Saskia Noor van Imhoff maakt kunst van én met haar eeuwenoude zuivelboerderij: ‘We zochten een plek met veel geheugen’

21 uren geleden 3

We lopen over het veld van een voormalige boerderij in Zuidwest-Friesland, aan de rand van het IJsselmeer – deze boerderij is tevens het huis, de studio, een onderwerp en deels het materiaal voor kunstenaar Saskia Noor van Imhoff en haar partner, ontwerper Arnout Meijer. Dit stukje aarde is tevens, net als vrijwel alle grond in Nederland, afgebakend met een grens. Maar tot hoe diep reikt het perceel? Een paar meter onder de grond, of veel dieper – tot het middelpunt van de aarde?

„Ik weet het niet meer precies”, zegt Van Imhoff (1982). „Maar ik heb het opgezocht toen ze hier grondproeven kwamen doen. Dat was omdat we de bestemming van de boerderij wilden laten aanpassen, van een agrarische functie naar een woonbestemming. Daarvoor moest bepaald worden of de grond niet te vervuild was en hebben ze monsters uit de grond genomen.”

Die vraag, over de afkadering van iets dat in principe onbegrensd lijkt, is kenmerkend voor Van Imhoffs werk. Sinds haar lovend ontvangen solotentoonstellingen in de Amsterdamse kunstruimte De Appel en het Stedelijk Museum Amsterdam, maakt ze naam in de kunstwereld, met intelligente en poëtische installaties, vaak ruimtevullend, waarin ze onderzoekt hoe verzamelingen werken, hoe we de wereld indelen, classificeren en waarde toekennen.

Vaak is het werk van Van Imhoff gericht op het kunstinstituut en de museumwereld: welke regels en (uitsluitings)mechanismen gelden daar? Denk aan installaties met opengezaagde museumwanden, pruttelende klimaatinstallaties, halfdoorzichtige vitrines.

Op dit moment is in het Teylers Museum in Haarlem bijvoorbeeld een groot werk van haar te zien, als onderdeel van een groepstentoonstelling over de kosmos:in een statige ruimte van het voormalige woonhuis van Pieter Teyler plaatste ze een tijdelijke houten constructie, als een soort tussenwand. Daarop toont ze mysterieuze, foto’s van in een rode waas verscholen voorwerpen uit de collectie van het Teylers Museum die normaal gesproken nauwelijks licht krijgen. Een reeks foto’s van de maan op kwetsbaar papier, gevaarlijke uraniumhoudende stenen en een meteoriet die net zo oud is als de zon. Zo speelt ze met wat normaal verborgen blijft, en toont hoe bewaringstechnieken en museale regels bepalen wat we zien – en wat we normaal niet zien.

Foto Kees van de Veen

Het exacte antwoord op die vraag, tot hoe diep de grond bij het perceel hoort, is niet de kern. Het gaat er om op te merken dat die grens überhaupt bestaat. Van Imhoff: „Wanneer je dat soort structuren en afbakeningen gaat onderzoeken, blijkt keer op keer dat ze ook iets beperkts hebben. Voor de grondproeven hebben ze in een vooropgezet grid op een tiental plekken een schep in de grond gestoken. Als je dat op een andere plek had gedaan, dan was er misschien een heel ander resultaat uit de meting gekomen.”

Drie jaar geleden verhuisde Van Imhoff samen met haar partner Arnout Meijer van de stad naar het platteland, vanuit Amsterdam naar een oude zuivelboerderij in Mirns, in het Friese Gaasterland. De boer en boerin die eerder op de boerderij woonden waren een paar jaar daarvoor al gestopt. Ze kozen ervoor het land rondom de boerderij drastisch te vergroenen: ze plantten zo’n vierduizend inheemse bomen en groeven een vennetje uit – enkele jaren later lijkt het alsof het er al eeuwenlang ligt. Met de aarde die overbleef zorgden ze voor glooiing in het landschap.

De plek beschouwt van Imhoff als een „organische collectie”, van materialen, objecten en fenomenen – te gebruiken voor haar werk. „Het gaat mij er niet om dat het mijn huis is, zo persoonlijk is het niet – ik gebruik het eerder als voorbeeld voor de dingen en structuren direct om ons heen.”

