Tradities zijn er om in stand te houden, ook in de dynamische wereld van computerchips. Telkens als de werklieden op het bouwterrein in Singapore zonder ongelukken een nieuwe mijlpaal bereiken, staan ze even stil bij een klein altaar naast de toegangspoort.
De goden zijn hen tot nu toe goed gezind: het bord met veiligheidsstatistieken staat na 273.172 mandagen werk nog op ‘nul ernstige ongevallen’.
Op dit stuk grond tussen het militaire vliegveld en een woonwijk, stampt VSMC een chipfabriek uit de grond die voor 40 procent eigendom is van NXP. Singapore wordt straks de grootste productielocatie van de Nederlandse chipfabrikant, die daarvoor een joint venture oprichtte met Vanguard, een dochter van de Taiwanese chipreus TSMC.
Mike Mevissen, die voor NXP over de operationele strategie gaat, werkt al jaren in Zuidoost-Azië, maar hij blijft zich verbazen hoe snel bouwen in Singapore gaat. „In december stond hier nog niets, en voor de zomer zullen we het hoogste punt al bereiken.” Protesten uit de buurt hoor je niet snel in deze streng gereguleerde stadstaat. Er is ook geen gedoe met bouwvergunningen of haperende elektriciteitsvoorzieningen – alles is tot in de puntjes voorbereid, zodat NXP hier in 2027 chips kan gaan produceren, op silicium schijven van 300 mm doorsnede. Als deze fabriek en een soortgelijke joint venture in Duitsland op stoom zijn, zal NXP’s productie op 200 mm schijven in Nijmegen afnemen. Op termijn zal NXP deze fabriek sluiten, maar afhankelijk van de marktvraag kan dit nog jaren duren. Een upgrade van de Nederlandse fabriek is niet te betalen, stelt NXP.
De Singaporese overheid wil niet bekendmaken hoeveel subsidie de 7,8 miljard dollar kostende VSMC-fabriek krijgt. Belangrijker is dat het project op tijd af komt, zegt Mevissen.
Hij kijkt uit over de bouwplaats: een levendige smeltkroes met tweeduizend arbeiders uit India en Maleisië die werken voor Japanse opzichters. Taiwanese experts bereiden de komst van de eerste chipmachines voor. Hier en daar zie je een Nederlands gezicht. Iedereen heeft het warm en iedereen draagt dezelfde veiligheidshelm; ook Dirk Beljaarts, minister van Economische Zaken (PVV), die de VSMC-fabriek bezoekt om de Singaporese slagkracht van dichtbij te aanschouwen.
De handelsoorlog speelt Singapore en Maleisië in de kaart
Beljaarts was deze week op reis in Azië, in het kielzog van tientallen Nederlandse techbedrijven die zich deze week gezamenlijk in Singapore presenteerden, op chipbeurs Semicon SouthEast Asia.
„Als minister kun je helpen de weg te bereiden met diplomatieke contacten”, zegt Beljaarts, die later in de week naar Japan zou doorreizen om Hollandse hightech aan de man te brengen tijdens de wereldtentoonstelling in Osaka.
Zwitserland van de chipindustrie
De Singaporese en Maleisische overheden hebben niet veel aansporing nodig; zij werpen zich gretig op de Nederlandse hightechsector. De historische banden met de Nederlandse bedrijven gaan terug naar de jaren vijftig, toen Philips zich hier vestigde. In de jaren negentig breidde Philips uit in Maleisië en bouwde samen met TSMC een fabriek in Singapore. Tegenwoordig zijn dat NXP en Nexperia. Bedrijven als Besi en VDL ETG zijn al jaren in Singapore actief, net als meer dan tweeduizend andere Nederlandse ondernemingen.
Singapore, knooppunt in de handel en financiële wereld, wil een ‘hub’ worden voor de halfgeleiderindustrie. Voor buurland Maleisië geldt hetzelfde: dat subsidieert hightechbedrijven en chipfabrikanten via de National Semiconductor Strategy.
