„Eén-twee-drie-vier. En één-twee-drie-vier”. Nog voor je ze ziet, hoor je ze: een groep van zo’n 25 jonge mannen die in legergroene uniformen komt aanmarcheren. Helemaal gelijk op gaat het niet, ondanks het gebrul van de sergeant die mee marcheert. Onder de jongemannen wordt zachtjes gelachen en gesmoesd, zeker als ze bekenden passeren die op bankjes buiten zitten met hun telefoon.
Even verderop ligt een gewonde soldaat op de grond, althans zo lijkt het. Zijn rechterbeen vertoont een gapende, bloederige wond. Zijn broek is gescheurd en doordrenkt met nepbloed uit een fles die naast hem staat. Voorzichtig brengt een jongen met stekeltjeshaar een tourniquet aan om de bloeding te stoppen. „Wat is uw naam?”, vraagt de student die in het rollenspel als hospik functioneert aan de ‘gewonde’. „Bent u beschoten? Kunt u voorzichtig op uw zij gaan liggen?” Zacht kreunend speelt het slachtoffer het spel mee.
Duizenden studenten in het mbo, zoals hier bij ROC Zadkine in Rotterdam, bereiden zich voor op een baan bij de krijgsmacht, fulltime of als reservist. De studenten volgen de tweejarige VeVa-opleiding (Veiligheid en Vakmanschap). Ongeveer 40 procent van het huidige defensiepersoneel komt van zo’n opleiding. „We zijn een belangrijke kweekvijver voor defensie”, zegt Pascal Scholtius, directeur veiligheidsacademie en sport, en „die wordt de komende jaren alleen nog maar belangrijker”.
Begin oktober was demissionair staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman (BBB) op Zadkine. Studenten vormden een erehaag om hem heen als blijk van respect. De bewindsman liet zich informeren over de VeVa-opleiding en besprak met de schoolleiding de verdere ontwikkeling van de samenwerking.
Vanaf maandag is er namelijk een nieuwe loot aan de stam: de Nationale Weerbaarheidstraining (NWT), een militaire basistraining van tien weken in veel van de vaardigheden die de VeVa-studenten ook leren. Zadkine en zeventien andere mbo-scholen hebben met Defensie afgesproken dat ze die training aan al hun studenten gaan aanbieden als keuzemogelijkheid. Daarnaast doen tien hogescholen en één universiteit mee.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/30154816/311025WEE_2018981022_weerbaarheid2.jpg)
Marcheren is een van de onderdelen van de militaire training op Zadkine.
Hedayatullah AmidExtra reservisten
De NWT moet de krijgsmacht aan zo’n twaalfduizend extra reservisten helpen, een groei van achtduizend nu naar twintigduizend in 2030. Reservisten zijn mannen en vrouwen die ooit een basistraining bij defensie hebben gevolgd (bivak, ehbo, leiderschap, fitness, schietvaardigheid) en daarna zijn gaan werken. Naast hun werk blijven ze een paar dagen per week of per maand (afhankelijk van de functie) actief als militair. De NWT staat open voor iedereen van 18 tot en met 54 jaar; ook werknemers uit het bedrijfsleven kunnen meedoen. Er gaan een conditietest (onder meer 2.200 meter hardlopen in 12 minuten, 24 minuten lopen met een rugzak van 25 kilo) en een intakegesprek aan vooraf.
Voor de werving heeft defensie vooral de hoop gevestigd op het onderwijs, en daarbinnen op het mbo, dat al decennialang met defensie samenwerkt. Erik Noordam, binnen defensie projectleider NWT, verheugt zich op de nieuwe fase in de samenwerking. „Dit soort trainingsprogramma’s sluit goed aan op de leefwereld van jongeren. Die willen zich tegenwoordig niet jarenlang aan defensie binden, maar vinden zo’n basistraining van tien weken wél heel spannend en waardevol. Jongeren volgen al onderwijs en dan is de NWT een logisch vervolg.”
Zadkine gaat de NWT in de zomer van 2026, bij het begin van het nieuwe onderwijsseizoen, aanbieden. Sommige andere ROC’s, zoals Yonder in Tilburg, beginnen al eerder. Tien studenten die de richting Sport en Bewegen aan de Brabantse school volgen, hebben zich voor de novembertraining aangemeld, zegt Paul van Gestel, adjunct-directeur defensie en veiligheid bij Yonder. „Dat ging vanzelf. Ik ben nu al bezig met de volgende lichting in april.” Hij vindt het aanbieden van de NWT een „slimme aanpak” van defensie. „Onze studenten krijgen er een aantrekkelijke keuzemogelijkheid bij en defensie kan meer reservisten verwelkomen.”
