Partijen komen en gaan, maar de VVD gaat nooit verloren. Bij geen enkele politieke partij in Nederland is het zelfvertrouwen gewoonlijk zo hoog. Maar de laatste tijd is het anders. VVD’ers zien dat het niet loopt. Er is, ruim twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober, discussie over partijleider Dilan Yesilgöz. Er zijn historisch slechte peilingen. Het kan ook gewoon een keer misgaan.
In de partij proberen ze de moed erin te houden, ziet Henri Kruithof, een goed ingevoerde voormalig woordvoerder van de VVD-fractie. Maar het is niet de bekende VVD-luchtigheid, zegt hij, het is „krampachtig optimisme”. „Het kan ook niet anders. Je kunt niet de straat op als je er helemaal niet meer in gelooft. Het is heel menselijk om dan negatieve sentimenten te blokkeren. Daarom denk ik ook niet dat Yesilgöz vervangen zal worden door een ander, dan zou de partij helemaal ten onder gaan.”
De VVD stapelt al twee jaar „blunder op blunder”, zegt Kruithof, en in het fluistercircuit wordt die analyse vaak beaamd. De VVD liet het vierde kabinet-Rutte vallen op migratie, opende de deur voor samenwerking met de PVV, en sleurt zich met Yesilgöz als leider van rel naar rel.
De rel van deze week: een geruchtmakend optreden van Yesilgöz in het programma BOOS van Tim Hofman. Het had moeten gaan over online bedreigingen, maar ontaardde in een langdurige ruzie over haar gedrag op sociaal medium X, waarin ze beschuldigde, woorden terugnam en opnieuw de discussie aanging. De leider die het niet meer weet van een partij die het niet meer weet.
Immuun voor instorting
Toch heeft een deel van de VVD decennia geloofd dat zij als enige twintigste-eeuwse volkspartij immuun waren voor wat eerder het CDA en de PvdA was overkomen. In het grootste deel van de vorige eeuw bepaalden drie stromingen de Nederlandse politiek: de confessionelen (KVP, CHU, ARP en later de fusiepartij CDA), de sociaal-democraten (PvdA) en de liberalen (VVD en D66).
CDA, PvdA en VVD waren destijds de drie onverwoestbare volkspartijen, met brede achterbannen en ideeën die wortelden in nóg een eeuw eerder, de negentiende. En met een bijna vanzelfsprekend abonnement op de macht.
In deze eeuw hebben er twee massa-extincties plaatsgevonden van traditionele volkspartijen. Het CDA stortte de afgelopen decennia steeds verder in en heeft nu nog vijf Kamerzetels, al is daar de hoop dat die trend met Henri Bontenbal gekeerd wordt. De PvdA zakte in 2017 na een recordverlies terug tot negen Kamerzetels, en maakt nu een doorstart met GroenLinks.
Stabiele Rutte-jaren
Dat overkomt ons niet, zeiden VVD’ers de afgelopen jaren vaak. In 2010 was de partij de grootste van Nederland geworden, en het tijdperk-Rutte (2010-2023) was er een van enorme stabiliteit. Dat was niet alleen omdat Rutte populair was. Het liberalisme is de meest toekomstbestendige van de drie oude ideologieën. Tenminste, zo zagen VVD’ers dat.
En daar zit dan ook wel iets in, zegt Gerrit Voerman, emeritus hoogleraar parlementaire geschiedenis. „De samenleving is na de ontzuiling sterk geïndividualiseerd. Het denken in groepen en collectieven van de andere twee ideologieën raakte de afgelopen decennia zwaar in verval. Ik zei altijd tegen mijn studenten: de VVD gaat een gouden toekomst tegemoet.”
Maar elke partij kan instorten, weet Voerman, ook de VVD. Daar zijn twee oorzaken voor nodig: er moet al lange tijd structureel iets verkeerd zitten. Bij het CDA speelde bijvoorbeeld de ontkerkelijking een rol. En er moet een acute crisis zijn die de boel laat instorten. Denk aan de samenwerking van het CDA met de PVV die in 2010 leidde tot grote verdeeldheid en een leiderschapscrisis die vele jaren duurde.
Leiderschap van Yesilgöz
De VVD kent dit probleem nu ook, zegt Gerrit Voerman. Er speelt iets actueels, het gebrekkige leiderschap van Dilan Yesilgöz en de onmacht van de VVD om zich los te maken van de Rutte-jaren. Tegelijk is er een structureel probleem. „Aan de rechterkant van de VVD is een blijvende radicaal-rechtse stroming ontstaan. Die haalt niet alleen kiezers weg bij de VVD, maar maakt de partij ook onzeker over het eigen verhaal. De ene strategie werd ingeruild door de andere, van uitsluiten en afstand nemen tot het nadoen van radicaal-rechts. Ze weten niet hoe ze zich moeten verhouden tot het rechts-populisme, en ondergraven daarmee hun eigen positie.”
Dilan Yesilgöz zette tijdens de campagne in 2023 „op onbegrijpelijke wijze” de deur open naar de PVV, nadat samenwerking jaren uitgesloten was. Met dat besluit kwamen de structurele en actuele zwaktes van de VVD op giftige wijze samen, zegt Gerrit Voerman. „En het blijft onverklaarbaar hoe zelfs de meest professionele partij van Nederland, met het meeste geld en beste kiezersonderzoek, zich zo heeft kunnen misrekenen.” Inmiddels is de VVD terug bij het oude standpunt: Yesilgöz maakte in juni bekend dat ze niet meer wil regeren met de PVV.
Jarenlang was regeren zónder de VVD praktisch onmogelijk. Er waren sinds 2010 geen centrumlinkse of -rechtse combinaties mogelijk zonder de liberalen. Maar VVD’ers voelen dat hun vanzelfsprekende machtspositie wankel is geworden. De Peilingwijzer, het gewogen gemiddelde van Ipsos I&O en Verian/EenVandaag, geeft de partij nu tussen de 20 en 24 zetels (de VVD heeft nu 24 zetels). Maar de trend is neerwaarts, en een paar zomerpeilingen suggereren een kans op een dramatisch verlies.
Henri Kruithof zegt: „Ik reken op tien tot vijftien zetels. Het is nu te laat om de strategie nog om te gooien of met een nieuwe lijsttrekker te komen. En een groot verlies hoeft ook niet slecht te zijn. Het kan goed zijn voor een partij om eens door een diep dal te gaan. Alleen dan komt het denken over een nieuw verhaal en een nieuwe strategie op gang. Dat kost vier, misschien acht jaar, met een nieuwe leider. Ik heb het verhaal nooit geloofd dat het de VVD niet kan overkomen.”