Ang Wee Seng van de Singaporese brancheorganisatie SSMIA ziet een logische rolverdeling, waarbij de twee landen samenwerken om buitenlandse bedrijven te winnen. Van onderlinge concurrentie is geen sprake, verzekert hij.
Singapore is neutraal gebied, vertelt Ang. Een land dat geen keuze maakt voor Amerika of China. Maleisië heeft hetzelfde standpunt, al bestraffen de VS het land met 24 procent importheffing en Singapore met ‘slechts’ 10 procent.
Zo’n neutrale speler trekt andere gelijkgestemde landen aan, die zowel met de VS als met China handel bedrijven. Nederland bijvoorbeeld
Chip- en technologiebedrijven passen hun toeleveranciersketens aan: ze willen hun productielijnen robuuster maken – de herinnering aan de chiptekorten tijdens de pandemie ligt iedereen nog vers in het geheugen. De gangbare strategie was ‘China plus one’, om een alternatief te hebben voor Chinese onderdelen. Door de isolationistische koers van de VS komt er een nieuwe dimensie bij: ‘America plus one’, om de afhankelijkheid van de VS te verminderen.
Die handelsoorlog speelt Singapore en Maleisië in de kaart: ze creëren samen een ‘Zwitserland van de chipindustrie’, op amper 150 kilometer afstand van de evenaar. Zo’n neutrale speler trekt andere gelijkgestemde landen aan, die zowel met de VS als met China handel bedrijven. Nederland bijvoorbeeld.
Handelsoorlog
Het imposante Netherlands-paviljoen op de Semicon-beurs herbergt vooral bedrijven uit de Brainport-regio rond Eindhoven, die onderdelen leveren aan chipmachinefabrikant ASML. De hightechmultinational (44.000 medewerkers) wil dat zijn toeleveranciers uitbreiden en meebewegen met ASML, dichter bij de klanten in Taiwan, Zuid-Korea, Japan en China.
De verhuizing van Zuidoost-Brabant naar Zuidoost-Azië is al in volle gang. In Nederland staat immers de handrem erop: de expansiemogelijkheden zijn beperkt door krapte op de arbeidsmarkt en stikstofproblemen. Dat botst met de ambities van de chipsector, die rekent op een verdubbeling van de afzetmarkt in 2030, tot een totale omzet van ruim 1.000 miljard dollar. Dat de chipsector zich vooralsnog moeizaam herstelt, komt door de handelsoorlog, die onzekerheid zaait. „Iedereen blijft daarom op zijn geld zitten”, zeggen insiders.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/23141737/data132695023-109ec9.jpg)
Maar de voorbereidingen op de groeispurt gaan in Zuidoost-Azië gewoon door. Het is vooral de slagkracht van Singapore en Maleisië die techbedrijven aantrekt, zegt Hamed Sadeghian, oprichter van de Nederlandse chipmachinefabrikant Nearfield. Hij tekende net een deal met het Singaporese onderzoeksinstituut IME. Het gemak waarmee de samenwerking tot stand kwam, staat in schril contrast met zijn uitbreidingsplannen in de regio Rotterdam, vertelt hij. „Singapore is extreem snel vergeleken met Nederland. De overheid hier heeft een duidelijk langetermijnbeleid en is erg genereus met het binnenhalen van buitenlandse techbedrijven.”
„Ze betalen bijvoorbeeld een half jaar lang 90 procent van het salaris van elke medewerker die je lokaal aanneemt”, aldus Sadeghian. Hij overweegt om met Nearfield in Singapore machines te gaan produceren, om dichter bij Aziatische chipfabrieken te zitten. Bijkomend voordeel: onderdelen waar Nearfield in Nederland maanden op moet wachten, zijn in Azië binnen een paar weken leverbaar.
Het duwtje van ASML
Maleisië heeft al een groot aandeel in fabrieken die chips verpakken en wil graag een stapje hoger op de hightechladder naar complexe chipmachines en waferfabs, die chips fabriceren. De overheid lonkt al een tijdje naar bedrijven in de Brainport-regio, ook naar ASML.