De mbo’ers kunnen de NWT verzilveren als dat meetelt voor het behalen van hun diploma. Tijdens de training, nu nog in Amsterdam, straks mogelijk ook in Assen, krijgen ze een salaris van maximaal 2.200 euro bruto per maand. Bij succesvolle afronding zijn ze automatisch reservist – tenzij ze aangeven dat ze dat niet willen. Het is ook mogelijk om door te stromen naar de opleiding voor fulltime militair.
Defensie steekt veel geld in het programma. Per deelnemer zijn de kosten ongeveer 30.000 euro, aldus een woordvoerder van het ministerie. Daarvan worden salaris en instructeurs maar ook uniform, trainingsmateriaal en zorg betaald.
Het ministerie bereidde het NWT-programma degelijk en zorgvuldig voor, aldus mbo-bestuurder Van Gestel. „Tijdens voorlichtingsavonden was er ook aandacht voor ouders, en terecht. Vaders en moeders vinden het nogal eens spannend als hun zoon of dochter op bivak gaat.” Voor de school zelf past de NWT naadloos binnen de twee hoofddoelstellingen van het mbo, aldus Van Gestel: „Onze studenten voorbereiden op een beroep én op hun rol als weerbaar burger in de samenleving. De laatste jaren zijn studenten zich, merk ik, steeds bewuster geworden van die laatste rol.”
De grimmige realiteit van het slagveld – zoals nu in Oekraïne – speelt bij deze ‘bewustwording’ veel minder een rol. Wie mbo’ers zoals op het Zadkine vraagt waarom ze zich bijvoorbeeld voor de VeVa-opleiding hebben aangemeld, krijgt antwoorden als „je eigen grenzen verkennen” en een „spannend avontuur beleven”. Daarnaast zijn ouders met een loopbaan bij defensie een inspirerend voorbeeld.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/30154838/311025WEE_2018981022_weerbaarheid4.jpg)
De NWT moet de krijgsmacht aan zo’n twaalfduizend extra reservisten helpen. Zadkine in Rotterdam gaat de NWT vanaf de zomer van 2026 aanbieden.
Hedayatullah AmidDe collegezaal binnengestapt
Waar er binnen het mbo vooral enthousiasme is over de Nationale Weerbaarheidstraining, zijn de reacties binnen het hoger onderwijs gemengder. Ook hier zijn studenten en docenten die de nieuwe samenwerking met defensie verwelkomen als waardevolle of noodzakelijke bijdrage aan een weerbaarder samenleving. Naarmate de NWT bekender wordt, komen er daarnaast ook meer kritische stemmen.
„De krijgsmacht is de collegezaal binnengestapt”, schreef socioloog Suzanne Klein Schaarsberg onlangs in de Volkskrant. „Wat op de website van Defensie klinkt als een onschuldige kans voor persoonlijke groei, leidt er in praktijk toe dat kennisinstellingen en de krijgsmacht steeds verder verstrengeld raken.” Michiel Bot, universitair hoofddocent aan de rechtenfaculteit van Tilburg University, zei tegen de regionale omroep RTV Utrecht: „Wat mij betreft leidt dit tot een vervaging van het cruciale onderscheid tussen universiteit en leger.”
Mijn moeder dacht dat ik binnen tien weken aan het front in Oekraïne zou staan
Jorn Cuperus (21) is derdejaars student integrale veiligheidskunde aan hogeschool NHL Stenden in Leeuwarden. In september begon hij met de militaire minor digitale weerbaarheid. Na tien weken colleges op de hogeschool over dit onderwerp, begint hij nu aan de NWT. Maandag 3 november moet hij zich melden op de kazerne in Amsterdam. „Mijn moeder raakte meteen in paniek”, vertelt hij. „Die dacht dat ik binnen tien weken aan het front in Oekraïne zou staan. Ook mijn vriendin vindt het toch wel een beetje spannend.”
Cuperus stelde hen gerust: als er oorlog uitbreekt zijn eerst de beroepsmilitairen aan de beurt. „Maar bij de voorlichting van defensie werd wel eerlijk gezegd: op een gegeven moment raken de beroepsmilitairen op, dan komen de reservisten aan bod.” Dat bracht hem niet aan het twijfelen. „Het mooie aan reservist zijn is dat je iets kunt betekenen voor je land. Dat spreekt mij aan. Ik wil graag iets doen om de maatschappij veilig te houden. Vandaar dat ik de opleiding veiligheidskunde doe.”
