Het was een te warme dag voor de oudjes van de Dagbesteding. Mijn vrouw gaat daar vanuit het verpleeghuis nog één dag per week voor de afwisseling heen. Bij de Dagbesteding wandelen, lunchen, praten en zingen ze onder begeleiding een morgen en middag lang.
Toen ik er ’s middags binnenviel, waren ze net klaar met de lunch. Nee, van wandelen kon voor hen geen sprake zijn, besefte ik na mijn eigen wandeling. Niet dat het zweet op mijn rug stond – oude mensen zweten veel minder dan jonge mensen, heb ik gemerkt – maar de warmte hing wel als een zware deken over elke beweging.
Ik ging aan de lange tafel naast mijn vrouw zitten. Ze begroette me verrast, ook al had ik haar een dag tevoren over mijn komst ingelicht. Ik weet wel dat haar geheugen zulke gegevens niet vasthoudt, maar de mededeling zelf kan haar een prettig moment bezorgen. Leven in het moment, daar waren demente mensen en hun omgeving al mee bezig toen men het bij mindfulness nog moest uitvinden.
Wandelen kon dus niet, maar zingen kan altijd, ook als je het niet goed kunt. De begeleiders deelden tekstboeken uit met veel liefdesliedjes uit de vorige eeuw. Hiphop en rap zijn er voor de vólgende generatie senioren; dat wordt nog een luidruchtige bende in al die tehuizen. Qua verstaanbaarheid zal er weinig verschil zijn, want rappers zijn sowieso moeilijk te volgen.
Zo ongeveer alle klassieke love songs – de meeste waren Engelstalig – zaten erbij. Van ‘Cheek to cheek’ uit 1934 tot ‘Yesterday’ uit 1965. Een van de oude mannen aan tafel nam het woord. Hij had ooit Ella Fitzgerald en Louis Armstrong tijdens een gezamenlijk concert ‘Cheek to cheek’ horen zingen. Hij bewaarde er een bijzondere herinnering aan, want hij had samen met zijn vrouw dit concert bezocht – zijn vrouw die er nu niet meer was.
Of de herinnering helemaal betrouwbaar was, deed niet ter zake. Feit is dat juist muziek diepe sporen achterlaat in het geheugen. Dat bleek ook uit het meezingen – meeneuriën is een beter woord – door velen. Maar ook muziek kan volledig vervagen, had ik bij mijn vrouw gemerkt. Ik liet haar laatst ‘Kind Woman’ horen, een prachtige ballad van Poco uit de jaren zeventig, gezongen door Richie Furay. We hadden het nummer vaak beluisterd en het Furay ook horen zingen bij een concert in Groningen. Ze vond het nog steeds mooi, maar ze luisterde ernaar alsof het nieuw was voor haar.
Als gast wilde ik me niet te veel bemoeien met de keus uit de tekstboeken. Toch kon ik het bij een korte onderbreking niet laten om te wijzen op ‘Love me tender’, een klassieker uit 1956 van Elvis Presley. Ik vond het onlangs na vele jaren terug op Spotify en begreep meteen waarom het klassiek was geworden. Een sterke melodie met een in zijn eenvoud rake tekst, door Elvis zonder enige pathetische galm – waar hij zich nogal eens aan overgaf – gezongen. Kortom, een perfect liefdesliedje, gebaseerd op een lied uit de Amerikaanse Burgeroorlog en met een nieuwe tekst van Ken Darby, een Amerikaanse componist.
In de Dagbesteding speelde een begeleidster het mooi voor op de piano, de bezoekers humden opgetogen mee: „Love me tender, love me dear, tell me you are mine, I’ll be yours through all the years, till the end of time.”