Ze zijn loten van dezelfde stamboom, hij en Saïdo Lehlouh, zegt Bouzid ‘Zid’ Ait Atmane. Beiden uit de Parijse banlieues, beiden autodidacte hiphopdansers, beiden ook al ruim twintig jaar in het vak. Dinsdag geven hij en Lehlouh (van wie vorig jaar het geweldige Témoin te zien was) met de voorstelling Opening de aftrap van Summer Dance Forever, dat zich na de oprichting in 2009 pijlsnel heeft ontwikkeld tot een toonaangevend internationaal hiphop dansfestival.
Lehlouh en Atmane ontmoetten elkaar rond 2005, ieder als lid van een andere crew deelnemend aan battles en wedstrijden. In de loop der jaren ontwikkelden ze, ieder zijn individuele pad volgend, hun eigen manier van werken. Ze kwamen elkaar regelmatig tegen, tot ze uiteindelijk in 2018 samen met collega-dansers het choreografisch project FAIR-E opzetten (de naam verwijst naar ‘doen’ en ‘eerlijk’). Het mondde uit in een gooi naar het leiderschap van het Centre Chorégraphique National (CCN) de Rennes et de Bretagne. „Met de equipe van het CCN zijn we getransformeerd tot collectief, mede doordat we onze werkwijze en ideeën concreet moesten maken en op papier moesten zetten. Tot dan werkten we meer zoekend, aftastend”, vertelt ‘Zid’ vanuit zijn auto, op weg naar de studio.
In Opening staat het neusje van de zalm van op het toneel, met onder anderen Nelson Ewande, een van de beste ‘poppers’ van zijn generatie, Karim ‘Pepito’ Ahansal (onder andere b-boying), freestyler Jimmy Yudat, Sarah Naït Hamoud (locking, house, hiphop) en zanger/danser Judicaël Charlyngan Mathurine, kortweg Cjm’s. „Allemaal toppers, en dat zeg ik niet omdat ze in dit stuk staan”, aldus Zid. In de voorstelling, die tijdens de Covidperiode werd gecreëerd, brengen zij de herinnering aan onderlinge verbinding, samen dansen en feesten schitterend tot leven en dansen de frustraties van toen weg. De freeze waarmee de voorstelling begint, krijgt met expressieve solo’s, opwindende duetten en groepsdansen een dynamiek die onweerstaanbaar is, met veel improvisatie binnen een heldere set van regels.
Op de ongelooflijk soepele Maryne ‘Reverse’ Esteban na zijn ze allemaal autodidact, en vrijwel allen hebben een migratieachtergrond. Ondanks hun invloedrijke status als (choreograferende) dansers annex coaches en docenten is het daarom nog steeds een politiek statement om deze dansers op een toneel te zetten. Frankrijk mag dan al sinds de jaren tachtig belangrijke hiphopgezelschappen hebben voortgebracht (met Black, Blanc, Beur, opgericht in 1985, als wegbereider voor vele groepen), het aandeel van de dansproducties die door hiphopchoreografen wordt gemaakt, is nog steeds minimaal, aldus Zid.
Bijna alle acteurs zijn autodidact, en ze hebben vrijwel allemaal een migratieachtergrond. Foto Timothée Lejolivet
De grote instituten domineren. Collectif FAIR-E heeft het CCN in Rennes omgevormd tot een open structuur waarin dansers en makers van allerlei niveaus, achtergronden en stijlen zich kunnen ontwikkelen. Per voorstelling worden telkens andere dansers uit het brede netwerk, het ‘ecosysteem’ van het collectief, aangetrokken. „Mensen die niet vaak in het theater te zien zijn. Of daar per se willen zijn.”
Werkend in het theater kwamen Lehlouh en Atmane in aanraking met een publiek dat niet bekend was met de cultuur van hiphop, de clubs en de dance battles. „Als choreograaf wil ik de waardering voor die verschillende culturen overbrengen”, zegt Lehlouh. Maar dat is een geleidelijk proces, voegt hij met gevoel voor understatement toe. Hoe hoog het niveau ook is, technisch en artistiek, van een gelijkwaardige beoordeling is na veertig jaar nog steeds geen sprake. De hardnekkige term ‘urban’ dans helpt daarbij niet mee, vinden de choreografen. „Ik hoop dat we die labels achterwege kunnen laten en wat we ‘urban’ noemen kunnen erkennen als integraal onderdeel van de bredere danscultuur”, aldus Lehlouh. „Élke choreografie die de eigen stijl bevraagt, is hedendaags. Als het bevragen ophoudt, houdt het op hedendaags te zijn. Hiphop is vanuit zijn oorsprong, individuele expressie, per definitie hedendaags.”
‘Urban’ impliceert een hiërarchie, heeft Zid gemerkt. Waarbij het theater het centrum van creatie is en urban dat wat daarbuiten gebeurt. „Maar we staan allemaal in het centrum van iets. Een club, een jam, een battle, alles kan een geweldige plaats zijn om iets te creëren. Urban is ook een term die vooral gebruikt wordt door mensen die niet wezenlijk in hiphop geïnteresseerd zijn.”
Er zou nu eindelijk eens meer gekeken moeten worden naar individuele artistieke visie en expressie en minder naar stilistische categorieën, vindt Lehlouh. „We moeten wederzijds begrip en samenwerking voeden, met minder ego, zeker te midden van het huidige debat over cultuurpolitiek en de rol van de instituten. Hiphop, met name de jongere generatie, verdient een plaats aan tafel als het over de toekomst van de dans gaat.”
Summer Dance Forever, 19-25/8, voorstellingen, battles, workshops, film en seminar. Diverse locaties in Amsterdam. www.summerdanceforever.com