De NWT wordt binnen hogescholen aangeboden als vrijwillig keuzeonderdeel van een minor, een groot bijvak. Voor het NWT-deel vallen vijftien punten te behalen, een kwart van het totaal in een studiejaar. De studenten volgen een militaire training, maar moeten op de kazerne ook online lesmodules volgen, opdrachten maken en reflectieverslagen schrijven. De hogeschool begeleidt op afstand en beoordeelt na afloop het online portfolio.
NHL Stenden keek welke minors het beste aansloten bij de NWT en kwam op vijf uit: crisisbeheersing, digitale weerbaarheid, intelligence and counterintelligence, European safety and security, en ethisch hacken.


Het marcheren vindt plaats tussen schoolgebouwen op de campus van Zadkine. Helemaal gelijk op gaat het niet tijdens de training in Rotterdam, ondanks het gebrul van de sergeant die mee marcheert.
Foto’s Hedayatullah Amid / NRCStageplaatsen
De hogeschool in Leeuwarden was de eerste hogeschool die ‘ja’ zei. De nauwere samenwerking met defensie kwam als geroepen, vertelt Vera van der Zee, teamleider integrale veiligheidskunde. „Als we vacatures voor stageplaatsen bij defensie hadden, waren die altijd heel snel weg. De vraag was groter dan het aanbod.” De NWT is een mooi alternatief, vindt Van der Zee. Er hebben zich zo’n honderd studenten gemeld om dit studiejaar mee te doen.
Er was nog een reden waarom NHL Stenden direct enthousiast reageerde. De hogeschool is betrokken bij de oprichting van een ‘veiligheidscampus’ in de Johan Willem Frisokazerne in Assen. Drie onderwijsinstellingen (NHL Stenden, de Rijksuniversiteit Groningen en DCTerra) krijgen daar leslokalen en ruimte om onderzoek te doen. „De militaire trainingen die studenten volgen voor de militaire minor zullen op den duur ook in Assen gegeven worden”, vertelt Van der Zee. „Dan hoeven onze studenten daarvoor niet meer naar Amsterdam.”
Ook de Rijksuniversiteit Groningen verwelkomde de NWT, vooralsnog als enige universiteit. Sipke de Hoop, hoofddocent eigentijdse geschiedenis, werd in april aangesteld als kwartiermaker van de veiligheidscampus in Assen. Hij regelde dat de NWT als keuzemogelijkheid werd opgenomen binnen de ‘career minor’ aan de faculteit letteren. Met die minor kunnen studenten zich voorbereiden op de arbeidsmarkt.
Volgens De Hoop brengt samenwerking van de universiteit met defensie kansen mee voor beide partijen. „Iedereen denkt nu: bij defensie is heel veel geld te halen, daar kunnen we mooie dingen mee doen. Maar je moet ook wel wat terugdoen. Wij moeten als kennisinstelling onze verantwoordelijkheid nemen om bij te dragen aan de uitdagingen waar we in Europa, ook in Nederland, voor staan op het gebied van weerbaarheid. Aan de veiligheidscampus in Assen kunnen wij bijdragen met onderzoek.”
De animo onder Groningse studenten om mee te doen is nog niet heel groot: van de circa 25 studenten die de specialisatie vrede en veiligheid doen van de career minor, hebben zich zes mensen aangemeld. „Dat komt ook doordat we vrij laat zijn benaderd met de vraag of we wilden meedoen”, zegt De Hoop. „Met stoom en kokend water is het alsnog gelukt.”
Er speelde ook nog iets anders mee: de faculteit letteren was beducht voor protest binnen de universitaire gemeenschap. Waar in de hal van bijvoorbeeld het Rotterdamse Zadkine manshoge borden staan die een mooie toekomst bij defensie beloven, gaf de Rijksuniversiteit Groningen juist weinig ruchtbaarheid aan de NWT. De Hoop: „Defensie stond in de startblokken om er bij ons een grote campagne voor te beginnen, maar mijn faculteit wilde dat toch liever niet.”
Samenwerking met defensie kan bij sommigen op de universiteit gevoelig liggen, weet De Hoop. Zelf vindt hij dat de NWT „past binnen de leerdoelen en voldoet aan de academische criteria”. „De studenten die meedoen worden niet tien weken alleen maar in het veld opgeleid, ze moeten ook online modules doen over leiderschap en samenwerken. Die theoretische kennis wordt door ons getoetst.”
