In het bezoekerscentrum van de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats in het Limburgse Margraten zijn, mogelijk al maanden geleden, twee panelen verwijderd die de rol van de ‘zwarte bevrijders’ belichtten.
Het gaat om Afro-Amerikaanse militairen die hielpen Europa te bevrijden van de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog. Eén van de twee gedenkplaten stelde dat de zwarte militairen zowel tegen de vijand als tegen racisme vochten. Nu blijkt dat beide gedenktekens ergens in de loop van dit jaar werden weggehaald.
Stilzwijgend vertellen de laatste rustplaatsen van ruim 8.000 gesneuvelde militairen en de namen van ruim 1.700 vermisten op de begraafplaats van Margraten een imponerend verhaal. Eind 2023 kreeg het ereveld voor de bevrijders bovendien een bezoekerscentrum. Een permanente tentoonstelling in dat gebouw schetst sindsdien het verloop van de bevrijding en licht persoonlijke verhalen toe van enkele gesneuvelde bevrijders.
Op de vraag wanneer en waarom het paneel over de grafdelvers is weggehaald, geeft ABMC geen antwoord
De panelen over de zwarte militairen waren pas in 2024 toegevoegd aan de tentoonstelling. „Aanvankelijk besteedde die expositie geen enkele aandacht aan Afro-Amerikaanse militairen”, weet Kees Ribbens, senior onderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en bijzonder hoogleraar populaire historische cultuur van mondiale conflicten en massaal geweld aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Onder anderen Shefali Razdan Duggal, ambassadeur van de VS in Nederland onder president Biden, en een vertegenwoordiger van de American Battle Monuments Commission (ABMC), verantwoordelijk voor het beheer van de begraafplaats in Zuid-Limburg, spanden zich in voor aanpassing van de tentoonstelling.
Er kwam één paneel dat de bezoekers informeerde over Afro-Amerikaanse dienstplichtigen in de Tweede Wereldoorlog. Een miljoen mannen van kleur hadden zich aangemeld voor militaire dienst. In wezen vochten ze aan twee fronten, meldde de tekst: ze streden tegen de vijand én tegen hardnekkig racisme. Vanwege discriminatie vochten ze meestal niet aan het front (het leger was gesegregeerd), maar verrichten ze ondersteunend werk. Zoals het aanleggen van graven voor vaak zwaar verminkte slachtoffers onder barre winterse omstandigheden.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/07122945/071125BIN_2022125921_margraten2.jpg)
Het nieuwe bezoekerscentrum van de Amerikaanse begraafplaats in Margraten.
Foto Rob EngelaarDelvers
Een tweede paneel vertelde het verhaal van George H. Pruitt (1922-1945). Hij werkte op 10 juni 1945, ruim een maand na de Duitse overgave, aan de aanleg van een telefoonlijn over een rivier bij Bremen, toen een van zijn kameraden te water raakte. In een poging hem te redden, verdronk ook Pruitt.
Vragen over de verwijdering van de twee panelen wil de ABMC alleen per e-mail beantwoorden. De ABMC, gevestigd in Parijs, is een onafhankelijk agentschap van de Amerikaanse federale overheid dat de Amerikaanse oorlogsgraven en -monumenten buiten de VS beheert. De grond van de begraafplaats in Margraten is na de bevrijding door de Nederlandse staat in eeuwigdurende bruikleen gegeven aan de VS.
Volgens woordvoerder Hélène Chaulin van de in Parijs gevestigde ABMC werden „deze panelen [zoals die over Pruitt] ontworpen om regelmatig te rouleren gedurende de looptijd van de tentoonstelling, zodat zoveel mogelijk individuele verhalen aan bod komen”. Het paneel is „momenteel niet te zien, maar niet uit rotatie”. Op de vraag wanneer en waarom het andere paneel, degene over de grafdelvers, is weggehaald, geeft ze geen antwoord.
