Na ‘fast fashion’ ontstaat ook ‘fast furniture’. Kwantum en Leen Bakker hebben moeite de TikTok-trends te volgen én een eigen imago te houden

1 dag geleden 3

Mireille M. (34) duwt de kinderwagen van de Vomar naar de auto. Rondom het gratis parkeerterrein in Haarlem-Noord staan louter grote winkelketens als Leen Bakker, CarpetRight, Aldi, Kwantum en de Huiscomponist. Naast de twee supermarkten liggen duizenden vierkante meters showroom vol banken, tafels, kasten, lampen, vazen, spiegels, kussens, zitzakken, borden, kopjes en plastic roze kunstbomen. Het is er stil op deze dinsdagmiddag.

Mireille heeft weleens gordijnen gekocht bij Kwantum, vertelt ze. „Goedkoop, en de service was goed toen er iets niet klopte.” Maar bij de Leen Bakker aan de overkant, van hetzelfde concern, is ze nog nooit geweest.

De meubelketens hebben het moeilijk. Kwantum en Leen Bakker wankelen, meldde Het Financieele Dagblad begin deze week. Eerder dit jaar gingen de woonwinkelketens Casa en Rivièra Maison al failliet en eind vorig jaar Blokker – geen meubelzaak, maar wel een keten die voor lage prijzen huishoudelijke apparaten en ook borden, kopjes, kussens, vazen en kunstbomen verkocht.

„Net als andere retailorganisaties heeft Homefashion Group te maken met uitdagende marktomstandigheden in Nederland en België”, reageerde de eigenaar van Leen Bakker en Kwantum deze week. „Hoge kosteninflatie en veranderende consumentenverwachtingen en -gedrag zorgen  ervoor dat de  financiële  resultaten onder druk staan.”

In 2023 verloor Homefashion Group 33 miljoen euro op de verkoop van meubels en interieurproducten, zo blijkt uit een voorlopig jaarverslag. Goedkeuring van een accountant is er anderhalf jaar later nog altijd niet: het bedrijf verwacht „op korte termijn” een definitief verslag uit te brengen. Daarin zal ook de huidige situatie toegelicht worden. Homefashion Group erkent dat Kwantum en Leen Bakker „zich moeten aanpassen om relevant te blijven” en zegt dat daar een „heldere toekomstvisie” voor klaar ligt.

Mireille is niet verbaasd over de problemen. „Ik denk dat mijn generatie veel online koopt en er is zó veel dat op elkaar lijkt. Mijn moeder heeft al jaren een fourniturenzaak in Brabant. Eerst verloor ze veel klanten omdat de zaak ouderwets werd gevonden en online winkelen opkwam, waardoor mensen minder naar winkelstraten gingen. Maar ze heeft het overleefd omdat mensen het nu weer leuk vinden, zo’n bijzonder zaakje, én ze geeft ook workshops.”

Onder invloed van sociale media is de meubelwereld onderhevig aan snelle trends: fast furniture

Kwantum en Leen Bakker mogen dan problemen ondervinden, de woonwinkelbranche als geheel doet het niet per se slecht. De gezamenlijke omzet van interieurzaken ligt volgens cijfers van kennisplatform Retail Insiders al jaren redelijk stabiel rond de 3,4 miljard euro.

Concurrentie uit buitenland

Het zijn vooral de nationale meubelketens die het zwaar hebben, ziet Olaf Zwijnenburg, sectormanager Retail bij de Rabobank. Internationale concurrenten als IKEA kunnen door hun schaal goedkoper inkopen en dus lagere prijzen bieden.

Hij wijst erop dat ook internationale modeketens als H&M, Zara, Primark en Mango steeds meer woonspullen gaan verkopen. „Mode en interieur worden steeds meer als één geheel gepositioneerd, wat vooral bij jongere doelgroepen aanslaat.” Bijkomend voordeel voor de textielketens: op kussentjes, vazen en bijzettafels zitten vaak hogere marges dan op kleding.

Er blijft wel een markt voor kleine meubelketens, verwacht Zwijnenburg. Maar dan moeten ze inzetten op hun „merkbeleving” en „lokale relevantie”, zegt de bankier. Typische ontwerpen die aanslaan bij Nederlanders dus, en niet de producten die je ook voor een habbekrats bij een Chinese webwinkel kunt bestellen.

Stormloop op donutlamp

Een meubelmerk kan nooit stilzitten en dat doet een aantal Nederlandse merken wel, zegt Andrea Hollebeek, hoofdredacteur van het interieurblad vtwonen. „Als je niet steeds verrast en meegaat met de seizoenen én goede basiskwaliteit levert, word je gewoon links en rechts ingehaald.”

