Ze gaan verder, zegt oud-minister Jan Pronk, waar ze de vorige keer gebleven zijn.
Maandagmidda half een. In een nisje van het restaurant van het Leonardo Hotel in Den Haag, vlak bij de Tweede Kamer, staan twee ronde tafeltjes tegen elkaar aangeschoven. Hier houdt het kabinet-Den Uyl, het meest linkse, progressieve kabinet uit de politieke geschiedenis van Nederland (1973-1977), zijn jaarlijkse reünie.
De jongste is 83, de oudste 95. Maar politiek is voor hen niet iets van vroeger. Ze feliciteren elkaar met de verkiezingsuitslag van hun partij vorige week: „Een mooi resultaat, Laurens Jan.” Ze bespreken wat er misging bij GroenLinks-PvdA, wat het verschil is tussen demissionair premier Dick Schoof en hun premier, Joop den Uyl. Eén van hen, oud-KVP’er Martin van Rooijen, nu 50Plus, weet als Eerste Kamerlid het meeste van de kabinetsformatie die nog geen honderd meter verderop net begonnen is. „Wij kunnen in de Tweede én de Eerste Kamer wel eens heel belangrijk worden.”
Elk jaar komen de nog levende bewindspersonen van het kabinet-Den Uyl samen. En voor het eerst met gasten: NRC mag erbij zijn. Zeven oud-ministers en oud-staatssecretarissen zijn nog in leven, van wie vijf konden komen. Jan Pronk, die minister voor Ontwikkelingssamenwerking was namens de PvdA en nog elke week met ambtenaren komt mee demonstreren tegen de verschrikkingen in Gaza. Oud-staatssecretaris van Europese Zaken Laurens Jan Brinkhorst van D66, die de reünies organiseert. Wim Meijer, die voor de PvdA staatssecretaris was van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Michel van Hulten, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat namens de PPR, later opgegaan in GroenLinks. En Martin van Rooijen, die staatssecretaris was van Financiën. Alleen hij is nog actief politicus.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/07095807/071125WEE_2021705822_uyl_reunie4.jpg)
Bram Stemerdink was minister van Defensie namens de PvdA.
Foto Olivier MiddendorpBram Stemerdink, oud-minister van Defensie van de PvdA, heeft parkinson en kan niet meer reizen. Hij sprak telefonisch met NRC. PvdA’er Marcel van Dam, die staatssecretaris was van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, is fysiek en mentaal te zwak om te komen.
Gezag van een minister
Aan tafel lijkt Pronk, de enige die minister is geweest in het kabinet-Den Uyl, nog altijd het gezag te hebben dat daarbij hoort. Hij onderbreekt zijn oud-collega’s als ze te lang aan het woord zijn en geeft dan anderen het woord. „Wim, wat vind jij?”
Michel van Hulten (95) is er als eerste. Hij woont het verst weg, in Eindhoven, en wordt met de auto gebracht door een vrouw die ouderen begeleidt op uitjes. Wim Meijer (86) komt met de auto uit Amsterdam, waar zijn partner Gerdi Verbeet woont, oud-Kamervoorzitter. Pronk (85) is met de bus, Brinkhorst (88) op een
Van Hulten is ernstig ziek, hij zit naast Brinkhorst en zegt: „Ik heb slecht nieuws gekregen, het is finaal.” Van Rooijen buigt zich over de tafel heen. „Wat hoor ik nou, Michel? Zei jij finaal?” Van Hulten knikt.
„Jij bent toch bijna jarig, Michel?” zegt Jan Pronk. „Op 10 maart?” Het blijkt 9 maart, Van Hulten wordt 96. Brinkhorst lacht. „Jij wordt hónderd.” Van Hulten lacht ook. „Dat heb ik tegen mijn huisarts gezegd, maar die zei al een paar jaar geleden: jij bent vergeten om op tijd te overlijden. Ik kon dat waarderen, het was volstrekt eerlijk.” Hij wacht even. „Maar ja, mensen, we moeten ervan uitgaan dat het nu gebeurd is. Alles wat me nu nog gegeven is, is een zegen. Toeval.”
