De ‘primitieve’ mens was een stuk handiger dan gedacht: 300.000 jaar oude houten werktuigen herschrijven onze geschiedenis

6 uren geleden 1

Zo’n 300.000 jaar geleden zat er al een soort tuinman in onze voorouders, je zou hem bijna hernoemen tot Homo Gardena. Ze gebruikten geen schep of schoffel uit de bouwmarkt, maar houten gereedschap, zorgvuldig gesneden, geslepen en gepolijst. Dat weten we, omdat in het zuidwesten van China nu het oudste bewijs is gevonden van complexe houten werktuigtechnologie in Oost-Azië. En dat verandert ons beeld van de vroege mens rigoureus.

De spectaculaire vondst komt van de archeologische opgravingsplek Gantangqing in de provincie Yunnan, waar een groep wetenschappers onder leiding van hoofdonderzoeker Jian-Hui Liu van de University of Chinese Academy of Sciences liefst vijfendertig oeroude houten werktuigen blootlegden. Ze dateren van zo’n 361.000 tot 250.000 jaar geleden en zijn daarmee ouder dan een aantal vergelijkbare voorwerpen die eerder al zorgvuldig uit de Europese en Afrikaanse grond zijn getrokken.

Lekker tuinieren in 300.000 BC
Wat deze Chinese vondst echt bijzonder maakt, is dat de gereedschappen niet bedoeld waren om mee te jagen, maar om mee te graven en planten te bewerken. Dit kunnen de teamleden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zeggen, omdat er duidelijke sporen van bewerking en gebruik op de voorwerpen te zien zijn. Ze zijn bijna allemaal gemaakt van pijnboomhout en sommige lijken speciaal ontworpen om wortels los te wrikken of aarde los te maken. Er zitten grote stokken bij om met twee handen in de grond te spitten, maar er zijn ook kleinere, handige haken in de collectie te bewonderen.

Prehistorische gereedschapskist
Tot nu toe gingen archeologen ervan uit dat de vroege menselijke technologie in Oost-Azië relatief simpel van aard was. Men vermoedde dat de Chinezen in de prehistorie hun werktuigen, muziekinstrumenten en wapens vooral van bamboe maakten en niet van steen, omdat in China nauwelijks prehistorische stenen of houten werktuigen zijn gevonden. Bamboe is een materiaal dat zelden fossiel bewaard blijft. Daardoor leek het alsof er nauwelijks iets gebeurde op technologisch gebied. Maar de vondst in Gantangqing bewijst het tegendeel: vroege mensen in China beschikten juist over een breed en geavanceerd arsenaal aan houten werktuigen. In vergelijking met Europese sites uit dezelfde periode, waar vooral houten speren en werpstokken zijn gevonden, valt de diversiteit van de Chinese werktuigen op. Dat suggereert een andere manier van leven, met meer nadruk op planten verzamelen en graven dan op de jacht.

Groene vingers
Hout is kwetsbaar en vergaat snel, waardoor het net als bamboe zelden terug te vinden is in archeologische lagen. Maar als het wél bewaard blijft, zoals in Gantangqing, blijkt het een schat aan informatie te bevatten. Volgens de onderzoekers laat deze vondst zien dat vroege mensen in staat waren om met zorg en precisie houten voorwerpen te maken, dat ze een goed begrip hadden van hun omgeving en dat onze voorouders groene vingers hadden.

Kortom: de ‘primitieve’ mens uit het Pleistoceen blijkt een stuk verfijnder dan we dachten, met een gereedschapskist vol slimme houten werktuigen op de plank.

Lees het hele artikel