Enfant terrible Tyler, the Creator zet in Ziggo Dome een ongekende show neer

7 uren geleden 1

In een naar zweet en vuur ruikende Ziggo Dome begint het publiek halverwege de show van Tyler, the Creator te ruziën. De rappende alleskunner uit LA, die op een klein podium midden in de zaal plaatjes staat te draaien, vindt dat de rechterkant harder losgaat dan de andere, waarop de mensen aan de rechterkant beginnen te juichen. De linkerkant van de zaal reageert daar met een luid boe-geroep op, waarop de rechterkant spontaan losbarst in het spreekkoor ‘Het is stil aan de overkant’. Tyler kijkt er verbaasd naar, kijkt van links naar rechts en begint dan te schaterlachen, waarna hij met die kenmerkende raspende stem roept: „Is dat hoe jullie ruzie maken in Nederland? Hahaha, nou ja, beter dan in Amerika, daar word je doodgeschoten.”

Dan stijgt het podium op, en barst de zaal vol pompend enthousiaste jongeren (en ouders) in een moshpit uit bij ‘Who Dat Boy’. Die track duurt dertig seconden, waarna het podium terugzakt en de zaal bij het zwoele r&b-nummer WUSYANAME in een klein theater verandert terwijl het licht zacht oranje kleurt. Tyler is intussen naar de luchtbrug gekropen die het kleine podium met het hoofdpodium verbindt voor de keiharde marching song ‘Thought I Was Dead’ van zijn nieuwste album Chromakopia. Onder gebulder van vuurwerk en een keiharde bas die oorverdovend de zaal door rollen, zakt hij theatraal neer, en begint aan een a-capellaversie van het kwetsbare lied over zijn afwezige vader, ‘Like Him’, dat eindigt in vuurwerk en een maniakaal blaffen: „I don’t look like him!

Het is Tyler Gregory Okonma (34) ten voeten uit. Hij is bezig aan de wereldtournee van Chromakopia, dit is de eerste van twee shows in Amsterdam. Met Chromakopia maakte het voormalig enfant terrible een album dat een waar muzikaal en literair kunstwerk genoemd mag worden. Dat deze show bijzonder zou worden, was dus wel te verwachten. En toch, dat iemand zonder band en zonder achtergronddansers, met een microfoon en wat vuurwerk, zó’n dramaturgisch kloppende show kan neerzetten, ondanks de wel heel grote hoeveelheid tracks, is ongekend.

Lees ook

Tyler, the Creator overstijgt zichzelf voor de derde keer

Tyler, the Creator overstijgt zichzelf voor de derde keer  – Mount Eeries goudeerlijke zoektocht naar zichzelf

Huiskamer

Het decor bestaat uit vijf op elkaar gestapelde, felgroene zeecontainers. Het woord ‘Chromakopia’ erop gespoten. Bij openingstrack ‘St. Chroma’ (het alter ego van Tyler op het album) schuiven de containers langzaam omhoog. De hele zaal stampt mee op de beat. Al marcherend staat daar Tyler, in die kenmerkende Chroma-outfit: enorme schoudervullingen op zijn groene legerjasje, het haar opgestoken in een mohawk en dan dat vervreemdende masker.

Hoogtepunt is het intermezzo, wanneer in het midden van de zaal een heuse huiskamer uit het plafond zakt, met schermen eromheen waarop de buitenmuren van een knus huisje worden geprojecteerd. Tyler zit binnen op een bank, met een haardvuur, een kleedje, een piano en een platenspeler in het midden. Alsof hij wil laten zien hoe zijn paranoia zich uit: hij binnen, bezig met muziek, buiten het publiek, de mensen die naar binnen willen kijken. In de hoek hangt een camera gericht op de platenbak.

Daar gaat hij door zijn oude platen heen, blijft er af en toe bij een paar hangen. Het publiek reageert uitzinnig bij elke plaat die het herkent. Hij draait onder andere de hits ‘IGOR’s Theme’, ‘Earfquake’ en ‘Thank You’. Ondertussen kan hij even omkleden en komt hij terug als zijn ‘normale’ zelf: petje, wit T-shirt, overhemd met korte mouwen. Op zijn loungebank doet hij rustig een luchtje op. Vraagt het publiek welke schoenen hij aan moet. Gaat zitten, liggen, en luistert even naar het publiek. Dan zegt hij tegen de rechterkant van het publiek dat ze te gek zijn, en tegen de mensen aan de linkerkant dat ze rechts niet moeten uitjoelen. Ze moeten gewoon beter hun best doen. Tijdens de rest van het concert was het in ieder geval geen moment stil meer.

Lees het hele artikel