Ineens stond er een toeschouwer voor zijn neus. Wielrenner Taco van der Hoorn probeerde in de zesde etappe van de Giro d’Italia, vorige maand, uit de greep te blijven van het aanstormende peloton. Het was spannend – nog een paar kilometer te gaan tot aan de finish in Napels. Totdat er een man voor zijn fiets sprong – en Van der Hoorn vol in de remmen moest. Hij werd gegrepen door het peloton; de etappezege ging naar iemand anders.
De toeschouwer, zo schreef de lokale krant Il Gazzetino Vesuviano, was een 67-jarige man die wilde protesteren tegen Israel-Premier Tech (IPT), een wielerploeg die meedoet in grote internationale wedstrijden. Hij droeg een kabel bij zich, om het peloton de weg te versperren. Een andere actievoerder, die ook de weg opliep, hield een plakkaat omhoog waarop stond: ‘Gooi Israël uit de Giro’. Van der Hoorn rijdt niet voor IPT maar voor een Belgische ploeg.
De actie in Napels was niet het eerste protest tegen IPT. Eerder gebeurde dat al tijdens de Tour of Britain (vorig najaar), in de Tour Down Under in Australië (januari dit jaar) en tijdens de Amstel Gold Race (april). In de aanloop naar de Tour de France, die op zaterdag 5 juli van start gaat, heeft de zogenoemde BDS-beweging – die een boycot van Israël bepleit vanwege de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en het op grote schaal vermoorden van Palestijnen in Gaza – opgeroepen tot vreedzame protestacties tegen wat zij ‘Team Apartheid Israel’ noemen.
De Israëlische wielerploeg, zeggen ook andere critici, is een instrument voor sportswashing: het oppoetsen van Israëls internationale blazoen door middel van sport.
Vastgoedmiljardair
Anders dan de naam suggereert, wordt IPT niet gefinancierd door de staat Israël. De ploeg is eigendom van Sylvan Adams (66), een Canadees-Israëlische vastgoedmiljardair en filantroop. Sinds hij in 2016 van Quebec naar Tel Aviv verhuisde, ziet hij het als zijn missie om zijn nieuwe thuisland internationaal in een gunstig daglicht te zetten – vandaar de naam van de ploeg. Op zijn visitekaartje staat naar verluidt: ‘zelfbenoemd ambassadeur van de staat Israël’.
In 2018 was Adams, die op latere leeftijd een fanatiek amateurrenner werd, de drijvende kracht achter de omstreden grande partenza van de Giro d’Italia in Jeruzalem. Hij nam het grootste deel van de kosten, tussen de 10 en 15 miljoen euro, voor zijn rekening. Ook liet Adams in Tel Aviv een wielerbaan bouwen – de eerste overdekte vélodrome in het Midden-Oosten.
Zijn wielerploeg wist Adams in tien jaar tijd uit te bouwen tot een vaste kracht in internationale wedstrijden. Hoewel IPT een licentie heeft voor het op-een-na-hoogste wielerniveau, is het team door wild cards verzekerd van deelname aan alle grote koersen, waaronder de Tour de France. Renners als de Duitser Pascal Ackermann en de Canadezen Michael Woods en Derek Gee gelden als grote namen in het peloton.
Ook belangrijk voor IPT is oud- Tourwinnaar Chris Froome, die Adams in 2021 wist te contracteren – naar verluidt voor een jaarsalaris van meer dan vijf miljoen euro. Sportief succes leverde dat niet op: de Britse renner – inmiddels 40 jaar oud – rijdt namens IPT anoniem rond in koersen van tweede garnituur. Maar Adams heeft goed begrepen dat de aanwezigheid van een viervoudig Tourwinnaar zijn ploeg cachet geeft.
De ontwikkeling van het Israëlische wielrennen – zeker in de beginjaren een belangrijk doel van de ploeg – is nog niet echt van de grond gekomen. Adams’ project heeft nog geen Israëlische renners voortgebracht die mee kunnen in koersen op het hoogste niveau, al reed IPT-renner Guy Niv in 2020 als eerste Israëliër ooit de Tour de France uit.
Hearts and minds
Zijn andere grote ambitie maakt IPT volgens Adams wél waar: wereldwijd de hearts and minds winnen voor de staat Israël, waarvan een groot deel van de wereld volgens hem onterecht een slecht beeld heeft. Hij omschrijft zijn missie graag als ‘sportdiplomatie’. Zijn nieuwe thuisland is volgens Adams een baken van democratie, tolerantie en innovatie in een regio waar die waarden ver te zoeken zijn.