Met zeer geavanceerde chipmachines (die werken met extreem ultraviolet licht of EUV) heeft ASML een monopoliepositie en die systemen zijn minder prijsgevoelig. Om concurrerend te blijven met de meer gangbare DUV-systemen, eist ASML van zijn toeleveranciers dat ze de onderdelen voor die machines goedkoper produceren. Singapore en Maleisië zijn de beoogde plekken.
ASML wil zelf ook ‘dichter op de klanten’ zitten door de assemblage van minder geavanceerde chipmachines in Zuidoost-Azië uit te voeren. Maar de regio lijkt volgens het Veldhovense bedrijf nog niet helemaal rijp voor de hightechsprong. Op de Semicon-stand van MIDA, de investeringsgroep van de Maleisische overheid, toonde een ASML-expert „ter aanmoediging” een verlanglijstje voor mogelijke expansielocaties. Het was een reeks productievereisten, zoals extreem schoon en nauwkeurig werken. Zuidoost-Azië scoort slechts op drie van de elf vereisten een voldoende. ASML verwacht dat Singapore en Maleisië de komende jaren meer vinkjes kunnen halen, met een duwtje in de rug van ASML en de Brainport-partners.
Onderdelen waar het Brabantse Nearfield in Nederland maanden op moet wachten, zijn in Azië binnen een paar weken leverbaar
Neways, toeleverancier van ASML, heeft deze strategische stap al ingezet. Dit Brabantse hightechbedrijf opende deze week een nieuwe vestiging in Selangor, vlakbij de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur. Na het doorknippen van het lint volgde een kleurrijke drakendans, naast de smetteloos witte productiehal.
Ook hier valt het hoge tempo op. Neways nam eind 2023 de beslissing in Maleisië te produceren, in nauw overleg met ASML. Amper een jaar later stond er al een fabriek, die sinds afgelopen februari onderdelen voor chipmachines levert.
„Zodra je hier begint over ASML of halfgeleiders gaan de deuren wijd open”, zegt Hans Büthker, topman van Neways. Maar het gaat niet alleen om ASML. Veel Brainport-bedrijven leveren belangrijke ingrediënten aan Amerikaanse chipmachinemakers als KLA en Applied Materials. Deze ondernemingen verleggen hun productie vanuit de VS naar Zuidoost-Azië en accepteren geen onderdelen die Nederlandse bedrijven voor hen in China produceren: te risicovol.
Uitgebreide spionageprogramma’s
De slagvaardigheid van Singapore en Maleisië staat in schril contrast met de situatie in Nederland. Zo wacht Project Beethoven, een steunplan van 2,5 miljard euro om de uitbreiding van ASML in de regio Eindhoven mogelijk te maken, nog op een oplossing voor stikstof en capaciteitsproblemen op het stroomnet. „Ik kan niks forceren, de regels bij ons zijn nu eenmaal anders dan in Singapore”, stelt Dirk Beljaarts. Volgens hem loopt het ministerie van Economische Zaken „het vuur uit de sloffen”. „Maar je kunt niet van ons verwachten dat we problemen die al tientallen jaren vooruitgeschoven zijn, in tien maanden oplossen.”
De Nederlandse overheid juicht de expansie van Brainport in Zuidoost-Azië wel toe. Deze samenwerking ligt politiek in ieder geval veel minder gevoelig dan de uitbreidingsplannen die Brainport nog in China nastreeft.
Lees ook
Lees ook: Waarom de Brabantse Brainport een broertje in China bouwt
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/07142256/data127701744-59b4eb.jpg)
In het jaarverslag van 2024 waarschuwt de AIVD opnieuw voor „uitgebreide spionageprogramma’s waarmee China aan technologie en kennis uit westerse landen probeert te komen. Daarvoor rekruteerde het wetenschappers en werknemers van hoogtechnologische bedrijven, ook in Nederland.”
De isolationistische koers van de VS drijft Nederland dus niet automatisch in de armen van China, zegt Beljaarts. „Onze visie op China en het Nederlands beleid ten aanzien van economische veiligheid verandert niet, maar er zijn genoeg terreinen over waar we prima zaken kunnen doen met China.”