Grootste deel transitiefonds Rabobank gaat naar aankoop grond. ‘Meer naar innovatie was beter geweest’

4 uren geleden 1

Het heeft even geduurd, maar boeren weten het transitiefonds dat de Rabobank in 2023 vulde met , om duurzaamheidsleningen met gunstige voorwaarden te kunnen verstrekken, steeds beter te vinden. De mijlpaal van 1 miljard euro is begin deze maand behaald, maakte de bank dinsdag bekend.

Waar in de eerste twee jaar van het fonds slechts een half miljard euro werd opgenomen, is dat in de eerste driekwart van dit jaar verdubbeld. Door de versnelling loopt het fonds, dat een looptijd heeft tot 2030, nu alsnog volgens planning, licht directeur ‘food en agri’ Alex Datema toe op het hoofdkantoor van Rabobank. „Maar als je vanuit de urgentie van wat nodig is in de land- en tuinbouw het bekijkt, hadden wij graag gewild dat het sneller ging. En meer op innovatie gericht.”

Rabobank deed in 2023 in het potje voor het transitiefonds, in eerste instantie om de plannen uit het Landbouwakkoord te ondersteunen. Dat akkoord tussen de overheid, boerenorganisaties, andere bij voedselproductie betrokken bedrijven had boeren toekomstperspectief moeten bieden . De bank probeerde met het fonds ook kritische stemmen tegemoet te komen die vonden dat de bank, die decennia lang verdiende aan intensivering van de landbouw, nu ook financieel moest bijdragen aan de verduurzaming van sector.

Toen het Landbouwakkoord klapte, schreef de voormalige boerenleenbank een eigen visie op de agrarische sector, geënt op duurzaamheid. Met het fonds van 3 miljard euro als katalysator:

Een belangrijk probleem van de leningen die nu verstrekt zijn: 80 procent van de 1 miljard ging naar boeren die extra grond kochten, bijvoorbeeld van een stoppende buurman. De overige 20 procent ging voor de helft naar het opstarten van nieuwe activiteiten, zoals een kinderopvang of boerencamping. Slechts 10 procent ging naar innovatie, die stikstofuitstoot direct vermindert of boerenbedrijven op een andere manier verduurzaamt, zoals lasers of waterstralen die onkruid bestrijden. Datema: „Als je zegt dat de uitstoot van stikstof een van de grootste problemen is in dit land op dit moment, dan heeft grond daar niet de meeste impact op.”

Waarom zeg je als bank dan ja op grondaankopen?

Datema: „Omdat het vanuit de boerenbedrijven gezien strategisch een goede en verstandige keuze is. Het geeft boeren meer ruimte voor hun mest, nu zij door de minder mest per vierkante kilometer kwijt kunnen. En wellicht komen er regels over grondgebondenheid [waarbij het aantal maximale aantal dieren van een boer meer wordt gekoppeld aan de hoeveelheid grond van het boerenbedrijf]. Dus grond is een soort verzekeringspolis − grond is al vijftig jaar lang een waardevaste investering gebleken. Daarom hebben wij geen aarzeling om in grond te investeren. We vinden het alleen jammer dat er niet ook veel in innovatie geïnvesteerd wordt.”

Wat houdt dat tegen?

„Veel boeren willen echt wel. Maar houdt ze tegen. Er zijn wel innovaties die leiden tot stikstofreductie. Maar die zijn voor een deel juridisch niet houdbaar verklaard door de rechter. Dus daar ga je als boer dan niet in investeren.”

„En als de techniek wel wordt goedgekeurd, is er nog het probleem dat er geen nieuwe milieuvergunningen worden uitgegeven. En die heb je wel vaak wel nodig. Dus die onzekerheid van ‘ik wil wel iets doen, maar een nieuwe stal bouwen zou leiden tot een nieuwe vergunning die ik misschien niet krijg’, leidt ertoe dat de boeren die vooruit willen, grond aankopen.”

Maar moet de bank dan niet gewoon het risico op zich nemen van een nieuwe stalvloer, als jullie doel verduurzaming is?

„Als het juridisch klopt, dan willen wij graag financieren. Maar wij moeten ons aan de wet houden. Wij mogen bedrijven die geen goede vergunning hebben niet financieren. Wij kunnen als bank niet zeggen: het zal misschien wel meevallen.”

Lees ook

Boeddha en boksbal – namens Rabo in gesprek met je collega-boeren

Directeur Agri & Food Datema neemt een video op voor 1.200 collega’s van de bank.

Datema is net zo lang de ‘boerendirecteur’ van Rabobank als dat het transitiefonds bestaat. De melkveehouder, in de sector al bekend als duurzame voortrekker, werd in 2023 aangetrokken om de nieuwe duurzame visie van de bank op de landbouwsector door het land te verkondigen.

Jouw boodschap, en dus die van de Rabobank, is in zalen in het land steeds: krimp is onvermijdelijk, onder meer gezien de opdracht om minder stikstof uit te stoten.

„Iedereen weet dat. Iedereen weet dat we over tien jaar minder dieren hebben in Nederland dan nu.”

Maar moeten jullie dat dan als bank niet meer afdwingen? Jullie zijn financier van de hele keten.

„Stel dat wij financiering van een boer zouden opzeggen. Dan is de kans klein dat die stopt. Want die gaat gewoon naar een andere financier toe. Dat geldt ook voor andere bedrijven in de keten. Dus dat is niet onze rol.”

Maar is het dan alleen aan de overheid om die krimp af te dwingen?

„Je kan ondernemingen heel goed vragen om mee te denken hoe bepaalde doelen te bereiken. Maar de wens van een sector is nooit om te krimpen. En je kan niet aan ons als bank vragen om boerenbedrijven te dwingen minder dieren te houden. Dit soort maatschappelijke keuzes is toch echt de rol van de overheid.

„Als wij als maatschappij vinden dat er op bepaalde plekken sprake moet zijn van krimp, dan is de overheid daar het vehikel voor. Die kan dat afdwingen, maar die moet dan ook zorgen voor een sociaal plan. Onze boodschap aan politiek Den Haag is nu: wij zien aan het transitiefonds dat veel boeren echt wel willen investeren in verandering.”

Moet er niet gewoon alsnog een Landbouwakkoord komen dan, desnoods vanuit de sector zelf? Zo van, hier nieuw kabinet, hier kan je mee aan de slag?

„We kunnen niet zonder de overheid dit regelen, omdat het probleem zo juridisch is. Dus ja, wij zijn nog steeds fan van een Landbouwakkoord. Wellicht is de naam wat besmet, dus moeten we het anders gaan noemen. Maar er moet een akkoord komen tussen sector en overheid, waarin wordt gezegd hoe uit deze stikstofte komen. Wij denken echt dat dat kan helpen.”

Lees het hele artikel