De invasie van Gaza en het daaropvolgende bloedvergieten door Israël hebben geen verandering gebracht in dat geloof. Sterker nog, Adams heeft zijn steun uitgesproken voor de oorlog, en critici van Israëls gewelddadige optreden „nuttige idioten, in de ban van ideologie” genoemd. Hij zegt niet te begrijpen „wat er mogelijk controversieel zou zijn” aan de oorlog in Gaza. De Amerikaanse president Donald Trump, wiens inauguratie Adams bijwoonde, is volgens hem „een zegen” voor zijn land. „Israël heeft nog nooit zo’n goede vriend gehad in het Witte Huis.”
In hoeverre Adams van zijn renners en stafleden verwacht dat ze een uithangbord zijn van Israël, is niet helemaal duidelijk. „Als ze er een probleem mee zouden hebben om voor Israël te rijden, zouden ze niet bij onze ploeg zitten”, merkte hij twee jaar geleden op in de podcast RadioCycling. Eerder zei Adams dat met elke renner die tekent, besproken wordt of hij Israël „omarmt”.
Wie dat zeker heeft gedaan, is Chris Froome. Hij maakte in 2023 op de fiets een tocht door Israël, waarvan IPT in een strak gemonteerd filmpje verslag deed op sociale media. Politieke uitspraken heeft Froome nooit gedaan, maar zijn vrouw Michelle – tevens zijn zaakwaarnemer – plaatste vorig jaar een reeks pro-Israëlische berichten op sociale media, waarin ze onder meer zei dat er „geen onschuldige Gazanen” bestaan en dat „moslims het afvoerputje van de maatschappij” zijn. De statements werden later verwijderd.
Andere oud-renners van IPT hebben laten weten nooit een ‘pro-Israël-toets’ te hebben afgelegd. Een voormalig profrenner die bij een voorloper van IPT onder contract stond, zegt dat er in zijn tijd „nooit over politiek gesproken” is. „We wilden gewoon zo hard mogelijk fietsen. Ik probeerde een rolmodel te zijn voor jonge Israëlische renners.” Ook van de huidige generatie IPT-renners kan hij zich „niet voorstellen dat ze ergens tekenen om een politiek standpunt in te nemen.” De oud-prof wil vanwege de gevoeligheid van het onderwerp niet met zijn naam in de krant.
Voor zover bekend hebben de huidige renners en stafleden van IPT nooit te maken gehad met bedreigende situaties vanwege de politieke opvattingen van de eigenaar. Wel verwijderde IPT vorig jaar de naam ‘Israël’ van de teambus en koerswagens – een preventieve veiligheidsmaatregel, aldus de ploeg. Ook kunnen renners, als ze dat willen, trainen in een neutraal tenue.

In de Tour de France fietst IPT-eigenaar Sylvan Adams tijdens sommige etappes voor het peloton uit.
Foto Garnier Etienne‘Politieke neutraliteit’
In de wielerwereld is IPT onomstreden. Voor zover bekend, heeft geen renner of ploegleider zich tot nu uitgesproken over Adams en zijn team. De internationale wielerunie UCI heeft nooit willen ingaan op oproepen – ook al vóór de aanslagen van 7 oktober – om IPT uit het internationale wielercircuit te weren, met een beroep op de ‘politieke neutraliteit’ van de organisatie. Critici wijzen erop dat de UCI na de invasie van Oekraïne wel meteen de licentie introk van alle Russische en Belarussische wielerteams. (De UCI reageerde niet op vragen van NRC).
Deze terughoudende opstelling heeft te maken met de aanwezigheid van ándere omstreden eigenaren in het wielrennen. Sinds een jaar of tien vinden dollars uit ondemocratische regimes hun weg naar de koers. In wedstrijden op het hoogste niveau rijden op dit moment drie ploegen die gesponsord worden door onvrije oliestaten: Saoedi-Arabië, Bahrein en de Verenigde Arabische Emiraten. Ook is er een team dat indirect gesponsord wordt door de staat Kazachstan – evenmin een toonbeeld van democratie en mensenrechten. Dit najaar worden de WK wielrennen gehouden in Rwanda, een dictatoriaal regime dat sport structureel gebruikt om zijn internationale reputatie op te vijzelen.
De opkomst van ‘omstreden’ geld, zeggen deskundigen, valt te verklaren door de enorme afhankelijkheid in het wielrennen van sponsoren. Het businessmodel van ploegen is extreem kwetsbaar: er is geen kaartverkoop (de sport vindt plaats op de openbare weg) en – anders dan bij voetbal – gaan de tv-inkomsten allemaal naar de wedstrijdorganisatoren, in het bijzonder Tour de France-organisator ASO.
Het gevolg is dat wielerploegen naar schatting 95 procent van hun budget bij externe financiers vandaan moeten halen. Na de grote dopingschandalen in het tijdperk-Armstrong haakte ook nog eens een groot aantal traditionele wielersponsoren af. Het vacuüm dat ontstond, werd gevuld door nieuwe geldschieters van buiten Europa – vaak landen, regio’s of steden die zichzelf op de kaart wilden zetten.
