Krokodillen en hun verre voorouders hebben ramp na ramp op Aarde doorstaan. De reptielen overleefden twee grote massa-extincties en dat is geen toeval. Amerikaanse onderzoekers hebben uitgezocht wat de brute monsters al die miljoenen jaren op de been hield.
We denken vaak dat krokodillen nog precies zijn zoals ze er miljoenen jaren geleden uitzagen: log, gevaarlijk en dubbel gepantserd. Maar dat klopt niet. De dieren van nu zijn de laatst overgebleven leden van een veel grotere groep, de Crocodylomorpha, die al 230 miljoen jaar bestaat. Die groep bestond vroeger uit tientallen soorten, in allerlei vormen en maten. Wat opvalt, is dat veel verwanten van de krokodil ooit veel succesvoller waren. Er waren er veel meer van op Aarde dan nu en ze pasten zich moeiteloos aan de verschillende leefgebieden aan. Toch zijn er nog maar een paar soorten krokodillen over en dat komt door de grote rampen die het leven op onze planeet in de loop der tijd hebben getroffen.
Alleseters
De wetenschappers uit Utah en Oklahoma schrijven deze week in het vakblad Palaeontology dat de krokodillen hun overlevingsskills vooral te danken hebben aan hun flexibele eetgewoonten en de plekken waar ze hun voedsel zoeken. Tegenwoordig zijn krokodillen alleseters die het overgrote deel van hun leven ronddobberen in het oppervlaktewater. Je vindt ze in rivieren, meren en moerassen. Jonge krokodillen knabbelen op insecten, kikkervisjes en krabben. Volwassen dieren grijpen vis, vogels, herten en op een slechte dag kunnen ze zelfs elkaar aanvallen en oppeuzelen.
Maar dat flexibele eetgedrag was er al veel eerder. Tijdens het Late Trias, zo’n 230 miljoen jaar geleden, waren de vroege crocodylomorfen vrij zeldzaam en hielden ze zichzelf in leven door op relatief kleine prooidieren te jagen. Andere reptielen uit die tijd, die ook bij de bredere groep Pseudosuchia hoorden, waren een stuk dominanter. Ze waren met meer en leefden op veel meer plekken.
Crocodylomorpha in vele soorten en maten
Toen kwam de eerste klap: het einde van het Trias, een periode waarin massa’s diersoorten het loodje legden. De meeste Pseudosuchia verdwenen. Alleen de minder kieskeurige crocodylomorfen bleven overeind. En wat denk je dat hun geheim was? Ze konden bijna alles eten wat voor hun snuit te voorschijn kwam. “Na deze massa-extinctie ging het helemaal los met de crocodylomorfen”, zegt hoofdonderzoeker Keegan Melstrom. “Ze ontwikkelden zich razendsnel en er ontstonden allerlei verrassende varianten: waterroofdieren, landdieren die zo ongeveer alles aten wat los en vast zat, echte vleeseters en zelfs plantenetende soorten.”
Maar ook die bloeiperiode kwam ten einde. In het Late Krijt ging het bergafwaarts met de meeste soorten. Alleen de halfwaterdieren die makkelijk voedsel konden vinden, bleven over. Vervolgens sloeg, 66 miljoen jaar geleden, een gigantische meteoriet in. Dat was het einde van de dino’s en van bijna alle overgebleven crocodylomorfen. Alleen de voorouders van de moderne krokodillen wisten aan deze uitsterving te ontsnappen.
Wat tanden vertellen over het menu
Maar hoe wéét je eigenlijk wat een dier at als het al miljoenen jaren dood is? Paleontologen kijken hiervoor naar de vorm van tanden en schedels. Scherpe tanden zijn typerend voor vleeseters. Herbivoren hebben juist brede kiezen waarmee ze hun plantaardige voedsel kunnen vergruizen. En de manier waarop een kaak beweegt, zegt ook veel over hoe het dier zijn eten naar binnen werkte.
De wetenschappers reisden de hele wereld over om hun onderzoek te kunnen verrichten. Ze bekeken fossielen van 99 uitgestorven soorten en 20 soorten die nu nog in de natuur leven. Het team vergeleek deze resten ook met tanden en schedels van hedendaagse zoogdieren en hagedissen. Uiteindelijk kregen ze zo een vrij goed beeld van de eetgewoontes van al deze diersoorten.
Vandaag de dag lijken alle krokodillen ter wereld hun dagen min of meer hetzelfde te slijten. Ze liggen in het water en wachten geduldig op hun prooi. Toch hebben ze nog altijd een verrassend brede eetlust. Ze lusten vrijwel alles. Het is heel goed mogelijk dat dit een overblijfsel is van hun rijke en gevarieerde verleden. Een verleden dat weleens erg belangrijk zou kunnen zijn voor de toekomst.
De zesde massa-extinctie
Wetenschappers vrezen dat we ons nu bevinden in een zesde massa-extinctie. Veel dieren sterven uit door de mens, die de wereld naar zijn hand zet. Door ontbossing, vervuiling en klimaatverandering neemt de biodiversiteit rap af. De vraag is: welke soorten maken de meeste kans om te overleven?
Tot nu toe doen we vooral ons best om zoogdieren te beschermen. Maar krokodillen verdienen net zo veel aandacht, vinden de onderzoekers. Hun geschiedenis laat zien dat juist dieren die niet al te kieskeurig zijn, een streepje voor hebben op de rest. Dat betekent niet dat we precies kunnen voorspellen welke soorten het gaan redden. Maar het helpt wel om beter te begrijpen wie er sterker staan in onzekere tijden.
En misschien kijken we dan voortaan anders naar een krokodil. Niet als bloeddorstig monster of wandelend handtasje, maar als stille getuige van 230 miljoen jaar overleving in de meest barre omstandigheden. Als het ons lukt om hun leefgebieden te beschermen, dan maken deze dieren misschien ook de volgende miljoenen jaren nog mee.