Vergeet de rondvaartboten door de grachten – wie de komende maanden in Amsterdam is, kan gerust eens kopje onder in het Grachtenmuseum. Daar is tot eind november een tentoonstelling te zien over de zwemmende, vliegende en kruipende bewoners van de grachtengordel. In een zeventiende-eeuws pand maak je kennis met buitenissige soorten als de quaggamossel en de rivierdonderpad en passeren usual suspects als de halsbandparkiet en de bruine rat de revue.
Het pand aan de Herengracht werd in 1663 in opdracht van de koopman Karel Gerards ontworpen door Philip Vingboons – een destijds bekende architect die ook de beroemde Cromhouthuizen verderop langs de gracht ontwierp. Tegenwoordig doet het huis dienst als mini-museum: je kunt er een multimediale voorstelling bijwonen, diverse stijlkamers bezichtigen en een steeds wisselende expositie bezoeken – nu dus over de grachtenbiodiversiteit.
Bruine rat
Die combinatie tussen grachtengordelinterieur en natuur werpt z’n vruchten af. Het 3D-geprinte betonnen ‘vissenhotel’ vormt een mooi contrast met de klassieke kroonluchter erboven, een opgezette reiger staat sierlijk naast een antieke spiegel. Door die menselijke invloeden ga je als vanzelf nadenken over de soms innige manier waarop wij met andere soorten samenleven in de stad.
Interessant zijn in dat opzicht ook de diverse audio-interviews, waaronder die met de Leidse bioloog Auke-Florian Hiemstra. Hij onderzocht uit welke materialen meerkoetnesten zijn opgebouwd en stuitte daarbij onder meer op plastic bekertjes en mondkapjes. De mens als smerigste soort van de stad. De vaak zo beschimpte bruine rat daarentegen blijkt veel keuriger dan gedacht.
Regelmatig nodigt de tentoonstelling uit tot introspectie. Herhaaldelijk krijg je filosofische vragen voorgeschoteld aan de hand van dierenweetjes: een mossel filtert liters water per dag, wanneer heb jij voor het laatst iets groots volbracht? Wie daar geen zin in heeft kan zich ook gewoon verdiepen in het leven van de knobbelzwaan (inclusief uitstapje naar de kunstgeschiedenis) of over de geschiedenis van het palingoproer: de roemruchte volksopstand in de Amsterdamse Jordaan die in 1886 ontstond na een partijtje ‘palingtrekken’.
Overzichtelijk
Ook de fotoportretten van Amsterdamse huisdieren in de entreehal zijn de moeite waard – daar hadden er gerust meer van mogen hangen. Sowieso leent het onderwerp zich voor een grotere expositie, maar het is knap hoe het Grachtenmuseum gezien de geringe ruimte tóch lang de aandacht van bezoekers weet vast te houden. Juist doordat de schaal overzichtelijk is, bekijk je elk onderdeel extra goed. Wie daarna toch nog behoefte heeft aan meer, kan bijvoorbeeld een bezoek brengen aan het vlak bij gelegen taxidermiemuseum ArtZoo. Ook daar gaat (opgezette) natuur hand in hand met zeventiende-eeuwse architectuur.
En natuurlijk loont het de moeite om na afloop van het museumbezoek een rondje te lopen langs de echte grachten: die bekijk je plotseling met andere ogen.
Lees ook
Lees ook: Een dierentuin voor de eeuwigheid
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/14151318/data134955042-e47c1e.jpg)