Van Hulten is uitgepraat over zichzelf. „Toeval”, zegt hij, „is het ook dat wij met z’n allen in het kabinet hebben gezeten.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/05122559/071125WEE_2021705822_uyl_archief1.jpg)
Joop den Uyl (PvdA) presenteert zijn nieuwe kabinet op de trappen van Huis ten Bosch, in aanwezigheid van koningin Juliana. Den Haag, 11 mei 1973.
ANP„Ja”, zegt Van Rooijen, „en ook nog in die combinatie, hè.” Hij bedoelt: de progressieven van PvdA, D66 en PPR samen met de confessionelen van de KVP en ARP.
Het is op de reünies, zegt Jan Pronk, alsof ze nog steeds aan het vergaderen zijn met het kabinet. „Het gaat bijna alleen maar over politiek. We vragen wel even aan elkaar: hoe gaat het? Maar daar gaan we dan verder niet op door.”
Hij kijkt Van Hulten aan. „Dat snap jij wel, toch, Michel.” Van Hulten reageert niet. Maar het kan ook zijn dat hij het niet heeft gehoord. Helemaal aan het begin had hij er grappen over gemaakt met Wim Meijer. Ze worden allemaal een beetje doof. „Een goeie tip van jou, Wim”, zei Van Hulten, „was eerder al: gewoon zélf aan het woord blijven.” Meijer lachte: „Ja, en dat níét meer afgeven.”
Het telefoonnummer van Jan Struijs
Zodra iedereen zit, gaat het over de kabinetsformatie. Martin van Rooijen van 50Plus zegt dat D66-leider Rob Jetten hem op zaterdagochtend had gebeld voor het telefoonnummer van Jan Struijs, die fractievoorzitter wordt van 50Plus in de Tweede Kamer. De twee zetels van 50Plus kunnen belangrijk worden in de formatie, iedereen aan tafel weet dat.
Die maandagmiddag, zegt Van Rooijen ook, maakt Jetten kennis met Struijs. Pronk vraagt: „Wat gaat hij tegen Jetten zeggen? Willen jullie met links of met rechts?”
„Daar kan ik niks over zeggen”, zegt Van Rooijen.
Meijer houdt vol: „Struijs is oud-voorzitter van een vakbond. Die kán niet met rechts.”
Van Rooijen praat eromheen. Het kan „linksom” of „rechtsom”. Het kan ook nog, zegt Meijer, dat er een „manoeuvre” wordt bedacht „à la Jaap Burger”. Dat was de informateur die de onwaarschijnlijke samenwerking tussen links en rechts voor elkaar had gekregen in het kabinet-Den Uyl.
„Het lijkt me niet onlogisch”, zegt Meijer ook, „dat eerst wordt geprobeerd om te formeren met rechtse partijen.” Hij kijkt naar Brinkhorst van D66. „Ook met JA21?” Die zegt: „On-denk-baar.”
Van Rooijen verwacht dat ook niet. „Jetten kan toch niet aan zijn achterban verkopen dat hij het meteen met réchts gaat proberen?”
Verbeelding aan de macht
Het kabinet-Den Uyl wordt nog steeds gezien als een bijzonder kabinet. Premier Joop den Uyl wilde „de verbeelding aan de macht” brengen. Hij had het over „de spreiding van inkomen, bezit, macht, kennis en zeggenschap”. Den Uyls PvdA werkte al nauw samen met D’66 (zo schreef je dat toen nog) en ook met de PPR, een voorloper van GroenLinks. In het kabinet kwamen er ministers en staatssecretarissen bij van de KVP en de ARP, die later samen met de CHU opgingen in het CDA. Van de zestien ministers die op het bordes stonden, was er maar één vrouw: Irene Vorrink. Ook alle staatssecretarissen waren mannen.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/05122626/071125WEE_2021705822_uyl_archief2.jpg)
Dries van Agt, Marcel van Dam, Laurens Jan Brinkhorst, Wim Meijer, Bram Stemerdink, Michel van Hulten, Jos van Kemenade en Ruud Lubbers in de Stadhouderskamer van de Tweede Kamer in 2013. Ze vierden het 40-jarig jubileum van het kabinet-Den Uyl.
