De snelste ooit in Monza, maar Max Verstappen nog altijd geen titelkandidaat

Zaterdag reed hij in de snelste ronde uit de Formule 1-historie naar pole position, zondag reed hij in de snelste F1-race ooit naar de zege. Als er één coureur was die het zondag in Monza verdiende om voor een uitgestrekte menigte Ferrari-fans bovenop het erepodium te staan, dan was het Max Verstappen.

Verstappen deed bij de Grand Prix van Italië voor het eerst sinds lange tijd weer eens wat het F1-publiek lang van hem gewend was: totaal domineren. Alleen na een kleine schermutseling in de eerste ronde verloor hij even de leiding aan Lando Norris, maar Verstappen heroverde de koppositie snel. Daarna reed hij er met overmacht vandoor. Hij won voor Norris en diens McLaren-teamgenoot Oscar Piastri zijn derde race van het seizoen.

Maar betekent zijn triomf ook dat Verstappen – die nagenoeg kansloos is voor de wereldtitel – nu elk weekend kan meedoen om de overwinning? Waarschijnlijk niet. McLaren, in 2025 ruimschoots het sterkste team, kon dit keer namelijk niet zo van zijn troefkaarten profiteren als gebruikelijk.

De belangrijkste reden: Monza is een wel heel uniek circuit. Op het spectrum van langzame en snelle banen, zit het Italiaanse parcours helemaal aan de uiterste zijde: het is de snelste bestemming op de F1-kalender. 75 procent van de 5,7 kilometer lange ronde rijden de coureurs volgas; er zijn slechts zes bochten waarvoor ze moeten remmen.

Topsnelheid tot 370 km/uur

Door het hogesnelheidskarakter van Monza is het afstellen van de auto’s relatief simpel. Zo klein en plat mogelijke vleugels, voor zo min mogelijk luchtweerstand op de lange rechte stukken. Dat de auto dan in de bochten wat lastiger te besturen is, weegt niet op tegen topsnelheden van tot wel 370 kilometer per uur.

Voor McLaren is dat jammer. Want kleinere vleugels leveren ook minder neerwaartse druk (downforce) op. En in het op de juiste manier opwekken van grote hoeveelheden downforce, is de McLaren normaliter juist het beste – maar in Monza had het Britse team daar dus betrekkelijk weinig aan.

Het geringe belang van aerodynamica in Monza nivelleert het speelveld, en daar kon Verstappen van profiteren. Hij liet zelfs vlak voor de kwalificatie, tegen de adviezen van zijn team in, een nóg kleinere achtervleugel op zijn Red Bull monteren. De juiste keuze, zo bleek: de 1.18,792 waarmee hij pole position pakte, was met een gemiddelde snelheid van 264,682 kilometer per uur de snelste ronde ooit gereden door een Formule 1-auto.

Zelfs met zo’n recordronde zou Verstappen gewoonlijk een dag later in de race nog niet veilig zijn geweest voor Norris en Piastri, die dan dikwijls een hoop tijd winnen omdat hun McLaren hen in staat stelt de bandenslijtage sterk te beperken.

Nieuwe asfaltlaag

Maar ook dát voordeel viel dit keer weg voor de McLarens. Monza is vorig jaar voorzien van een nieuwe asfaltlaag, die nadat er een jaar lang racewagens overheen waren gedenderd, flink gladder is geworden. Bandenslijtage was daardoor zondag voor niemand een probleem, dus ook daarop kon McLaren Verstappen niet terugpakken.

Verstappens overwinning (met een recordgemiddelde van 250,706 kilometer per uur) is óók een gevolg van de voortgang die hij met zijn team heeft gemaakt. Maar al te vaak was zijn RB21 dit jaar tijdens de trainingen op vrijdag amper te besturen, waarna de hele afstelling moest worden omgegooid – niet altijd met succes.

Lees ook

Laurent Mekies ontkomt bij zijn debuut als teambaas van Max Verstappen niet aan de problemen bij Red Bull

Deze vrijdag voelde de auto echter direct goed aan. Verstappen „kon zich niet herinneren” wanneer hij voor het laatst direct zo’n goede klik had met zijn Red Bull, zei hij zaterdag tegen Autosport. Dat komt ook doordat de coureur en zijn team de auto beter begrijpen. „Ik denk dat we nu wat beter weten hoe we de auto moeten afstellen”, zei Verstappen. „Daardoor kunnen we na elke sessie kleine aanpassingen maken, in plaats van dat we alles om moeten gooien.”

Als die vooruitgang blijvend is, zou Verstappen best weer wat vaker het podium kunnen halen. Geef de viervoudig wereldkampioen een enigszins stabiele auto, en hij zal er met zijn diepe reservoir van talent en ervaring immers alles uithalen. Of het genoeg zal zijn de McLarens te verslaan wanneer die hun technische voordeel weer ten volste kunnen benutten – dat valt alleen te betwijfelen.