Voor een expositie in het Stedelijk Museum Amsterdam en het Fries Museum in Leeuwarden exposeerde ze in grote installaties bijvoorbeeld een deel van de eeuwenoude balken van de boerderij in Mirns, samen met een houtdateringsonderzoek. „Deze boerderij is op papier 150 jaar oud, maar sommige balken zijn volgens metingen bijna vijfhonderd jaar oud. Hoe oud is de boerderij dan echt?”

„Het werk gaat ook over wat we als erfgoed beschouwen, wat we ons willen herinneren. We hebben deze balken uit de boerderij gehaald, omdat ze niet meer in goede kwaliteit waren. Maar je hebt het wel over hout dat in 1631 is gekapt, en dat dus omstreeks 1500 is begonnen te groeien. Je kunt het begin ervan eindeloos blijven bevragen. Het blijkt dat het hout uit Wit-Rusland komt, maar gezien bossen ook migreren gedurende duizenden jaren, waar komt dit type boom vandaan? Waar ligt de oorsprong van dit gebouw? Wat willen, kunnen en moeten we herinneren? Wat is erfgoed en wie mag dat bepalen?”

Foto Kees van de Veen

Waar komt die onderzoekende houding vandaan?

„Ik denk eigenlijk niet dat het mij om het onderzoek gaat, maar om het blootleggen van structuren. Het maken van allerlei soorten indelingen vinden we veilig. Hiërarchieën geven ons grip op de wereld. Maar ik vind het juist bevrijdend om ze bloot te leggen. Dan blijkt vaak hoe subjectief ze eigenlijk zijn.”

Je bent qua onderwerp steeds dichter op je eigen omgeving gaan werken. Is dat bewust?

„Mijn werk in instituten ligt ook heel dicht bij mij, het gaat mij om het bevragen van structuren en systemen. Ik wilde laten zien dat je die blik overal op kunt richten: de wereld zit vol structuren, regels en hiërarchieën. In principe kan alles informatie zijn: een tak, een dier, een stuk afval, echt alles.”

„De interesse in het afgebakende perceel komt eigenlijk voort uit een stukje grond dat we eerder hadden, vlak bij Amsterdam. Daar hadden we een perceel in een gebied dat is opgedeeld in een soort taartpuntpercelen. De grond was lange tijd totaal verwaarloosd, het werd door anderen als een soort stortplaats gebruikt – en toen begon ik me te interesseren voor hoe verschillende mensen met grond omgaan. Zo raakte ik gefascineerd door de bramen, een teken van te veel stikstof, en de parasitaire zwammen die groeiden op de dode bomen.”

„Op deze plek raakten we zo gemotiveerd, dat we op zoek zijn gegaan naar een nieuwe plek die we samen verder konden onderzoeken, een plek met een lang geheugen en herinneringen en materiaal om mee te werken, om uit te pluizen. We hebben nog gekeken naar een oude bunker, maar die was te vervuild om in te gaan wonen.”

Met en over, maar ook óp het land maken Van Imhoff en Meijer hun werken. „Ik heb mezelf altijd als bouwer gezien, en hier kunnen we bouwen.” Op een heuveltje staat bijvoorbeeld een grote houten constructie, die, als je middenin de cirkel gaat staan staat, het landschap kadert. „Arnout werkt veel met het licht. De ononderbroken horizon om het land heen maakt je bewust van de continue dynamiek van natuurlijk licht – en hoe we de wereld om ons heen waarnemen – hierdoor ervaar je die verandering veel sterker dan in de stad.” Het frame is een poging om grip te krijgen op dit veranderende fenomeen, door het te kaderen en notities te maken. Met potlood staan er aantekeningen op het hout, zoals: ‘Volle maan, 13/04/25’.

Foto Kees van de Veen

Naast hun individuele werk bundelen Van Imhoff en Meijer hun artistieke onderzoek naar het land en de boerderij, onder de noemer REST. „We zochten een woord dat in zowel het Engels, Nederlands als Fries een betekenis heeft: dit staat voor ‘wat overblijft, of buiten beschouwing wordt gelaten’ en voor ‘stilstaan’ en ‘rust’.”