ANPHet was een rommelig kabinet, zeggen de oud-bewindslieden, ze gingen van crisis naar crisis. Er was geen coalitieakkoord, waardoor er over zo’n beetje álles onderhandeld moest worden in de ministerraad op vrijdag.
De avond ervoor waren de ministers en staatssecretarissen dan al bij elkaar geweest met hun eigen partij, voor het ‘bewindspersonenoverleg’ dat regeringspartijen nu nog steeds elke week hebben. De KVP, zegt Van Rooijen, deed dat in het Indonesische restaurant Poentjak. „Daarna gingen we bij Wim Duisenberg in de kelder tafeltennissen.” Duisenberg, van de PvdA, was minister van Financiën. „En die was natuurlijk heel belangrijk. Joop was er ook, en ik. En dáár werd dan de ministerraad voorbereid, dáár werden zaken gedaan. Donderdagnacht.”
Het irriteert Pronk. „Dit overdrijf je. Daar werden géén zaken gedaan.”
„Het ging om de persoonlijke verhoudingen”, zegt Van Rooijen. „Die werden daar goed en daardoor had je op vrijdag een andere sfeer in de ministerraad. Dat bedoel ik.”
Je eigen lintje pakken
De eerste reünie van het kabinet-Den Uyl kwam er pas in de jaren tachtig. „Het afscheid van het kabinet”, zegt Wim Meijer, „was heel pijnlijk geweest, het lag tussen Den Uyl en Van Agt allemaal erg gevoelig.” Dries van Agt, vicepremier in het kabinet-Den Uyl en minister van Justitie, was in 1977 premier geworden van zijn eigen kabinet, met de VVD. De PvdA had de verkiezingen gewonnen, maar mocht niet meedoen. „Er was”, zegt Wim Meijer, „daarna nog wekenlang onderhandeld over de koninklijke onderscheidingen die de oud-ministers en staatssecretarissen altijd krijgen. Joop wilde zijn onderscheiding absoluut niet opgespeld krijgen door Dries.”
De oplossing, maanden later: „De doosjes lagen op tafel in het Catshuis, je kon je eigen lintje zelf pakken en meenemen.”
In het hotel drinken ze eerst koffie, Pronk vraagt om sap. Bij het bestellen van de lunch komt Van Hulten erachter dat hij zijn leesbril niet bij zich heeft. Hij hoort dat iedereen caesar salad neemt, met kip of met zalm. Dat wil hij ook. Alleen Pronk bestelt iets anders, beef tataki.
Het gaat aan tafel over Van Agt en Den Uyl. Laurens Jan Brinkhorst weet nog, zegt hij, dat in de ministerraad een onderwerp werd besproken waar Van Agt over ging. „En dan was het een uur of een, twee ’s nachts…”
„Of vier uur”, zegt Van Rooijen.
„…en dan zei Joop tegen Dries”, gaat Brinkhorst verder, „dat het niet om artikel zoveel en zoveel ging uit het Wetboek van Strafrecht, maar om artikel zoveel en zoveel. En dan zág je Dries in elkaar zakken. Zelfs op zijn eigen terrein wist Joop het beter dan hij.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/07095726/071125WEE_2021705822_uyl_reunie3.jpg)
Michel van Hulten (staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat namens de PPR in het kabinet-Den Uyl, links) en Laurens Jan Brinkhorst (destijds staatssecretaris van Europese Zaken, rechts), die de reünies organiseert.
Van Rooijen: „Tegen mij heeft Dries een keer gezegd dat hij een beetje bang was voor Joop. Hij zag in hem iemand die iedereen de baas was. En dat was níét het streven van Joop.”
„Misschien”, zegt Pronk, „had Joop het niet eens in de gaten.”
