Asielzoekers met kleinere kans op status mogen straks niet meer werken

Asielzoekers die een lage kans maken op verblijfspapieren mogen tijdens hun procedure niet meer werken. Aanvragers met een hoge kans op asiel mogen juist eerder aan het werk: vanaf drie maanden na het begin van hun procedure in plaats van de zes maanden die nu nog gelden. Dat heeft minister Mariëlle Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (VVD) vandaag besloten. De maatregel gaat komende zomer in.

„Wie een grote kans heeft om in Nederland te mogen blijven, moet zo snel mogelijk meedoen”, zegt Paul. „Maar wie hier niet mag blijven, mag ook niet werken.”

Aanleiding voor de wijziging is het Europese Migratiepact, dat op 12 juni volgend jaar in werking treedt. Daarin staat dat aan de Europese buitengrenzen (vooral Zuid-Europese landen) al onderscheid gemaakt moet worden tussen asielzoekers met een hoge en een lage kans op een verblijfsvergunning. Wie een lage kans maakt, krijgt een verkorte procedure en wordt bij een negatief besluit sneller uitgezet. Ook het doorreizen binnen de EU zou hierdoor moeilijker moeten worden.

Lees ook

Is migratie straks Europees ‘opgelost’? Dat is nog niet zo zeker