Chaulin wijst wel op een fragment in de documentaire van ruim vijftien minuten die in het bezoekerscentrum wordt vertoond. Een paar seconden kunnen opmerkzame kijkers zwarte soldaten ontwaren die graven delven. De commentaarstem voorziet dat tafereel niet van toelichting.
Verder mailt Chaulin dat op een fotowand twee portretten van Afro-Amerikaanse militairen te zien zijn (ze hangen tussen ruim tweehonderd andere portretten) en dat de expositie ook verwijst naar de Afro-Amerikaanse militair Willie F. James Jr. (1920-1945), die in 1997 postuum met de Medal of Honor werd onderscheiden.
In dat gedeelte van de tentoonstelling toont een touchscreen informatie over zes onderscheiden militairen. Opvallend: bij de vijf blanke militairen is een portretfoto geplaatst; van de zwarte militair James is alleen een foto van zijn grafmonument te zien, terwijl er online wel foto’s van hem circuleren.
Lees ook
Hoe Trump het land en het leger voorbereidt op ‘oorlog’ tegen ‘de binnenlandse vijand’
Trump
NIOD-onderzoeker Ribbens is geschrokken van het verdwijnen van de informatie. „Tegelijkertijd past het bij het beleid van de regering-Trump. Op de site van The Heritage Foundation, een conservatieve Amerikaanse denktank, verscheen in maart een aanklacht tegen de ABMC. Die zou zich onttrekken aan Trumps executive order om te stoppen met beleid ter bevordering van diversiteit en inclusie. De schrijver van dat stuk is tegenwoordig een senior adviseur op het ministerie van Justitie. En bij de ABMC is de diversiteitsfunctionaris – met naam en toenaam genoemd in het bewuste artikel – op een zijspoor gezet.”
Mieke Kirkels, schrijver van verscheidene boeken die de rol van zwarte militairen tijdens de bevrijding onder de aandacht brengen, noemt de ingreep in het bezoekerscentrum „vreselijk”. Ze maakte onder meer een boek met eerste luitenant Jefferson Wiggins, die haar vertelde dat bij de grafdelvers tijdens hun werk de tranen over de wangen liepen: „Ze waren volledig getraumatiseerd.”
Wat nu overblijft in het bezoekerscentrum, is echt te weinig aandacht voor de zwarte bevrijders
Kirkels stond aan de basis van de Stichting Black Liberators in the Netherlands. Die organisatie zet zich in om de vaak vergeten rol van zwarte soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog te onderzoeken, te belichten en te erkennen.
„Wat nu overblijft op de tentoonstelling in het bezoekerscentrum, is echt te weinig aandacht voor de zwarte bevrijders”, vindt Theo Bovens, voorzitter van Black Liberators in the Netherlands en tevens fractievoorzitter van het CDA in de Eerste Kamer. „Ongeveer 12,5 procent van de Amerikaanse bevrijders was van Afro-Amerikaanse origine. Ze hadden niet alleen een heel belangrijk aandeel in de aanleg van de begraafplaats in Margraten, 172 van hen kregen daar ook hun laatste rustplaats.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/07123015/071125BIN_2022125921_margraten3.jpg)
Het ereplein en toren op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten.
Foto Rob EngelaarConservatief
Bovens wil de zaak aan de orde stellen als hij vanuit zijn senaatsfunctie een kennismakingsgesprek heeft met Joe Popolo, de nieuwe Amerikaanse ambassadeur in Nederland. „Of, als dat lang op zich laat wachten, in een speciaal voor dit onderwerp aangevraagd gesprek.”
Lees ook
In zijn strijd tegen positieve actie verplicht Trump universiteiten informatie te delen over de etniciteit van studenten


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/07170734/071125VER_2022624572_vlaar.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/07095641/071125WEE_2021705822_uyl_reunie1.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/03134532/081125WEE_2021721092_6.jpg)






English (US) ·