Rivaliteit Den Uyl-Van Agt
In het najaar van 2022 was de reünie voor het eerst niet in Den Haag. Van Agt was te zwak om ver te reizen. Ze kwamen bij elkaar in Nijmegen. Van Agt had toen tegen de anderen gezegd: „Ik heb het niet goed gedaan met Joop.” Daar had hij last van, zei hij. Hij vond dat hij te veel had dwarsgelegen in het kabinet, hij had Den Uyl getergd. „Maar ik zei toen”, zegt Wim Meijer: „Joop heeft het ook niet goed gedaan met jou.” Van Agt overleed in 2024.
Den Uyl had volgens Meijer weinig respect voor Van Agt: die vond de Haagse politiek belangrijk, maar een wielerwedstrijd in Brabant ook. Van Agt, zegt Meijer, ergerde zich er op zijn beurt aan dat de vergaderingen van het kabinet elke vrijdag zo lang duurden.
Vier van de nog levende kabinetsleden zijn PvdA’ers. Ze maken zich zorgen over de toekomst van de sociaaldemocratie. Bram Stemerdink vertelt aan de telefoon hoe hij een keer op verkiezingscampagne was met Joop den Uyl. „Bouwvakkers riepen vanaf de steigers: ‘Joop, Joop!’ En Joop riep: ‘kom naar beneden!’ Stond daar een man of twintig om ons heen, en het was Joop dit, Joop dat. Eentje zei: ‘Joop, ik ben het niet altijd met je eens, maar jij bent een van ons’.”
Stemerdink vertelt ook over socialisten, vrienden van zijn ouders, die hadden meegevochten in de Spaanse Burgeroorlog tussen 1936 en 1939. „Ze kwamen bij ons thuis en staken dan een gebalde vuist omhoog. Dat was het teken van de internationale solidariteit, je laat elkaar niet in de steek.”
De verdwenen arbeidersklasse
Aan tafel, na de lunch, deelt Wim Meijer zijn boek uit, het is net verschenen: Brieven aan Joop, een warm pleidooi voor sociaaldemocratische waarden. Meijer is tegen de fusie van GroenLinks en PvdA, al vindt hij net als Pronk: het is ook niet meer terug te draaien. „Maar we moeten blijven proberen om de klassieke arbeidersklasse terug te winnen.”
Pronk buigt zich over de tafel heen. „Kijk naar de SP, Wim”, zegt hij. „Daar doen ze niets anders dan zich richten op de lagere middenklasse, en die verliezen ook zetels.” De nieuwe arbeidersklasse is volgens Pronk: de arbeidsmigranten die „het vuile werk” komen doen. „Het probleem van links wordt pas opgelost als die stemrecht krijgen.”
Zullen we onze volgende reünie al in juni houden? Gelet op onze leeftijd?
Wim Meijer begint over de drie miljoen mensen met een inkomen op bijstandsniveau: „Een uitkering of een klein pensioentje.” Allemaal mogelijke kiezers voor GroenLinks-PvdA. „Toch winnen we die niet terug.” Pronk vindt dat het aan de PvdA zelf ligt, omdat die partij was gaan meedoen aan het kabinet-Rutte II. „Toen zijn we zó meegegaan met de VVD in de afbouw van de verzorgingsstaat dat er wantrouwen is gecreëerd bij onze kiezers.”
Om half drie is de lunch voorbij. Van Hulten gaat achter zijn rollator op weg naar de uitgang.
Brinkhorst vraagt aan Meijer: „Zullen we onze volgende reünie al in juni houden? Gelet op onze leeftijd?” Nee, zegt Meijer: „Als leeftijd een criterium is, moeten we volgende maand bijeenkomen.” Pas volgend najaar zien ze elkaar weer. Dan is er ook weer een nieuw kabinet, zegt Meijer. Dan hebben ze weer veel om over te praten.
Lees ook
Als de historicus uitzoomt dan blijft er niet zo veel over van de mythe van Joop den Uyl



/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/07205551/071125WET_2022642181_Dragend.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/07171552/071125VER_2022626261_pvdd_nicolai.jpg)





English (US) ·