Als REST nodigen ze ook andere kunstenaars uit om op het terrein te komen werken. „We bieden ze een collectie natuurlijke en niet-natuurlijke objecten en fenomenen – het licht, de lucht, de boerderij –om mee te werken.” Op 21 juni opent hier de tentoonstelling ‘Twee Hectare’ , met werk van acht kunstenaars.

Het idee om oude boerderijbalken in een museum te exposeren, gaf inzicht in een fascinerend conservatietraject, vertelt Van Imhoff: „Voordat ze in het museum mochten, hebben de balken maanden in quarantaine gezeten. Ze moesten een aantal maanden in een hogedrukkamer liggen, om al het mogelijke ongedierte eruit te krijgen. Ze zijn nu echt dood. Dat blijft fascinerend toch: dat alle erfgoed in een museum zo statisch is. De tentoonstellingsruimte is net een vrieskamer.”

Dat doet me denken aan de futuristen, die zagen het museum als ‘begraafplaatsen’ en ‘publieke slaapzalen’.

„Ja, maar dat is mij te radicaal, dat slaat totaal de andere kant op. Ik vind musea en kunstinstellingen heel belangrijk. Tonen en conserveren is voor mij een onderdeel van cultuur. Maar het lijkt me goed ook deze systemen te blijven bevragen. Dit traject met de balken is ook een soort metafoor, voor wat het museum wél in komt en wat niet. Musea exposeren bijvoorbeeld veel minder kunst van vrouwen en van mensen van kleur. Hier is de laatste jaren gelukkig veel meer aandacht voor. Het gaat om het blootleggen van bepaalde structuren.”

Is je werk hier persoonlijker of meer autobiografisch geworden?

„Natuurlijk staat mijn naam eronder als ik wat naar buiten breng – maar het werk is ook altijd een samenwerking. Het dateringsonderzoek naar de balken in de boerderij is door andere mensen gedaan. Vrijwel alles wat je doet, is verbonden met andere mensen.”

„Tegelijkertijd maak ik soms ook werk dat heel persoonlijk is. In mijn meest recente tentoonstelling bij Galerie Grimm in Londen toonde ik een aluminium afgietsel van de stokken die mijn kind meebrengt van buiten. Dat is heel persoonlijk – maar tegelijk is het thema nog steeds kiezen en ‘selectie’. Dat vind ik heel interessant: welke afwegingen maakt een kind om de ene tak wél en de andere tak niet mee te nemen? Zo ontstaan ook kleine collecties.”

De expositie in Londen, en de eerdere show in het Stedelijk Museum, omvatte nog een andere serie werken: in grote vitrines van licht getint plexiglas toont Van Imhoff een serie rubberen matten, uit de stal van de boerderij – die daar lagen zodat de koeien niet uitglijden in de mest. In het werk graveerde ze afbeeldingen van planten die het goed doen bij veel stikstof.

Is je werk hier ecologischer geworden?

„Mijn werk bevat wel meer organische materialen, omdat ik deze vormen, kleuren en materialen nu meer in mijn omgeving tegenkom. Maar of de thema’s in mijn werk beter zijn of zelfs moreel juist zijn omdat het meer over ecologie gaat? Ik vind het moeilijk om daar een antwoord op te geven. Ik ben geen wetenschapper of politicus en ben ook niet geïnteresseerd iemand te vertellen hoe het moet. Ik ben een kunstenaar, ik geef geen antwoorden, ik laat dingen zien die mij opvallen.

„Er is natuurlijk al langer meer aandacht voor het platteland in de kunst, met onder meer de grote tentoonstelling van Rem Koolhaas in het Guggenheim in New York: Countryside. Het is een onderwerp in de wereld en daardoor ook in de kunst. Door hier te wonen, zie je hoe complex, rijk en genuanceerd de vragen zijn die daar omheen hangen zijn. Dat ontdekken, dat is zeker een meerwaarde van hier wonen.”

De expositie Twee Hectare opent op 21 juni, Wieldyk 8, Mirns. Werk van Saskia Noor van Imhoff is ook te zien in de tentoonstelling Kosmos in Teylers Museum en tijdens de Friese Kunstbiënnale Paradys (14/6 t/m 24/8).

Meer Wat maakt het leven de moeite waard

Lees het hele artikel