Een lage prijs is mooi maar een meubelmerk moet volgens Hollebeek echt een duidelijke strategie hebben, zoals IKEA dat heeft. „Dat is goedkoop, hip en betrouwbaar en dat de kwaliteit niet altijd goed is, dat neemt de consument voor lief.”

De Zweedse meubelgigant verkoopt net als de Home-winkels van Zara en H&M zelf ontworpen producten. IKEA huurt regelmatig bekende designers in om een betaalbare collectie te maken. Toen de keten begin 2023 een collectie van de Rotterdamse designer Sabine Marcelis uitbracht, ontstond er een stormloop in de winkels en werd haar donutvormige lamp van oranje glas voor een veelvoud van de winkelprijs op Marktplaats verhandeld.

Modegevoelige banken gaan zeven jaar mee, terwijl verzekeraars uitgaan van twaalf

De producten van Kwantum en Leen Bakker hebben veel minder een eigen signatuur, waardoor een consument zijn lamp of poef net zo goed bij een andere winkel kan kopen.

Daar komt bij, zegt Hollebeek, dat ketens als Leen Bakker en Kwantum in de coronatijd piekdagen beleefden omdat iedereen thuis zat en met zijn interieur bezig was. Haar eigen blad profiteerde daar ook van. Maar die tijd is inmiddels voorbij. „Als je dacht: ‘lekker, we gaan veel goedkope voorraden inslaan!’, dan zit je daar nu mee.”

Fast furniture

In navolging van fast fashion is ook de meubelindustrie steeds meer onderhevig geworden aan kortstondige trends, signaleerde ook de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) al eind 2023. Net als in de mode-industrie wisselen collecties elkaar snel af.

Volgens de Rli kan 60 procent van de meubels die in Nederland verkocht worden onder de noemer ‘fast furniture’ geschaard worden. Om ervoor te zorgen dat klanten vaker iets van die wisselende collecties kopen, zijn de meubels goedkoper geworden. Maar dat betekent niet dat consumenten in zijn geheel minder zijn gaan uitgeven aan hun interieur: tussen 2000 en 2022 stegen de bestedingen van huishoudens aan het inrichten van hun woning met bijna 23 procent.

Die goedkopere meubels zijn wel van een slechtere kwaliteit dan voorheen, ziet de Rli. Een chunky hoekbank van knuffelbare stof die nu viraal gaat, ziet er over een tijdje alweer frommelig uit. Modegevoelige banken worden gemiddeld na zeven jaar weer afgedankt, terwijl verzekeraars uitgaan van een economische levensduur van bijna twaalf jaar voor meubels.

Ook woonaccessoires zoals kussens, poefjes, manden, kleden en behang zijn inmiddels een fast-moving market geworden, net als mode, volgens Andrea Hollebeek. „Een kleur of stijl kan een paar maanden populair zijn en dan weer veranderen door kortstondige trends op Instagram en TikTok. Voor je het weet mis je de boot.”

Insta bepaalt meubeltrends

Zoals alle trends worden ook die in de meubelwereld beïnvloed door sociale media. „Ze zijn inmiddels dé motor achter interieurtrends”, zegt Zwijnenburg van de Rabobank. „Vrijwel iedereen gebruikt sociale media voor wooninspiratie, vooral via Pinterest en Instagram. Trends verspreiden zich razendsnel via influencers en interieurbloggers.”

Daar moeten winkeliers wel snel op in kunnen spelen. Op het Instagramaccount van Leen Bakker – waar het bedrijf woorden als „VIRAL” en „TRENDY” gebruikt om de eigen producten te omschrijven – komen de posts zelden uit boven de 100 likes.

Lees ook

Winnen: dit minimalistische krukje van Arco

 dit minimalistische krukje van Arco

Online interieurzaken hebben een voorsprong om snel op digitale trends te reageren en geïnteresseerde klanten naar zich toe te trekken, ziet Zwijnenburg. „Traditionele ketens kunnen mee, maar het is zaak om vol in te zetten op digitale transformatie.”

Kunnen Leen Bakker en Kwantum het tij dan nog snel genoeg keren? Hoofdredacteur Andrea Hollebeek: „Je hoeft niet in drukke winkelgebieden te zitten; als je iets bijzonders hebt, dan komen mensen echt naar je toe, of ze bestellen het online. Maar zulke ketens zullen met een sterke imago-strategie moeten komen.”

Lees het hele artikel