De Amerikaanse economie is een raadsel: economen uiten al lang zorgen, maar groei in derde kwartaal blijkt veel hoger dan gedacht

De afgelopen dagen komt er bijna dagelijks nieuws naar buiten over de stand van de Amerikaanse economie. Daar wordt door economen deze keer met extra veel interesse naar gekeken: maandenlang ontbrak data over de grootste economie ter wereld als gevolg van de overheidsshutdown van oktober en november. Dat gebrek aan inzicht kwam precies op het moment dat de zorgen over de Amerikaanse economie toenamen, en inflatie begon uit te groeien tot een groot politiek probleem voor Donald Trump.

Dinsdag was daar het nieuwste puzzelstukje: in het derde kwartaal – dus alweer een tijdje geleden – groeide het bbp met een forse 4,3 procent op jaarbasis. Dat was veel meer dan waar veel analisten rekening mee hadden gehouden. Hun voorspellingen stonden op ongeveer 3,2 procent, schreef de Financial Times.

Met dit flinke percentage neemt in feite de raadselachtigheid van de Amerikaanse economie alleen maar toe. Afgelopen week bleek dat de werkloosheid juist op het hoogste punt in jaren staat, op 4,6 procent. „Glijden we nou naar een boom of naar een recessie?”, schreef Jason Furman, in de periode 2013-2017 economisch adviseur van het Witte Huis, dinsdag direct in een opiniestuk in de The New York Times.

De gemengde signalen die naar buiten komen leveren economen kortom veel hoofdbrekens op. Maar waar velen het wel over eens zijn, is dat de astronomisch grote investeringen in AI door veel bedrijven de groeicijfers van dinsdag vertekenen. Of zoals Furman het dinsdag formuleerde: de bouw van datacenters levert relatief veel groei op met weinig mensen.

Hoe loopt dit af? In 2026 moet de ontknoping van dit raadsel gaan komen, schreef collega Maarten Schinkel dit weekend:

Lees ook

Trump nam dit jaar een grote gok met de wereldeconomie. In 2026 volgt de afrekening