„Ja”, zegt Femke Kok, ,,voor het eerst ben ik sneller.” Ze werpt een snelle, guitige blik opzij. Daar staat Jutta Leerdam, de schaatsster die de afgelopen jaren altijd sneller was dan Kok op de 1.000 meter. Maar nu, op de laatste dag van de NK Afstanden, heeft Kok haar rivale voor het eerst verslagen – en haar tweede gouden medaille van het weekend gewonnen. ,,Dat geeft wel vertrouwen, ja.” Ze kijkt nog een keertje opzij. ,,Misschien wordt de 1.000 meter ook wel míjn domein.”
De NK Afstanden, de opening van het nieuwe schaatsseizoen, draaiden dit weekend op de korte afstanden uit op een triomf voor Femke Kok. Zaterdag was ze oppermachtig op de 500 meter – het scheelde drie honderdste seconden of ze had naast de nationale titel ook het baanrecord in Thialf verbroken. Op zondag voegde ze daar haar eerste nationale titel op de 1.000 meter aan toe. Een clean sweep.
Jarenlang schaatste Kok (25) – geboren en getogen in het Friese Nij Beets, vlakbij Heerenveen – op de sprintnummers in de schaduw van Leerdam. Rustig, bescheiden, niet zo flamboyant als haar rivale. Maar terwijl Leerdam de afgelopen twee jaar wisselvallig presteerde door fysiek malheur en een ongewis avontuur aanging zonder ploeg, begon Kok de ene overwinning na de andere te boeken.
Cruciaal
Op de WK Afstanden in Hamar werd Kok vorig seizoen voor de derde keer op rij wereldkampioen op de 500 meter, haar favoriete afstand. En tot verbazing van velen, onder wie zijzelf, wist ze daar ook een zilveren medaille te winnen op de 1.000 meter – een afstand waarop ze niet eerder uitblonk. Die overwinning, zo zei deze zondag, was cruciaal. ,,Ik wilde al heel lang laten zien dat ik een goede 1.000 meter kon rijden. En dit gaf vertrouwen.”
Begin oktober, voordat het nieuwe seizoen goed en wel was begonnen, zorgde Kok voor nóg een daverende verrassing. Tijdens een trainingswedstrijd in Heerenveen schaatste ze vanuit het niets een baanrecord op de 1.500 meter – een afstand die ze zelden rijdt maar waarop ze nu in één klap als een van de favorieten geldt. Deze NK kwam Kok niet in actie op de 1.500 meter – te dicht op de 500 in het programma, vond ze – maar ze wil zich wel voor de afstand proberen te kwalificeren voor de Olympische Spelen in Milaan in februari.
Zo is er bij de Nederlandse schaatsters ineens een tweede potentiële ‘koningin van de Spelen’, naast Joy Beune voor de lange afstanden. Op haar eerste en tot nu toe enige Spelen in Beijing kwam Kok niet verder dan een zesde plek op de 500 meter. Een medaille winnen in Milaan op alledrie de afstanden is ,,een droom”, zo zei ze zaterdagavond, maar ze temperde ook meteen de verwachtingen wat betreft de 1.500 meter: ,,Ik heb die afstand nu maar één keer gereden, dus het blijft afwachten hoe het in de rest van het seizoen zal gaan.” Haar focus voor de Olympische Spelen, zo zei ze, ligt ,,vooralsnog” op de 500, 1.000 en 1.500 meter. ,,In die volgorde.”
Luxeprobleem
Toch was de dominantie van Kok op deze NK ook enigszins vertekenend. Wie kijkt naar de rijders achter haar, ziet dat Nederland bij de vrouwen een luxeprobleem heeft: nog nooit waren er zoveel goede Nederlandse schaatssters op de sprintnummers. Naast Kok reed ook het 18-jarige talent Angel Daleman een goed NK. En zaterdag was er ineens nóg een verrassing: Anna Boersma, een 24-jarige sprintster uit Friesland die rijdt voor de nieuwe, bescheiden Staan-ploeg. Ze werd tweede op de 500 meter en mag over twee weken van start gaan op de eerste wereldbekerwedstrijd in Salt Lake City.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/02095640/021125SPO_2021771972_1.jpg)
Femke Kok na winst op de tweede 500 meter.
Foto Vincent Jannink / ANPJutta Leerdam kende een ongelukkige seizoensopening: door een blessure aan haar lies en een uitglijder reed ze een tegenvallende 500 meter, op de 1.000 meter verloor ze haar titel aan Kok. Oud-shorttrackster Suzanne Schulting stelde ook teleur: ze wist zich op beide afstanden niet voor de wereldbekerwedstrijden te kwalificeren. Maar zowel Leerdam als Schulting zijn nog steeds nadrukkelijke medaillekandidaten voor de Olympische Winterspelen – Leerdam wist zich met een beetje geluk toch te kwalificeren voor de wereldbekerwedstrijden.
Op de 1.500 meter wordt het bij de Nederlandse vrouwen straks helemáál dringen voor olympische startbewijzen, nu Kok zich heeft gemeld als potentiële specialist. De schaatsmijl is traditioneel de afstand waarop de sprinters en de stayers elkaar treffen: behalve snelle rijders als Kok en Daleman willen ook langeafstandsspecialsten als Joy Beune, Antoinette Rijpma-de Jong en Marijke Groenewoud in Milaan een medaille proberen te winnen op de 1.500 meter. De laatste werd vrijdag Nederlands kampioen op de afstand.
Na afloop van de NK Afstanden zeggen de rijdsters dat het inderdaad dringen wordt voor een olympisch startbewijs op de korte afstanden. ,,Het niveau is echt verschrikkelijk hoog”, zegt Daleman. Ze vinden dat, in de woorden van Rijpma-de Jong, vooral ,,supermooi”: door die onderlinge concurrentiestrijd gaan ze alleen maar beter presteren. Maar ze moeten ook erkennen dat het Olympisch Kwalificatietoernooi eind december wel eens zou kunnen uitdraaien op een slagveld. Daleman: ,,Er gaan straks zeker mensen teleurgesteld zijn.”


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/04184720/041125BIN_2020549561_Kerkasiel.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/04162005/041125BUI_2022016262_1.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/04161235/041125BIN_2022126591_buijs.jpg)





English (US) ·