Hilal Al Habsi tikt even tegen zijn witte pet voor hij de loopplank afstapt. Een groet aan de gigantische vlag op het achterdek die, vertelt hij, elke ochtend om 08.00 uur met een korte ceremonie gehesen wordt. Hij wijst op het embleem, een kromme dolk met twee gekruiste zwaarden. „Kijk, dat zie je overal terug hier. Het staat ook op de uniformen van de bemanning en zelfs op de zeilen. Iedereen kan al van verre zien dat dit een Omaans schip is.”
De Shabab Oman II ligt sinds maandagmiddag te pronken in de haven van IJmuiden. Het is een van de tientallen tallships die de komende dagen naar Nederland komen voor Sail: een vijfjaarlijks nautisch evenement in Amsterdam dat vanaf woensdag voor de tiende keer plaatsvindt. Op maandag en dinsdag komen de meeste deelnemende schepen vanaf de Noordzee de havenplaats binnen en zijn ze tijdens Presail – dat ook tienduizenden bezoekers trekt – al te zien.
De Shabab Oman II is een van de langste clippers en heeft 34 zeilen
Voor de bemanning van Shabab Oman II staat dinsdagochtend eerst een fotosessie met fotograaf Jimmy Nelson op het programma. „Everybody ready?” vraagt de Brit, die voor de gelegenheid met zijn grootformaatcamera op een prullenbak klimt. „Prachtig! Dit lijkt wel een schilderij.” Dan nemen de crewleden positie in op het dek. Het schip gaat open voor publiek.
Hilal Al Habsi (38) is een van de twaalf officieren aan boord – te herkennen aan de drie strepen op de mouwen. Hij houdt toezicht, vertelt hij, en „zwerft rond” over het schip, als het goed is wordt hij volgend jaar de kapitein. Glimlachend noemt hij de ene na de andere wetenswaardigheid op: de Shabab Oman II is met haar 86 meter een van de langste clippers ter wereld. Ze heeft 34 zeilen, verdeeld over drie masten. Kan als het moet 25 dagen aaneengesloten op zee blijven. Won al 21 trofeeën. Heeft plek voor 54 bemanningsleden en 36 trainees. „En vier gasten.”
Lees ook
Topdrukte op Amsterdamse wateren met Sail. Havenmeester: ‘We kunnen natuurlijk niet ieder bootje aanspreken’
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/08/15140408/data136033483-bc9f3c.jpg)
Drijvende ambassade
Het schip is in feite een varend visitekaartje voor Oman. Of in de woorden van Al Habsi: „Een drijvende ambassade.” Het land liet het twaalf jaar geleden bouwen door Nederlandse scheepsbouwer Damen. „Het casco werd vervaardigd op de Damen-werf in Roemenië en daarna naar Vlissingen gesleept.”
De missie van De Shabab Oman II is, net als die van haar voorganger: het verspreiden van vrede en vriendschap door het verwelkomen van gasten overal ter wereld. In de blinkende kajuit hangt een foto van de sultan en een schilderij van thuishaven Muscat. „Het moet hier voelen alsof je een Omaans huis binnenstapt.”
Koelboxje mee, de hele dag bootjes kijken, heerlijk
Op de kade bewonderen Michel en Bianca de Hart de driemaster van een afstandje. Michel (53) heeft zojuist bij een marktkraam het nieuwe shirt van lokale voetbalclub Telstar gekocht en ook meteen aangetrokken. Het is een speciaal uitgebrachte zeemanseditie ter ere van Sail: er prijkt een zeemeermin op zijn borst.
Ze zijn blij, zeggen de IJmuidenaren, dat Sail na tien jaar terug is, de editie van 2020 ging niet door vanwege de pandemie. „We hebben het echt gemist.” De vorige keer installeerden ze zich op woensdag langs het Noordzeekanaal om de uittocht van de schepen richting Amsterdam te zien. („Koelboxje mee, de hele dag bootjes kijken, heerlijk.”) Dit keer zit dat er wegens een doktersafspraak helaas niet in.
Zo’n honderd meter verderop liggen de driemastschoener Eendracht uit Rotterdam en de clipper Stad Amsterdam afgemeerd. In tegenstelling tot hun Arabische collega’s ontvangen de bemanningen deze ochtend geen bezoekers, ze zijn druk met poetsen en andere voorbereidingen voor de parade – de Stad Amsterdam vaart woensdag voorop. De 78-jarige Paul Jacobs zit op een picknickbank en slaat het allemaal gade. Hij zag gisteren op het journaal een item over Presail in IJmuiden en het leek hem een mooie gelegenheid om alvast wat van het spektakel mee te pikken. „Ik dacht: ik rijd er gewoon even naartoe.”
Met zeilen heeft hij op zich niet veel. Wel met cruises. Op zijn achttiende voer hij met de Holland Amerika Lijn naar New York en op latere leeftijd cruisede hij onder meer naar Scandinavië en de Cariben. („Je ziet alles en hoeft niet met een koffer te slepen.”) Komt hij vandaag voor iets speciaals? „Ik hoorde dat de Karel Doorman komt [bevoorradingsschip van de Koninklijke Marine]. Maar het kan nog uren duren.”
Bij de loopplank van de Shabab Oman II is het tegen het middaguur dringen. De bezoekers – veel ouderen en hier en daar een jong kind – willen de clipper weleens van dichtbij zien. Zoals veel van de schepen die aan Sail deelnemen, heeft dit schip ook een opleidingsfunctie: aan boord varen jaarlijks tientallen jongeren mee.
Mazoon Al Braiki (27) is een van de twaalf vrouwelijke trainees. Ze werkt als muzikant bij de marine, vertelt ze, en wilde het zeeleven leren kennen. Drieënhalve maand geleden is ze aangemeerd. De reis heeft indruk op haar gemaakt: de cultuur in Barcelona („en winkelen”), de zeilwedstrijden bij Duinkerke en Aberdeen. De ervaringen op zee hebben haar persoonlijkheid gevormd: „Ik ben sterker geworden.” Ze heeft dingen gedaan waarvan ze nooit dacht dat ze die zou durven – ieder crewlid moet voor het hijsen van de zeilen af en toe de 52 meter hoge mast in. „Dit ga ik later aan mijn kinderen vertellen.”
Jong en oud bekijkt de reusachtige zeilschepen. Foto Olivier Middendorp
Lees ook
Wie betaalt Sail, en wie verdient er geld mee?
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/raster/1808hgv_schip.png)