Niet naar Saoedi-Arabië
Wielerploegen hebben dus weinig te kiezen. „In die omstandigheden besluiten ze om samen te werken met een sponsor die ze in het ideale geval nooit zouden hebben geaccepteerd”, mailt politicoloog Jiri Zákravský, auteur van het boek Cycling Diplomacy. „Als ze moeten kiezen tussen het opdoeken van hun team of een sponsor met een slechte reputatie, kiezen ze voor het laatste.”
Politiek engagement is in het wielrennen, net als in veel andere sporten, nauwelijks te vinden. Er zijn enkele voorbeelden van renners die zich uitspraken, zoals de verongelukte Zwitser Gino Mäder, die openlijk sprak over zijn ongemak om voor de ploeg Bahrain Victorious te rijden, en de Noorse coureur Soren Waerenskjold, die begin dit jaar – met steun van zijn ploeg – niet van start ging in de AlUla Tour in Saoedi-Arabië vanwege de mensenrechtenschendingen aldaar. Maar zij zijn uitzonderingen.
De protesten tegen IPT, zegt sportwetenschapper Simon Chadwick van de Universiteit van Leeds, getuigen van een „dubbele maat”. Hij wijst op de Verenigde Arabische Emiraten, die ‘s werelds rijkste en sterkste ploeg (Team UAE) financieren. Er is toenemend bewijs dat het land wapens en manschappen levert in de verwoestende burgeroorlog in Soedan. „Dat land heeft eerder dit jaar een aanklacht tegen de Emiraten ingediend bij het Internationaal Gerechtshof wegens genocide. Toch hoor ik niemand roepen dat Team UAE verbannen moet worden uit het wielrennen.”
De groeiende macht van onvrije regimes in het wielrennen (en andere sporten), zegt Chadwick, leidt tot een paradoxale situatie. Met steeds meer ondemocratische landen als sponsor of leverancier van invloedrijke bestuurders, is sport „stevig verankerd” in de internationale verhoudingen: nog nooit was sport zó politiek. Tegelijkertijd zijn de belangen daardoor zó groot dat er sprake is „verlamming” bij bestuurders en sporters: ze durven zich niet uit te spreken.
Het verbannen van IPT uit internationale wedstrijden zou voor wielerfederatie UCI en Tourorganisator ASO daarom „de doos van Pandora openen”, zegt politicoloog Zákravský. „Wat moeten ze dan met UAE of Bahrain Victorious? Willen ze die óók weren uit het internationale wielrennen? Het antwoord kennen we.”
Allez, allez, allez!
Sylvan Adams wil graag met eigen ogen zien hoeveel impact zijn ‘sportdiplomatie’ heeft. In de Tour de France fietst hij tijdens sommige etappes voor het peloton uit, over het parcours, in het blauw-witte tenue van IPT. „Als toeschouwers mijn wielershirt zien, herkennen ze dat en roepen ze: Israël, allez, allez, allez”, zo zei Adams vorig jaar in de Tour tegen het Israëlische persbureau JNS. De „haters”, zo vervolgde Adams, zijn „klein in aantal” en „geen echte wielerfans.”
Als dit al een juiste weergave is van de werkelijkheid, dan zou het dit jaar wel eens anders kunnen zijn. In de Giro d’Italia waren op talloze plekken langs het parcours Palestijnse vlaggen te zien, en ook demonstreerden pro-Palestina-activisten bij de finish van een etappe in Siena. BDS twijfelt er niet aan dat demonstranten ook in de Tour de France gehoor zullen geven aan de oproep tot protest, zo zegt Stephanie Adam namens de actiegroep tegen NRC. Op de vraag of het hinderen van renner Taco van der Hoorn in de Giro ook onder ‘vreedzaam protest’ viel, zegt Adam dat ze „focussen op de acties van één individu niet fair and balanced” vindt. Ze neemt geen afstand van de blokkade.
Vindt BDS dat door onvrije regimes gefinancierde ploegen als UAE óók geweerd moeten worden uit het wielrennen? Daar komt geen expliciet antwoord op. Als „intersectionele beweging”, zegt Adam, „steunt BDS vanzelfsprekend de strijd van andere onderdrukte gemeenschappen en volkeren” tegen „onethische ploegen en banden met onderdrukkende regimes” in de sport.
Gevraagd om een reactie op de (aangekondigde) protesten, laat IPT via een woordvoerder weten „ieders recht op vrije meningsuiting, inclusief demonstraties, te respecteren”. „Wij richten ons op de wedstrijden, en werken nauw samen met organisatoren en andere betrokkenen om te voorkomen dat de protesten gevolgen hebben voor de koers dan wel ons recht om mee te doen.”