Wij zien een risico dat de universiteit haar onafhankelijke positie verliest
Onrust
De Groninger Studentenbond (GSb) volgt de toenadering tussen de universiteit en Defensie met argusogen. „Wij zien een risico dat de universiteit haar onafhankelijke positie verliest”, zegt bestuurslid Marcus Steenbergen. „De overheid heeft hard bezuinigd op het hoger onderwijs en wij maken ons zorgen over de manier waarop dat geld nu alsnog naar de universiteit komt.” De GSb vreest dat de universiteit geen andere uitweg ziet dan met defensie samen te werken, omdat daar nu veel extra geld naartoe gaat. De komst van de militaire minor bij de letterenfaculteit vindt de GSb „niet per se een positieve ontwikkeling”, zegt Steenbergen. „Het raakt nauwelijks aan academische vaardigheden en wetenschap. Het mag niet zo zijn dat studenten denken: ik ga lekker een beetje survivallen en dan haal ik makkelijk mijn studiepunten.”
Ook in Amsterdam maken studentenbonden zich zorgen. Jelle Gnoth, voorzitter van de SRVU aan de Vrije Universiteit, weet dat er op de universiteit gesprekken zijn gevoerd met Defensie over samenwerking. „Het laatste wat ik heb gehoord is dat het plan nu toch volledig van de baan zou zijn, omdat de universiteit bang is voor onrust onder studenten en docenten.”
Op de Hogeschool van Amsterdam zijn dit studiejaar drie militaire minors begonnen. Jasper Fico van de plaatselijke studentenvakbond ASVA reageert bezorgd. „Er is al langer een trend dat het onderwijs ondergeschikt wordt gemaakt aan economisch-strategische belangen van Nederland en Europa”, zegt hij. Hij verwijst naar het in oktober 2024 uitgekomen rapport Kennisoffensief voor Defensie van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie. „Daarin staat dat het onderwijs meer een ondersteunende rol moet gaan spelen voor defensie.”
Dat het onderwijs zich niet verweert tegen deze druk, komt volgens Fico doordat veel onderwijsbestuurders het aangaan van strategische partnerschappen, zoals met defensie, zelf ook een goed idee vinden. Daarnaast zijn colleges van bestuur door de bezuinigingen waarmee zij te maken hebben sneller bereid om samen te werken, constateert hij. Op de HvA moet net als op andere hogescholen en universiteiten de komende jaren tientallen miljoenen worden bezuinigd. Volgens Fico wordt er ‘gescout’ welke vakgebieden geschikt zijn voor samenwerking met Defensie.
Push-ups
Op het schoolplein van Zadkine is het intussen tijd voor een warming-up. Terwijl studenten van de kappersschool en andere mbo-opleidingen toekijken, staat hun militair instructeur midden op het plein klaar om zijn studenten toe te brullen. Zo’n twintig jongens in bruine T-shirts met achterop in goudkleurige letters NOAD (Nooit Ophouden, Altijd Doorgaan), staan in een wijde cirkel om de instructeur heen.


De NWT die maandag begint, trekt veel MBO-studenten Sport en Bewegen. Sit-ups als onderdeel van het lesprogramma in Rotterdam.
Foto’s Hedayatullah Amid / NRC„Als ik één roep, doe je vijftien model-push-ups, ja?”, brult de sergeant. „Eén! Eén! Eén!”
Beurtelings moeten ‘zijn jongens’ push-ups doen en op hun soldatenkistjes rondjes rennen, die nog nat zijn van het slootwater waar ze in sprongen voor hun vorige oefening. Bij het vijfde rondje begint het tempo af te nemen. De twintig jongenskoppen gaan meer schudden, worden roder en zweteriger. Het brullen van de sergeant wordt intenser. „Bij getal twee doe je vijftien sit-ups, begrepen? Twee! Twee! Twee!”
De militair mag dit werk dan al geruime tijd doen, hij geniet er nog steeds van. „Logisch toch?” zegt de marinier tussen het brullen door. „Wat is er nou leuker dan zulke jongens voorbereiden op een mooie toekomst bij onze krijgsmacht?”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/30155026/311025WEE_2018981022_weerbaarheid9.jpg)
De NWT staat open voor iedereen van 18 tot en met 54 jaar; ook werknemers uit het bedrijfsleven kunnen meedoen.
Hedayatullah Amid

/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/05112211/051125VER_2022055871_man.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/05144348/051125VER_2022264512_bontenbal.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/28104650/281025BIN_2017723302_peel1.jpg)





English (US) ·