was wel een mijlpaaltje.”
Hoe meer hij maakt en verkoopt, des te zekerder is Nagarkar dat hij ermee verder wil. Er is al een kleine wachtlijst aan klanten. Als hij veel meer klanten krijgt, zal hij „nieuwe Ravi’s” moeten aannemen. „Ik wil wel unieke dingen blijven maken, geen massaproducten. Op dit moment kosten mijn mooiste ringideeën, die ik nog niet heb gemaakt, ongeveer 3.000 euro.”
Laura Meester (23) is dj, draait in clubs en op festivals en wordt steeds bekender‘Eerst onderhandelde ik zelf, nu heb ik een agent die dat voor me doet’
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/03120950/data134432958-e65d95.jpg)
Dj Laura Meester (23) draait in clubs en op festivals voor soms tegen de 1.000 euro per optreden.
Foto Simon LenskensLaura Meester (23) werkt ’s nachts. Tussen 02.00 en 03.30 uur, soms later, soms eerder. Hele zalen zweept ze op met disco, house en funk. „Old skool” noemt zij het – dansnummers uit de jaren zeventig, tachtig en negentig. Ze gebruikt zowel digitale als vinyl platen en mixt ze ter plekke in elkaar. Reageert het publiek niet genoeg? Dan grijpt ze een andere plaat en mixt hem erin. En zo tast ze af wat de dansende menigte wil.
Haar naam als dj was in anderhalf jaar zo bekend geworden dat ze vorig jaar werd uitgenodigd voor grote festivals als Down the Rabbit Hole, Tomorrowland en Lowlands. Dit jaar weer. Maar ze draait net zo lief in een kleine club waar de toegang maar 8 tot 15 euro kost. Voor driehonderd man die haar niche kennen en waarderen. „Die niet steeds een nieuwe drop verwachten [plotse versnelling van het tempo].”
Tussen maart en september, het festivalseizoen, heeft ze gemiddeld twee tot drie optredens per weekend. In de winter is het onregelmatiger. Maar ze kan er al van leven; voor anderhalf uur draaien ontvangt ze „een bedrag dat tegen de 1.000 euro aanzit”. „Er is geen vaste prijs. Elke keer opnieuw moet je onderhandelen. Het is afhankelijk van zo veel dingen: je naam, het budget, de reputatie van het festival of de club, hoe lang je mag draaien. Eerst onderhandelde ik zelf, maar nu heb ik een agent die dat voor me doet.”
De club- en festivalwereld is competetief en vooral mannen zetten de toon. Laura Meester schat dat maar 10 procent vrouw is. „Iedereen wil geboekt worden, een plekje krijgen. Ik ook. Maar ik wil echt niet geboekt worden omdát ik vrouw ben.” Op Instagram deelt ze korte clips van recente optredens, waardoor ze steeds bekender wordt.
Met haar studie Psychologie is ze gestopt – muziek zoeken, luisteren, downloaden, sparren, opnames maken, kost tijd. En na een optreden slaapt ze tot ongeveer 11.00 uur. „Inmiddels slaap ik ook door de week tot een uur of elf, zodat ik een vast ritme hou de hele week.”
Ik wil echt niet geboekt worden omdát ik vrouw ben
Hoe word je dj? Haar vader had een oude draaitafel en wat platen uit zijn jeugd. „Je weet wel – de jaren tachtig.” Toen ze vanwege een scooterongeluk lang thuis zat, draaide ze daarop voor de lol.
Sindsdien is ze altijd bezig met muziek. Na die periode begon ze met dj-lessen. Op een goed moment, ze was 20, draaide ze bij de Amsterdamse zaken Weber en Lux, die naast elkaar staan, vijf uur lang ’s nachts. Om en om. Ze kreeg er in totaal 200 euro voor. „Maar zo leerde ik het begin van het vak. Het was te gek.”
Niet veel later mocht ze via een vriend een keer draaien in een club – Lovelee op het Amsterdamse Leidseplein. „De programmeur van de club zag dat en wilde me meteen nog een keer.”
Roxanna Roke (20) runt een cafetaria in een dorp in Twente ‘Op mijn vijftiende wist ik al: ik wil iets voor mezelf beginnen’
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/03120954/data134432964-1ef588.jpg)
Roxanne Roke (20) is uitbater van haar eigen cafetaria AnyTime. „We haalden de makelaar erbij, gingen erheen en binnen een dag was het geregeld.”
Foto Simon LenskensHet liefst staat Roxanna Roke (20) hamburgers te bakken op de bakplaat. Ja echt. Of ze maakt een gefrituurde speklap met ‘Jagertjes saus’ – het recept van de lokale slager die ‘Jager’ heet en die zijn ingrediënten geheim houdt. Ze koopt er al vijftig per week in.
Vorig jaar zat Roke nog in het laatste jaar van de mbo-opleiding Junior accountmanager in Zwolle. Sinds januari heeft ze haar eigen cafetaria. Dertien man personeel (vier met vaste roosters), een pand en een groeiende clientèle in Westerhaar-Vriezenveensewijk (gemeente Twenterand). Facebook en mond-tot-mondreclame is haar belangrijkste uithangbord.
Haar ouders hebben ook een cafetaria, dertig kilometer verderop in Ommen. Ze is er dus mee opgegroeid, vertelt ze. En vanaf haar vijftiende weet ze al: „Ik wil iets voor mezelf beginnen.”
Het valt niet tegen. Ze werkt wel zes dagen per week, maakt alles na zeven uur ’s avonds schoon met collega’s, doet de facturen, de publiciteit en de snelle telefoontjes in de ochtend als een werknemer zich voor die dag ziek meldt. „In het begin was het zwaar – ik was áltijd in de zaak. En er was altijd wel iets nieuws. Iemand die af zei, dat soort dingen. Maar ik ben er nu aan gewend.”
Haar cafetaria behoort tot de franchiseformule AnyTyme , dat eigendom is van groothandel Hanos. Haar ouders hebben ook een AnyTyme. „De formulemanager van AnyTyme was op bezoek vorig jaar en ik was erbij. Ik vertelde dat ik zelf iets zou willen beginnen en toen zei hij: er staat dertig kilometer verderop een horecapand leeg. We haalden de makelaar erbij, gingen erheen en binnen een dag was het geregeld.”
In het begin was het zwaar – ik was áltijd in de zaak
’s Avonds en in het weekend is het druk. De klanten komen om buiten te zitten, met eten en softijs. Als dit steeds beter gaat lopen, wil Roxanna uitbreiden. Nóg een zaak, of groter worden. Ze mag nog geen alcohol serveren, omdat ze nog geen 21 jaar is. Misschien wil ze dat in de toekomst, zegt ze, zodat klanten op het terras in de zon een biertje kunnen drinken.