Reinigingsbedrijven die tankwagens voor chemische stoffen schoonmaken, hebben de risico’s van hun werk niet goed in beeld en moeten hun medewerkers beter trainen op zeldzame en gevaarlijke reinigingen. Dat oordeelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) dinsdag in een rapport. Aanleiding voor het onderzoek is een ernstig incident bij tankreiniger Gentenaar Cleaning in het Noord-Brabantse Moerdijk van november 2022, toen een wolk van giftige zuren vrijkwam en elf mensen gewond raakten.
Het centrale probleem, aldus de OVV, is dat veilig reinigen te veel afhangt van „het geheugen en gedrag” van de reinigers zelf. Tankreinigers trainen hun personeel op veelvoorkomende reinigingen, maar niet op de zeldzamere klussen. Terwijl die in sommige gevallen juist gevaarlijker zijn, zegt OVV-vicevoorzitter Erica Bakkum tegen NRC. „Daarom roepen wij de hele sector van tankreinigingsbedrijven op om beter zorg te dragen voor medewerkers, zodat zij hun werk veilig kunnen uitvoeren.”
Met name bij hevige chemische reacties zijn de gevaren groot. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het reinigen van tankcontainers waarmee fosfortrichloride is vervoerd, zoals in Moerdijk. Deze stof reageert zo heftig op water – dat door de reinigers gebruikt wordt om schoon te maken – dat ook bij „een kleine hoeveelheid ladingresten een ernstig incident kan plaatsvinden”. Als fosfortrichloride in contact komt met water, ontstaan zeer giftige gassen.
Zoutzuur ontsnapt
Dat is precies wat op 23 november 2022 gebeurde bij Gentenaar Cleaning in Moerdijk. Toen een medewerker die ochtend een stalen tank reinigde, ontsnapten grote wolken giftig zoutzuur. Deze stof vreet in de huid, beschadigt ogen en veroorzaakt hevige brandwonden en soms zelfs dodelijke longoedemen. Tijdens het schoonmaken droeg de medewerker geen veiligheidsbril of masker.
Door de wind bereikte de wolk met giftige stoffen ook het terrein van het naastgelegen Stolthaven Terminals. In totaal elf mensen raakten gewond, van wie één dusdanig ernstig dat hij pas na zestien maanden weer kon werken.
De OVV is een zelfstandig bestuursorgaan dat na rampen en grote ongevallen onderzoek doet naar oorzaken en gevolgen van het incident. De Onderzoeksraad kan geen sancties opleggen, maar houdt wel in de gaten of aanbevelingen worden opgevolgd. Als dit niet gebeurt, wordt een notitie gemaakt en online gepubliceerd.
Gentenaar Cleaning is inmiddels gestopt met het schoonmaken van tankcontainers met resten fosfortrichloride. Maar de risico’s blijven aanwezig, zegt de OVV, ook bij het reinigen van tankcontainers met andere gevaarlijke stoffen.
Daarom wil de onderzoeksraad dat de tankreinigingsbranche haar werkveiligheid gaat verbeteren. Binnen de gehele bedrijfstak moet de werkomgeving veiliger, stelt Bakkum. „Een nieuwe medewerker leert nu van de meer ervaren werknemer. Maar er moeten échte afspraken, werkinstructies en duidelijke voorschriften zijn. Als deze tank straks ontploft, wat moeten we dan doen? Dat soort risico’s moeten besproken worden.”
Voorschriften niet gevolgd
Tankreinigers maken tankwagens van chemiebedrijven schoon en ruimen resterend chemisch afval op. In deze sector, ook wel de ‘vaatwasser van de chemische industrie’ genoemd, wordt met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen gewerkt. De risico’s voor arbeidskrachten, omwonenden en milieu zijn groot.
NRC deed in 2024 onderzoek naar tankreiniging in Nederland en ontdekte dat de afgelopen jaren meerdere ernstige ongelukken plaatsvonden met chemische stoffen. Ook bleken medewerkers zonder adequate bescherming blootgesteld te worden aan gevaarlijke, kankerverwekkende stoffen.
Maar de sector houdt deze incidenten – met gevaar voor medewerkers en omwonenden – het liefst buiten zicht. Geen van de 27 tankreinigingsbedrijven hield zich aan de voorschriften die personeel moeten beschermen tegen deze en andere gevaarlijke stoffen, ontdekte de Arbeidsinspectie in 2022.
Bovenop de risico’s voor arbeidskrachten en omwonenden vormt de tankreiniging een groot gevaar voor het milieu, ontdekte NRC. Dagelijks lozen tankreinigers duizenden liters chemicaliën in het riool. Ofschoon deze chemicaliën tientallen zeer schadelijke stoffen bevatten, die nauwelijks uit water te zuiveren zijn, worden deze stoffen als ‘minst schadelijk’ aangemerkt door de branchevereniging of de bedrijven zelf. Hierdoor mogen ze de chemicaliën – tientallen tot honderden liters per tankwagen – lozen in het riool, waarna die onder meer terechtkomen in de Maas, de Rijn en andere oppervlaktewateren waaruit drinkwater wordt gewonnen.